Op zijn zevende begon hij met coderen en op latere leeftijd werd hij architect, nu is hij programmeur en kunstenaar. De Brit Dominic Harris (48) maakt interactieve kunstwerken waar wetenschap, techniek, natuur en kunst samenkomen. In zijn werk onderzoekt hij onder meer hoe mensen naast technologie leven. Zo ook in Origins of Imagination (2024), een installatie van vlinders. Hij heeft twee jaar lang samen met een team van 25 programmeurs aan het kunstwerk gewerkt. De vlinderinstallatie staat tussen opgezette olifanten, ezels en honden in het Naturalis Biodiversity Center, een natuurhistorisch museum en onderzoeksinstituut in Leiden. De komende tien jaar blijft het werk daar staan.
Harris pakt een zwart en een blauw potlood om een kleurplaat van een vlinder in te kleuren. Vervolgens legt hij de kleurplaat onder een door hem speciaal ontwikkelde scanner die de vlinder afleest. Uit de hoek van een groot scherm, dat ook deel is van de installatie, verschijnt de vlinder. Het beestje komt digitaal tot ‘leven’ en vliegt naar het midden van een zwerm vlinders.
Met artificiële intelligentie worden de kleurplaten vervormd tot realistische en bewegende vlinders, naar een van de ongeveer vier miljoen opgezette vlinders uit de collectie van Naturalis. Op het scherm van twaalf vierkante meter zijn bijna negenhonderd vlinders aan het rondfladderen, allemaal door mensen ingekleurd.
Dominic Harris kleurt een vlinder in. Foto Andreas Terlaak
Het gaat slecht met de vlinder
Op een tafel voor het scherm kunnen bezoekers van Naturalis zelfstandig een vlinder inkleuren en scannen. „Hoe meer mensen een vlinder inkleuren, hoe groter, sterker en betekenisvoller het kunstwerk wordt”, zegt Harris. Op het scherm kunnen niet meer dan negenhonderd vlinders tegelijkertijd vliegen. De oude vlinders maken telkens plaats voor nieuwe vlinders, maar worden wel voor altijd in het AI-systeem bewaard.
Hij streelt met zijn handen over het scherm, waardoor de ingebouwde sensor de zwerm vlinders heen en weer laat bewegen. De manier waarop de vlinders bewegen, doet lijken alsof ze levensecht zijn. Niet alleen het uiterlijk, ook de beweging is getraind op de vlinders uit de Naturaliscollectie. Zo gaan de vlinders op het scherm op zoek naar hun eigen soort en voegen zich bij hun zwerm, net zoals dat gebeurt in de echte wereld.
„Het probleem is dat de beestjes wereldwijd bedreigd worden”, zegt Harris. In 2024 werd het minste aantal vlinders geteld van de afgelopen drie decennia. Harris en Naturalis hopen dat mensen via het kunstwerk met elkaar in gesprek gaan over de staat van de vlinder. Ook is het volgens hem de bedoeling dat mensen deel worden van het kunstwerk door de vlinders in te kleuren. „Als ze erbij mogen horen, kunnen ze zich beter verplaatsen in het verhaal dat erachter zit.”
Het idee van de vlinders ziet er eenvoudig uit, maar Harris en zijn team hebben een eigen software ontwikkeld om de vlinders tot ‘leven’ te brengen. „Hierdoor zijn het net levende wezens geworden en dat is uniek”, zegt Harris. „Ik hou van het idee dat kunst kan bewegen en evalueren en dat sluit heel nauw aan in de wereld om ons heen. Net als hoe de natuur blijft bewegen en echoën.”
Het interactieve kunstwerk Origins of Imagination van Dominic Harris is in het Naturalis Biodiversity Center in Leiden de komende tien jaar te zien. Info: naturalis.nl
Lees ook
Landelijke vlindertelling wijst uit: sinds 1990 niet zo weinig vlinders als in 2024.
Vraag je op een BlueSky of een LinkedIn naar ervaringen in de overstap van berichtenapp WhatsApp naar Signal, dan krijg je enthousiaste reacties. Vraag je of er wordt overgestapt van Amerikaanse apps naar Europese, dan reageert een deel van het bedrijfsleven positief, maar de consument blijft stil. Of je krijgt vragen terug: is er eigenlijk wel een goed alternatief voor Instagram?
Sinds de herverkiezing van de Amerikaanse president Donald Trump en de openbare steunbetuigingen van Amerikaanse Big Tech-bedrijven aan zijn gedachtengoed, klinkt in Europa steeds luider: moeten we niet eens van die Amerikaanse tech-infrastructuur af? Vorige maand riep Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, zelfs op om alternatieven voor Visa, Mastercard en Paypal.
