Bij de overstromingen en aardverschuivingen in Kenia zijn inmiddels 181 mensen omgekomen. Dat melden lokale autoriteiten en het Rode Kruis, volgens internationale persbureaus. Het natuurgeweld heeft sinds afgelopen maand honderdduizenden Kenianen uit hun huizen verdreven. Ook buurlanden Tanzania en Burundi worden getroffen door het noodweer, met tientallen doden tot gevolg. Afgelopen jaar kregen grote delen van Oost-Afrika nog te maken met de ergste droogte in decennia.
De hevige regenval en overstromingen hebben grote delen van de Keniaanse infrastructuur weggespoeld, waaronder woningen, wegen en bruggen. Verschillende sleutelwegen zijn volgens de nationale wegenautoriteit afgesloten vanwege overstromingen en puin.
Lees ook Overstromingen in Kenia zorgen voor grote schade aan dorpen in het Mai Mahiu-gebied
Woensdag werden in Mai Mahiu, een stad gelegen in centraal-Kenia, opnieuw twee lichamen geborgen, aldus het Rode Kruis. Reddingsteams onder leiding van militair personeel met speurhonden zoeken in de hele regio naar overlevenden. Maandag kwamen in dezelfde stad al zeker 48 mensen om door de overstromingen. Dinsdag werden nog eens tien nieuwe doden gemeld door regeringsautoriteiten
Oppositieleider Raila Odinga uitte deze week kritiek op president William Ruto en zijn regering. Naar eigen zeggen heeft de regering de mond vol van klimaatverandering, maar is het land ondanks waarschuwingen van klimaatexperts onvoldoende voorbereid op de gevolgen ervan. „Hoewel de meteorologen de zware regenval en storm nauwkeurig hadden voorspeld, waren er geen noodplannen vooraf.”
Op de agenda van de extra vergadering van het college van Horst aan de Maas van 22 juli, midden in de zomervakantie, staat een onderwerp dat daar op het eerste gezicht niet hoort. Het is de herbeoordeling van een vier jaar oud verzoek tot intrekking van de milieuvergunning voor een varkensstal – niets bijzonders: een hamerstuk.
Maar dit agendapunt is veel meer dan een formaliteit: het is óók een rel over de integriteit van het lokale bestuur in Noord-Limburg. Het college komt er voor terug van reces, de gemeente heeft kostbare juridische adviezen ingewonnen, er is een intern onderzoek geweest naar bizarre gebeurtenissen op het gemeentehuis en de buurt vermoedt vals spel. Die voert al twee decennia strijd tegen de komst van de megavarkensstal. Die strijd lijkt nu – door een plottwist met een nummerverwisseling – in het voordeel van de stal te worden beslecht.
Er was een huisnummer verwisseld: niet de milieuvergunning van Kleefsedijk nummer 9, maar die van nummer 6 werd ingetrokken
Hoe dit heeft kunnen gebeuren, weet niemand. Het is, in de woorden van de verantwoordelijke wethouder Robert Martens (D66), „het raadsel van Horst”.
Stank
Het raadsel vindt zijn oorsprong bijna twintig jaar geleden, in de zomer van 2006. De bewoners aan de Kleefsedijk bij het dorp Sevenum weten niet beter of de gemeente wil hun buurt omvormen tot toeristisch gebied, zonder reusachtige stallen. Dan krijgen ze de plannen van een lokale veehouder onder ogen. Varkensboer Pieter Haenen wil zo’n 250 meter verderop ‘Klevar’ realiseren: een varkensstallencomplex voor 15.744 vleesvarkens, plus brijvoerkeuken en een mestvergister met vier metershoge mestsilo’s.
De buurt schrikt zich rot. De mest, de stank, de ammoniak.
Het is geen toeval dat Haenen juist aan deze toegangsweg naar Sevenum zijn gedroomde varkensstal wil verwezenlijken. De provincie heeft – anders dan de gemeente – beslist dat op deze plek wel intensieve veehouderij mag komen. En de boer bezit stukken grond elders in de regio waarvoor de provincie ambitieuze plannen heeft. Zoals een paar kilometer verderop, waar CDA-gedeputeerde Ger Driessen Greenport wil bouwen, een enorm logistiek-industrieel bedrijventerrein met glastuinbouw, één van de grootste van Nederland.
Boer Haenen schudt opnieuw zijn kaarten. Tegen zijn zin doet hij afstand van de percelen waar glastuinbouw moet komen en van de gemeente koopt hij grond aan de Kleefsedijk. Daar gaat hij zijn megastal bouwen.
Lees ook
Lees ook: Wie profiteert van de onstuitbare opmars van de blokkendoos in buurtschap Californië, Limburg?
