Donald Trump wil Hollywood redden met plan voor nieuwe heffingen, maar helpt dit de filmindustrie?

Afgelopen zondag verraste president Donald Trump Hollywood met een nieuw voornemen: een heffing van 100 procent op buiten Amerika opgenomen films. Hoe heet wordt die soep gegeten? Trumps jongste heffingssfront in vijf vragen.

Wat wil Trump precies?

Op zijn socialemediakanaal Truth Social kondigde Trump zondag een heffing van 100 procent aan op in het buitenland geproduceerde films. Dit omdat „de filmindustrie in Amerika” momenteel „een snelle dood sterft”, waardoor „Hollywood en veel andere gebieden in Amerika” teloorgaan. Het zou een bedreiging van de nationale veiligheid betreffen, want film draait om „communicatie en propaganda”. En het zou een gevolg zijn van het beleid van andere naties om met royale belastingaftrek filmproductie uit de VS lokken. In zijn geliefde kapitalen: „WE WANT MOVIES MADE IN AMERICA, AGAIN.”

Wat heeft Trump met Hollywood?

Een haat-liefdeverhouding. Hollywood gaf de zesvoudig failliete, in het slop geraakte vastgoedmagnaat in het begin van de 21ste eeuw via tv-show The Apprentice een nieuw leven als realityster en verondersteld supermanager met de tagline: „You’re fired!” Trump is zijn hele leven al mateloos gefascineerd door filmroem en regelde onvermoeibaar cameo’s – korte gastoptredens – voor zichzelf in films en tv-series.

Trump is zeer gevoelig voor afwijzing door het nominaal linkse establishment van Hollywood, dat hem – anders dan de techsector – op afstand blijft houden. In januari, vlak voor zijn tweede inauguratie, benoemde Trump drie reactionaire filmsterren tot hun eigen verrassing tot ‘ambassadeurs’ in Hollywood, in zijn woorden „een geweldige, maar zeer getroebleerde plek”: Sylvester Stallone, John Voight en Mel Gibson. Voight, de vader van Angelina Jolie, neemt dat serieus: dit weekeind dineerde hij met Trump in Mar-a-Lago en presenteerde hem een reddingsplan dat meer om belastingaftrek dan om heffingen draaide. Daarop volgde Trumps bericht.

Los Angeles, het hart van de Amerikaanse filmindustrie, bevindt zich volgens kenners in een ‘existentiële crisis’

Moet Hollywood dan gered worden?

Niet zozeer Hollywood in de betekenis van ‘de grote studio’s’. Die houden meestal hun hoofdkwartieren in Los Angeles, maar produceren waar dat het voordeligst is.

Hollywood als geografische plek bevindt zich wel degelijk in zwaar weer. De Californische gouverneur Gavin Newsom, een politieke doodsvijand van Trump, zal stiekem niet tegen heffingen zijn. Los Angeles, het hart van de Amerikaanse filmindustrie, bevindt zich volgens kenners in een ‘existentiële crisis’ of zelfs een ‘doodsspiraal’ die van de stad ‘het volgende Detroit’ kan maken.

De afgelopen vijf jaar kampte de filmindustrie met lockdowns, een terugloop van bioscoopbezoek – in de VS blijft die ruim 20 procent onder prepandemisch niveau –, het inzakken van streamingsbudgetten, een grote staking en bosbranden. In het eerste kwartaal van dit jaar slonk het aantal draaidagen van films met 22 procent, opnamestudio’s in LA staan nu ruim een derde van de tijd leeg.

Die ‘filmvlucht’ uit LA is al veel langer gaande. Geen van Hollywoods tophits van 2024 – Dune: Part Two, Wicked, Gladiator II, Deadpool & Wolverine – werd in LA opgenomen. Dat hangt deels samen met binnenlandse competitie; 38 Amerikaanse staten gaven vorig jaar 25 miljard dollar uit aan belastingsvoordelen om film- en tv-producties te lokken. Atlanta is uitgegroeid tot een geducht rivaal van Los Angeles, de staat Georgia biedt 5 miljard belastingaftrek per jaar. New York en Louisiana steken respectievelijk 7 en 3 miljard dollar in film en tv.