Tijd voor app-soevereiniteit, zodat we niet meer zo afhankelijk zijn van de grilligheid van de VS en de machtspolitiek van China – het klinkt mooi. Maar gebruikers vinden het knap lastig. Waar moeten ze dan naar toe? Waarom werkt een Europese kaartenapp niet zo gladjes als een Google Maps? En er zit bijna niemand op Pixelfed – dus hoe kan je als Instagram-influencer geld blijven verdienen?
Lastige vragen, zonder gemakkelijke antwoorden. „We kozen er bewust voor om te beginnen met een oproep om Signal meer te gebruiken”, zegt Lotje Beek van digitale rechtenorganisatie Bits of Freedom. Die berichtenapp is privacytechnisch beter dan WhatsApp, maar is wel ‘gewoon’ Amerikaans. „Signal is laagdrempelig, mensen begrijpen het. Andere app-alternatieven vinden ze een veel grotere uitdaging. Ze zijn onbekend, dat schrikt af.”
Gebruikersvriendelijk
De Amerikaanse techbedrijven hebben expliciet hun best gedaan om apps zo gebruikersvriendelijk mogelijk te maken. „Google Docs is zo makkelijk. Een open source-alternatief is vaak lastiger in de omgang.” Terwijl je met een transparante tekstverwerker als LibreOffice – beheerder The Document Foundation is gevestigd in Berlijn – veel minder afhankelijk bent van een groot techbedrijf.
Ondanks alle hobbels op de weg lijkt de vraag naar Europese app-alternatieven de afgelopen maanden wél toegenomen. Voor sommige appmakers onverwacht. Zo was navigatieapp Magic Earth eigenlijk bedoeld als gratis uithangbord voor de bedrijfssoftware die techbedrijf Magic Lane daadwerkelijk verkoopt, zegt de Nederlandse techondernemer Raymond Alves via een videoverbinding. De onverwachte toestroom van gebruikers levert nu logistieke problemen op. „Als de verkeersinformatie in onze app wordt aangesproken, dan kost ons dat geld. Terwijl de app gratis is.”
Prima te doen als je enkele tienduizenden gebruikers hebt. Maar sinds verkiezing van Trump schiet het aantal downloads van Magic Earth ineens omhoog. „We gingen in drie maanden tijd van 200.000 gebruikers naar 800.000”, zegt Alves. Voornamelijk aanwas van Europese gebruikers die géén Google Maps meer willen gebruiken. Te Amerikaans, te onbetrouwbaar. „Wat doen ze met mijn data”, vat Alves het samen.
Nu moet hij ineens schakelen. Er wordt gekeken naar een herziening van de „wat knullige” vormgeving van de app. En naar verdienmodellen. Een donatieknop op de site leverde niet genoeg inkomsten op, zegt Alves. Nu onderzoekt hij of gebruikers bereid zijn om een jaarlijks kostendekkend bedrag te betalen voor zaken als verkeersinformatie.
Europese consumenten zoeken dus wél naar alternatieven, ook al worden die niet altijd zo in de markt gezet. Behulpzaam is de site European Alternatives van de Zwitserse softwareontwikkelaar Constantin Graf – hij houdt lijstjes bij van Europese apps. Het zijn veelal namen die weinig bekend zullen klinken, zoals Posteo (e-mail), Solidtime (planning en organisatie van je tijd), Mullvad (VPN) en OpenTalk (videochat). De apps hebben vaak dezelfde problemen: ze vereisen technische kennis, zijn niet geïntegreerd met andere veelgebruikte apps of hebben simpelweg niet genoeg gebruikers om een Amerikaanse app te vervangen. Maar ze zijn er wel.
Verslaving
Diana Krieger van het Nederlandse emailbedrijf Soverin voelde zich jaren als „een roepende in de woestijn”, vertelt ze. Nu het beleid in de Verenigde Staten steeds vijandiger wordt jegens Europa, lijken veel mensen om. „Ik vergelijk die afhankelijkheid van Amerikaanse apps soms met een verslaving. We moeten er vanaf, maar dat houdt ook in dat je wat pijn moet pakken, dat er een periode komt die even wat minder is.” Ze bedoelt: dat gebruikers moeten wennen aan iets onhandigere vormgeving, of andere irritaties. Want zonder toestroom van gebruikers en dus geld verandert er weinig. “Dat we in Europa geen goede app-alternatieven hebben, houden we zo zelf in stand.”
