Door crises geteisterd Bolivia laat zich democratie niet ontnemen

‘De democratie is gered! We accepteren niet dat militairen de macht grijpen, daar verzetten we ons tegen. Dat hebben we al vaak genoeg meegemaakt.” Berta Barrientos Fernandez klinkt donderdagmiddag buiten adem aan de telefoon. Ze loopt over het Plaza Murillo. Een etmaal eerder was dit plein in La Paz, de administratieve hoofdstad van Bolivia, nog toneel van een couppoging door een deel van het leger. Het plein is omringd door overheidsgebouwen in koloniale stijl, waaronder het presidentieel paleis en het parlement.

Bewapende militairen en pantserveroertuigen bezetten woensdagavond het Plaza Murillo, zo was live te volgen op televisie. Onder leiding van generaal Juan José Zúñiga drongen militairen het plein op en het presidentieel paleis binnen. Daar verklaarde Zúñiga dat hij de „democratie zou herstellen” en dat hij „streed tegen verdere verarming van bevolking”. Uiteindelijk liep de vijf uur durende couppoging af met een sisser en werd generaal Zúñiga gearresteerd.

Aanhangers van president Luis Arce tijdens een confrontatie met de militaire politie, woensdag bij het Quemado Paleis op het Plaza Murillo in La Paz. Soldaten onder leiding van generaal Juan José Zúñiga hadden het paleis willen bestormen.
Foto Jorge Benal/AFP

Maar een dag later waaiert een carrousel van meningen over het land. De grote vragen die blijven hangen: wat is er precies gebeurd en wie is waarbij berokken geweest? Was er wel sprake van een coup, of was dit een georkestreerde staatsgreep door de Boliviaanse president Luis Arce, zoals generaal Zúñiga beweerde voordat hij gearresteerd werd?

De generaal zei dat hij opdracht van Arce zelf had gekregen voor de coup, zodat de president zijn greep op macht kon versterken. Een merkwaardige opmerking die viral ging, maar direct werd ontkracht door de regering: Zúñiga zou daarmee enkel zijn hachje hebben willen redden.

Communicatiekanalen

Maar Zúñiga’s bewering legde wel onmiddellijk de basis voor allerlei theorieën van analisten. Arces positie staat al langer onder druk en Bolivia kampt met grote economische en sociale problemen. Politiek analist Carlos Toranzo denkt dat wat zich woensdagavond op het Plaza Murillo ontrafelde, vooral een „show” was. „Van een echte dreiging is er nooit sprake geweest”, zegt hij telefonisch. „Er is ook geen noodtoestand uitgeroepen, wat je toch zou verwachten in zo’n situatie.” Bovendien, zegt Toranzo, konden mensen met elkaar in contact blijven. „Terwijl de communicatiekanalen bij voorgaande coups en couppogingen als eerste werden uitgeschakeld.”

Bolivia heeft een lange geschiedenis van staatsgrepen, pogingen daartoe en georkestreerde coups. Analist Toranzo denkt dat er vooral een persoonlijke vete tussen Zúñiga en president Arce werd ‘uitgevochten’ woensdag. Volgens hem laat de couppoging vooral zien dat het land kampt met zwakke instituten en een leger dat niet eensgezind is.

Eerder in de week werd generaal Zúñiga ontslagen, nadat hij had gedreigd te zullen voorkomen dat ex-president Evo Morales opnieuw president zou worden. „Deze situatie is zorgelijk. Maar tegelijkertijd is het positief dat de bevolking zo eenduidig heeft laten zien dat ze het niet accepteren als de democratie in gevaar is”, zegt Toranzo. „Ze gingen massaal de straat op. En die enorme steunbetuiging voor de democratie komt Arce nu ook goed uit.”

Betogers in de Boliviaanse hoofdstad La Paz die protesteren tegen de couppoging bedekken hun gezicht terwijl Boliviaanse militairen hen proberen tegen te houden.
Foto Claudia Morales/Reuters

De komende tijd moet worden onderzocht of generaal Zúñiga op eigen houtje handelde met zijn groep militairen, of dat er toch andere krachten achter de gepoogde staatsgreep zitten. De oppositie – die de couppoging ook onmiddellijk veroordeelde – eist een grondig en vooral „geloofwaardig en onafhankelijk” onderzoek.

Verkiezingsfraude

Bolivia bevindt zich in een economische crisis, met hoge inflatie en werkloosheidscijfers. Binnen de regerende socialistische partij Movimiento al Socialismo (MAS) heersen politieke spanningen. De huidige president Luis Arce is van huis uit econoom en kwam in 2020 aan de macht na bijna een jaar van politieke onrust. In 2019 werd de linkse president Evo Morales gedwongen af te treden na de verkiezingen in dat jaar: hij werd ervan beschuldigd te hebben gefraudeerd bij de stembusgang. Morales ontvluchtte het land toen het leger hem dreigde te arresteren.

Arce zal de couppoging vermoedelijk aangrijpen om zijn macht te verstevigen Franklin Pareja politicoloog

Franklin Pareja
politicoloog

De toenmalige rechtse oppositieleider Jeanine Áñez riep zichzelf tot interim-president uit. Morales keerde vier jaar geleden terug in Bolivia en doet er sindsdien alles aan om zijn positie te verstevigen. Net als de huidige president wil hij zich kandidaat stellen tijdens de presidentsverkiezingen van volgend jaar.

„Het is te verwachten dat Arce zijn macht verstevigt na deze couppoging. Hij zal zich als redder van de democratie opstellen, autoritairder worden en strengere regels stellen”, zegt politicoloog Franklin Pareja. Zo zou het kunnen dat de president een samenscholingsverbod zal uitvaardigen, denkt de politicoloog. „Groeperingen die nu fel tegen het regeringsbeleid zijn en zich mobiliseren, kunnen dan makkelijker aangepakt worden onder het mom van het ‘gevaar van de coup’.” Daardoor zullen kiezers de werkelijke problemen waar Bolivia mee kampt vergeten, net als het onvermogen van de huidige regering om die problemen op te lossen, aldus Pareja.


Lees ook

Zuid-Amerikanen herkennen in het verhaal van de Palestijnen een deel van hun eigen geschiedenis

Een pro-Palestijnse actiegroep heeft vrijdag 120 lijkwades neergelegd op het strand van Rio de Janeiro.

Op het Plaza Murillo in La Paz is het een dag na de coup rustiger, maar wordt er nog wel gepatrouilleerd door de politie. Inwoner Berta Barrientos Fernandez hoopt dat president Arce en oud-president Morales zich verenigen. „Ik geloof niet dat onze president zo’n coup zelf in scène zou zetten. De militairen wilden de macht en dat is gelukkig mislukt. Nu moeten onze leiders samenwerken. Dat willen we als bevolking.”