Scarlett Johansson in ‘Jurassic World: Rebirth’. Voor de film werd in Groot-Brittannië een nep-jungle gebouwd. Foto Jasin Boland/Universal Pictures/Amblin Entertainment

Draagt het buitenland bij aan de filmmalaise?

Veel Amerikaanse filmbanen verdwijnen naar het buitenland. Volgens recente cijfers slonk de totale filmproductie in de VS sinds 2022 met 26 procent. Australië zag zijn filmsector in die periode met 14 procent groeien, terwijl ook Canada, het Verenigd Koninkrijk en Oost-Europa (Boedapest) het goed doen. Netflix neemt naar schatting 75 procent van zijn ‘content’ buiten de VS op.

Het buitenland biedt Hollywood naast prima faciliteiten ook royale belastingaftrek. Zo kreeg studio Universal in 2022 in het Verenigd Koninkrijk ruim 100 miljoen euro terug voor zijn opnames van een deel van Jurassic World: Dominion in de Pinewood Studios. Opvolger Jurassic World: Rebirth – in juli in de bioscoop – liet daarom na buitenopnames in Thailand en waterstunts in Malta voor Scarlett Johansson een complete nep-jungle bouwen in het Engelse Borehamwood.

Los Angeles drijft vooral op televisie, maar ook die vlucht over de grens: tv-opnames slonken in LA met 30 procent. Voor studio Fox is het voordeliger om voor een doorsnee quizshow als The Floor quizmaster Rob Lowe met honderd Amerikaanse deelnemers naar Dublin te vliegen.

Californië werkt aan extra belastingdouceurtjes, maar of dat echt helpt? De exodus uit LA hangt ook samen met dicht geplamuurde vakbondsregels, hoge arbeidskosten en regeldruk. Dat Hollywoods studio’s in 2023 door de knieën gingen bij de staking van schrijvers en acteurs lijkt een pyrrusoverwinning te zijn geweest voor de vakbonden.

Is zo’n filmheffing uitvoerbaar?

Een bericht op Social Truth is geen plan maar wel een intentieverklaring: maandag kelderden de aandelen van grote studio’s als Netflix, Disney en Paramount met 2 tot 4 procent. Een probleem bij heffingen is evenwel dat film geen fysiek product is maar een ‘IP’, intellectueel eigendom. Wat ga je precies belasten? De productie verloopt zeer decentraal en ondoorzichtig, schrijven, management, opnames en post-productie vinden overal en nergens plaats – ook al om optimaal te kunnen profiteren van verspreide belastingvoordeeltjes. Uiteraard moeten er bij een heffing uitzonderingen komen: Emily in Paris kan je lastig opnemen in Fargo. Wat volgt is dan vermoedelijk een nachtmerrie van chaos, disruptie, achterdeurtjes en uitzonderingen.

Een ander probleem is dat de Amerikaanse filmindustrie een groot handelsoverschot geniet – 15,3 miljard dollar in 2023 – en dus zeer kwetsbaar is voor vergelding. Legt de VS Europese films een heffing van 100 procent op, dan let niets de EU om Hollywoods aanzienlijke inkomsten eens stevig af te romen en daarmee de eigen filmindustrie te financieren.

Donald Trump kalmeerde maandag de gemoederen met een toelichting: hij ging met de filmindustrie in gesprek om „ervoor te zorgen dat ze blij zullen zijn”. Een voor de hand liggende optie is dat Hollywood het Witte Huis straks pacificeert door Trump te vleien met cosmetische gestes die als triomfen kunnen worden gepresenteerd. Want daar gaat het vermoedelijk toch om.