Maar de Gmail-gebruiker overtuigen blijft lastig. „In Nederland houden we niet zo van verandering.” De Amerikaanse apps ‘werken te goed’, zeggen lezers in een reactie op een oproep van NRC op LinkedIn en BlueSky. En hoe kan je gemakkelijk de ‘G-Suite’ vervangen, de omvangrijke collectie van Google-apps als Calendar en Docs die allemaal op elkaar ingespeeld zijn?
„Wij krijgen heel veel basale vragen van consumenten”, vertelt Krieger. „Is het moeilijk om je e-mail over te zetten naar Soverin? Kan ik familie toevoegen aan mijn e-mailaccount? Hoeveel e-mailadressen kan ik bij jullie hebben?” Het lijkt in het begin allemaal wat gedoe, erkent ze. Volgens haar vooral omdat andere e-mailproviders het overstappen soms ingewikkeld maken (je kan bijvoorbeeld je mailadres niet meenemen), terwijl het proces volgens haar simpel is. Maar daar tegenover staat het antwoord op een andere populaire vraag: ja, de servers staan gewóón in Europa.
De levendige Krieger spreekt merkbaar liever over infrastructuur dan over apps. De Amerikanen, die denken groter over digitale infrastructuur, zegt ze. Maar dat betekent niet dat er niks gaande is in Europa. „Kijk naar Nextcloud, Scaleway.” Geen apps, maar serverbedrijven, die de ruggengraat van een Europese online werkelijkheid zouden kunnen vormen.
Wat moet er gebeuren om dat mogelijk te maken? Meer ondersteuning vanuit Europese en Nederlandse overheden, zeggen alle drie experts die NRC sprak, al ziet Krieger daar nu al verbetering.
Makkelijker overstappen
„De hele Nederlandse overheid zit nu nog op Microsoft”, zegt Lotje Beek van Bits of Freedom. Maar dat moet anders kunnen. „Kijk maar: wifi is zelfs in Nederland uitgevonden. Er moet geïnvesteerd worden in alternatieven, het overstappen moet gemakkelijker worden gemaakt.” Al pleit Bits of Freedom niet per se voor een volledig Europese app-omgeving. „Het gaat erom dat een techbedrijf zich aan de Europese wetgeving houdt”, zegt Beek. Ze vindt het belangrijker dat het gemakkelijker wordt voor gebruikers om tussen meerdere apps van hetzelfde type te kunnen communiceren, de zogenoemde ‘interoperabiliteit’.
Ook Diana Krieger heeft kanttekeningen. Dat een bedrijf in Europa staat, betekent nog niet dat het echt goed met je data omgaat. „Het is op dit moment nog veel te ingewikkeld voor een consument om uit te zoeken bij welke app je moet zijn [om je data te bewaken]”, zegt ze. „Daar moet een standaard voor komen.”
In ieder geval moet de Europese mentaliteit om, denkt Raymond Alves van Magic Lane. „We zijn nu te voorzichtig.” Hij ziet de ontwikkelingen in de Verenigde Staten ergens als een positief zetje in de juiste richting. „Alles wat onze grote broer deed, daar liepen we tachtig jaar lang achterna. Nu moeten we rechtop gaan staan. Kunnen we dat? Ik denk van wel. Maar we moeten wel Europese bedrijven omarmen.”
‘We moeten niet alleen herdenken maar ook overdenken wat dat voor hier en nu betekent’, zei premier Schoof zondag in zijn toespraak voor Dodenherdenking op de Dam (NPO1). Er is veel voor te zeggen om tijdens de plechtigheid alleen de doden te herdenken die zijn gevallen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat zou in ieder geval een hoop herrie schelen. Maar de herdenkingscultuur in Nederland is nu eenmaal idealistisch: we moeten morele lessen voor het heden trekken uit de strijd tegen de nazi’s.
Dus ja, dan kan Schoof het krijgen. Hij praatte over zijn grootvader die is doodgeschoten door de Duitsers. Verzetshelden als hij bleven volgens Schoof „in alle haat en ontmenselijking de ander zien”. Zijn moeder leerde hem „met liefde en mededogen naar de ander te kijken, ook als die verschilde van hoe wij waren”. Deze lessen van de Tweede Wereldoorlog moeten volgens onze premier terugkeren „in al onze grote en kleine daden van menselijkheid”.