Bus
Maar dat is buiten de buurt gerekend. De plannen vormen het startschot voor bijna twintig jaar aan juridische procedures en verzet door de ‘werkgroep Kleefsedijk’ van zo’n zeventig omwonenden, aangevoerd door Loes, Thea en sinds kort ook Ellis.
Thea Wanten wijst door het raam naar de weilanden achter het huis van Ellis Holthuijsen. Dáár moet de varkensstal verrijzen. Ze zit met Loes Mestrom aan de keukentafel in haar oude woning, die ze vier jaar geleden verkocht aan Ellis. De plannen voor de stal waren definitief van de baan, vertelde ze indertijd aan Ellis, maar ze had het mis. Nu heeft Thea de strijd weer opgepakt. „Ik voel me er rot over. Straks zit Ellis met die stal”.
Ellis Holthuijsen (links), Thea Wanten (midden) en Loes Mestrom (rechts) verzetten zich al jaren tegen de komst van de megastallen. Ze doen dit in naam van de ‘werkgroep Kleefsedijk’, een club van zo’n zeventig omwonenden.
Foto Chris Keulen
Thea haalt een dichtbedrukt overzicht van tien kantjes met alle gebeurtenissen en ontwikkelingen tevoorschijn. Bestemmingsplannen. Vergunningstrajecten. Zoekgebieden. Bezwaarprocedures. Beroepschriften. Hoorzittingen. Meermaals met een bus vol buurtbewoners naar de Raad van State. Wob, Woo, Wabo.
Maar wat ze ook doen, het plan van Haenen gaat niet weg. De gemeente zegt dat ze de varkensstal óók niet wil, maar de provincie schaart zich achter de boer. Terwijl landelijk de weerstand tegen megastallen toeneemt, krijgt Haenen in 2012 een vergunning van de provincie.
Greenport
Gaandeweg krijgen Loes, Thea en de buren het gevoel dat boer Haenen bij alle transacties méér heeft verworven dan alleen een stuk grond aan de Kleefsedijk. Die megastal lijkt hem ook beloofd. Waarom loopt de provincie anders zo hard voor de boer, terwijl de gemeente niet wil? Waarom vraagt Haenen dan miljoenen aan compensatie wanneer hem wordt gevraagd z’n stal ergens anders te bouwen – wat hij sowieso weigert?
Het vermoeden wordt versterkt wanneer voormalige bestuurders naast de boer opduiken in een verwarrende rolverwisseling. Zo is daar oud-gedeputeerde Driessen, de aanjager van Greenport, die inmiddels een adviesbureau heeft. In 2013 duikt diens naam op in mails, ditmaal als adviseur van de boer. Wanneer de plannen aan de buren worden toegelicht in zalencentrum De Wingerd in Sevenum, voert Driessen de hele avond het woord namens de zwijgende boer.
Later, in 2019, duikt CDA’er Leon Litjens op als vertegenwoordiger van de boer. Die was eerder als wethouder ruimtelijke ordening van Horst aan de Maas nauw betrokken bij de megastal. Hij heeft voorstellen van boer Haenen bij zich, zegt Litjens tegen de buren. Als er geen stal mag komen, kan de buurt akkoord gaan met huisvesting voor 250 arbeidsmigranten? Wanneer de buurt weigert, stelt hij voor dat Haenen dan tien hectare vol zonnepanelen mag leggen. Nee, zegt de buurt weer, waarop het derde voorstel komt: vijf hectare zonnepanelen en een uiendrogerij. De buren zijn diep geërgerd. Waarom zouden ze?
Het eindeloze getouwtrek eindigt in 2021. De overburen op Kleefsedijk nummer 6 hebben de gemeente gevraagd een oude milieuvergunning van Haenen in te trekken. In het Gemeenteblad leest de buurt dat met dat verzoek is ingestemd. Boer Haenen mag helemaal geen varkens meer houden aan de Kleefsedijk. Het is klaar.
Met een gerust hart verkoopt Thea haar huis aan Ellis.
Foto Chris Keulen
Boos
Vier jaar later staat de buurt perplex: boer Haenen heeft een nieuwe aanvraag gedaan voor een varkensstal, nu voor zesduizend varkens. Terwijl hij geen vergunning heeft. Boos en verward vragen de vrouwen de documenten op.
In het pakket papieren dat een ambtenaar vanaf het gemeentehuis opstuurt, zit een plotwending verstopt, die de buurt als niets anders kan opvatten dan als een vuile truc.