Was het nu inbeelding, of hoorde ik hem er schuldbewust achteraan mompelen: „Doe wel naar mijn woorden, maar zie niet naar mijn daden”? Schoof steunt met zijn kabinet de genocide in Gaza. Schoof streeft met zijn kabinet naar een genadeloos asielbeleid. Schoof heeft in zijn kabinet PVV-ministers die haat jegens migranten en moslims verspreiden. Kijken zij met liefde en mededogen naar de ander? Daags voor zijn praatje verbood een van zijn ministers een uitje naar de Efteling van een groep vluchtelingenkinderen. Was dat een kleine daad van menselijkheid, meneer Schoof? PVV-leider Wilders riep op om de kinderen per bus te deporteren.
„Wat betekent dat eigenlijk: nooit meer?” vroeg presentator Rob Trip zich af in het Achtuurjournaal (NPO1) . Volgens het journaal verstoorden twee actievoerders de Dodenherdenking op de Dam. Dat hadden ze natuurlijk niet moeten doen. Maar de werkelijke verstoorders van de plechtigheid hielden een toespraak en legden kransen.
Kille ontvangst overlevenden
Na de Dam volgde op NPO2 een verslag van de herdenking in Appingedam. Dat was een goede keuze want als je het drama laat zien op een kleine schaal dan komt het extra hard binnen. Het pittoreske stadje in Noordoost-Groningen telde voor de oorlog 128 Joodse inwoners. Hiervan werden er 122 vermoord. Een van de zes overlevenden was Sara Kirby-Nieweg. Toen ze uit de onderduik terugkeerde in Appingedam zag ze bij de buren hun tafellaken aan de waslijn hangen.
Dat ingepikte tafellaken lijkt op de ervaring van overlevende Rosie Colthof, te zien in de aansluitende documentaire Nederlandse Joden na de Bevrijding (NPO2) van Martijn Bink. Toen ze als enig overgebleven kind terugkeerde naar haar huis, zag ze dat de vitrage er nog hing, maar dat er nu NSB’ers woonden die het ‘Jodenkind’ wegstuurden. De buurman liep in het pak van haar vermoorde vader.
‘De kleine Sjoa’ wordt ze genoemd: de kille ontvangst die de 21.000 overlevende Joodse Nederlanders kregen toen ze terugkeerden uit de onderduik en de kampen. Hun huizen en bezittingen waren ingepikt, ze kregen geen hulp van de overheid. Dit verhaal is vaker langs gekomen maar heeft naar mijn weten niet eerder een aparte documentaire gekregen. Zeker niet op zo’n prominente plaats: na de Dodenherdenking.
„De registratie was oneindig veel belangrijker dan: hoera, je ben er weer”, zegt historicus Michal Citroen. Heel anders dan de warme ontvangst in Frankrijk en België, stelt ze. Volgens haar is het een „wezenlijk kenmerk” van Nederland: bureaucratie boven menselijkheid, grenzen dicht, achterdochtig jegens alles wat afwijkt. „De Nederlanders hebben zich schunnig gedragen”, zei haar vader altijd. Zo gezien doet premier Schoof niets geks. Hij is ook maar gewoon een Nederlander.
De Italiaanse Claudia B. (58) knielt neer in de rechtszaal, op de grond tussen twee bureaus waaraan haar advocaat en haar tolk zitten. „Ik wil u laten zien dat ik aan het lijden ben”, zegt ze. „Ik voel me heel depressief en naar over deze zaak.” De rechter vraagt haar om weer op haar stoel te gaan zitten, zegt dat dit niet nodig is.
Toen Claudia B. op 4 maart voor een kort bezoek in Nederland was, stuitte zij tijdens een wandelingetje op een agent van de dierenpolitie. Die vond Tommy, haar Hongaarse puli van twaalf jaar oud, er verwaarloosd uitzien. Dit type hond heeft haar dat snel vervilt, en daardoor iets weg kan krijgen van een bos dreadlocks. Maar bij deze hond waren het „plakken” geworden, zegt de rechter, en dat kan heel pijnlijk zijn. Er zat bovendien ontlasting in de vacht. De politie heeft het dier in beslag genomen, en Utrechtse dierenartsen concludeerden na een controle dat Tommy verwaarloosd was, vanwege de staat van de vacht en ook vanwege de rotte tanden in zijn bek. De officier van justitie vindt dat de hond „verbeurd” moet worden verklaard. Dat betekent dat de hond wordt opgenomen in een asiel, en niet teruggaat naar de eigenaar. Tommy zit sinds het wandelingetje begin maart in een opvang, en Claudia B. hoopt dat ze hem snel terug zal krijgen. B. leeft in Italië van een erfenis van haar „welgestelde” broer, en werkt als schoonmaker en oppas. „Ik heb Tommy twaalf jaar lang goed verzorgd. Ik heb hem eten en drinken gegeven, ik heb hem nooit alleen gelaten.” Ze vertelt dat ze een kinderwagentje voor Tommy had meegenomen naar Amsterdam, voor als hij te moe zou zijn om te lopen. „Een hond van twaalf is als een mens van tachtig”, zegt ze. Dat verklaart volgens haar ook de staat van zijn gebit en vacht, die ze die avond naar eigen zeggen nog had willen verzorgen. „Allora”, zegt ze, „we kunnen het niet aan om gescheiden van elkaar te leven. We zullen doodgaan van verdriet.”
Deze middag worden in de rechtbank van Amsterdam meer zaken behandeld over verwaarloosde dieren. Sinds 1 januari 2024 kunnen dierenmishandeling en dierverwaarlozing strenger worden aangepakt. Daders van dierenmishandeling kunnen een houdverbod krijgen, ze mogen dan gedurende een bepaalde periode helemaal geen dieren bezitten. De officier vindt dat zo’n verbod zou moeten gelden voor Jean F. (52). In het voorjaar van 2024 werden er bij hem thuis zeven honden en een kat in beslag genomen.
Verschillende buren uit het appartementencomplex hadden meldingen gedaan bij 144, het telefoonnummer van de dierenpolitie. Die gingen onder meer over gegil van de honden, geschreeuw van de verdachte en urine in het gebouw. Een buurvrouw zag op haar deurbelcamera bovendien dat Jean F. zijn hond schopte, en maakte daar melding van. Toen de politie aan huis kwam trof die urine in een aantal benches aan, sommige dieren waren te mager, anderen hadden tandsteen, een van de honden had erg veel eelt.
Jean F. is emotioneel. Vrijdag was een van zijn oudste honden jarig. „Ik kan alleen maar huilen. Deze honden zijn meer dan honden, het is mijn gezin. Het is alles dat ik heb.”
F., een grote man met een kaalgeschoren hoofd en een bril met zwart montuur, vertelt dat het tijdens de „covid-periode” snel bergafwaarts is gegaan. Hij was personal trainer maar zijn werkte stopte, waardoor hij geen inkomsten meer had. Hij had toen nog twee honden, maar het teefje raakte onverwacht zwanger, waardoor hij met pups kwam te zitten. Die probeerde hij van de hand te doen, wat niet lukte. Hij kon de dieren niet het beste voer geven, vertelt hij. Daar voelt hij zich schuldig over. F. neemt zichzelf ook kwalijk dat ze niet op een zachte ondergrond konden liggen. Maar hij ontkent de beschuldigingen van schreeuwen en schoppen. „Ik heb een luide stem”, zegt hij. De camerabeelden laten volgens de verdachte alleen een dreigende beweging ziet, maar daar is de officier het niet mee eens. F., geboren en opgegroeid in Frankrijk, vertelt dat hij als soldaat in het vreemdelingenlegioen heeft gediend. „Deze honden hebben mij een tweede kans gegeven om mens te zijn.”
Het oordeel
De rechter vindt dat Jean F. zijn dieren de nodige zorg heeft onthouden. „Dieren zijn weerloos. Ik snap goed dat u een moeilijke situatie had, maar daar kunnen honden niets aan doen.” Op het moment van inbeslagneming waren de ‘pups’ alweer twee jaar oud, en had Jean genoeg tijd gehad om een oplossing voor ze te vinden. De rechter vindt ook dat uit de camerabeelden wel degelijk blijkt dat F. zijn hond heeft geschopt. De officier stelt een taakstraf van tachtig uur voor, maar dat vindt de rechter te veel. „De ergste straf voor u is dat u de honden niet heeft.” Hij krijgt daarom een taakstraf van veertig uur, maar zijn honden krijgt hij niet meer terug. Bovendien mag hij twee jaar lang geen dieren bezitten. „Veel sterkte voor u”, zegt de rechter.
Dat Claudia B. kort voordat zij naar Nederland kwam nog bij een dierenarts in Italië is geweest, die de hond op schrift gezond heeft verklaard, spreekt voor haar, zegt de rechter. Haar hond krijgt ze dan ook terug, maar ze moet wel een geldboete van 750 euro betalen. B. gaat opnieuw op haar knieën. „Dankuwel, ik ben zo gelukkig, ik voelde me zo schuldig.” De rechter: „Dat was ook wel terecht. Staat u op? Wij moeten door met de volgende zaak.”