Haenens milieuvergunning blijkt helemaal niet ingetrokken. In het Gemeenteblad was in 2021 een huisnummer verwisseld. Niet de milieuvergunning van Kleefsedijk nummer 9, maar die van nummer 6 werd ingetrokken. De verhaspeling was niemand opgevallen, want de overburen van nummer 6 waren destijds de indieners van het intrekkingsverzoek en die hébben niet eens een milieuvergunning.
Dit is een ‘reeks fouten die nooit had mogen gebeuren’
Dat zou een vervelende fout kunnen zijn geweest, ware het niet dat de ambtenaar een tot dan toe onbekend document van zeven kantjes meestuurt van precies dezelfde datum in 2021. Daarin staat, ruim onderbouwd, dat de milieuvergunning van Haenen op nummer 9 niet wordt ingetrokken. Maar dat besluit is nooit gepubliceerd.
Gemeenteraadsleden en wethouders die vragen van de buurt krijgen, zeggen de zeven kantjes niet te kennen. Maar bezwaar maken kan niet meer, de termijn is al jaren verstreken. De buurt is na twintig jaar strijd terug bij af.
Doorgespit
Begin juli zit D66-wethouder Robert Martens met een ambtenaar en een woordvoerder in een warme kamer in het gemeentehuis in Horst aan de Maas. Hij snapt dat de buurt „zich heel erg bedonderd voelt”, zegt hij tegen NRC. Dit is een „reeks fouten die nooit had mogen gebeuren”.
Ja, het nummer is verwisseld. Ja, het tegenovergestelde besluit is gepubliceerd. Ja, het college kende het werkelijke besluit niet. Dat is „onder mandaat” door een ambtenaar genomen, zegt Martens, die hoeft dat niet met de wethouder te overleggen. Dat gaat vaker zo.
Ook als het om één van de langst slepende, meest omstreden dossiers van de gemeente gaat, die de stal ook niet wil? Nou, zegt Martens, „we trekken hier lessen uit. We hebben nu afgesproken dat ambtenaren met mandaat altijd de wethouder inlichten bij politiek gevoelige zaken.”
Helaas heeft de gemeente „niet kunnen achterhalen hoe het allemaal is gebeurd”. Op het gemeentehuis werden mensen ondervraagd, het archiefsysteem is doorgespit, maar er is geen verhelderend document of mail te vinden en niemand weet hoe het zit. De toenmalige verantwoordelijke wethouder, CDA’er Rudy Tegels die in 2022 weg moest wegens een verzwegen relatie, heeft gezegd dat-ie zich de gebeurtenissen niet herinnert. De ambtenaar wiens naam onder het besluit van zeven kantjes stond, werkt niet langer voor de gemeente. Die is niet gebeld.
Heeft de gemeente opzet onderzocht? Dat iemand de boer heeft gematst? Martens: „Nee. Maar we hebben wel vastgesteld dat de boer niet onterecht is bevoordeeld. Haenen heeft ook nooit bij ons aangeklopt, zo van: dit is mij beloofd.”
De gemeente zit in haar maag met de nieuwe aanvraag, zegt Martens, want Horst wil die stal niet. Maar weigeren kan veel geld kosten. Het juridisch advies is net binnen, op 22 juli neemt het college een besluit.
Mandaathouder
Is het raadsel van Horst op te lossen?
Haenen drukt na één minuut het telefoontje van NRC weg. „Jullie maken toch niet mijn verhaal.”
Voormalig CDA-gedeputeerde Ger Driessen zegt dat-ie inderdaad wel eens wat voor boer Haenen heeft gedaan, maar dat hij als gedeputeerde niet verantwoordelijk was voor de grondtransacties – dat was de gemeente. „Ik heb nooit toezeggingen gedaan en ik kan me niet voorstellen dan anderen dat wel deden.
Voormalig CDA-wethouder Leon Litjens zegt dat hij na zijn periode als wethouder door Ger Driessen is gevraagd om voor boer Haenen „de mogelijkheden te verkennen”. Ook hij weet niets van toezeggingen. Hij benadrukt dat er een langere „afkoelperiode” tussen zijn wethouderschap en advieswerk zat „dan voor de minister geldt.”
En de gebeurtenissen op het gemeentehuis? Voormalig CDA-wethouder Rudy Tegels was verantwoordelijk voor het besluit. „Het zegt me vaag iets”, zegt hij wanneer NRC hem belt. „Het is een dossier dat lang liep. Ik weet het niet meer.”
De ambtenaar wiens naam onder het besluit van zeven kantjes staat, werkt inmiddels in Brunssum. Hij herinnert zich dat hij het besluit alleen „als mandaathouder” had ondertekend, maar dat een ander het stuk had opgesteld. Hij spit in zijn geheugen. „Ik denk dat ik weet wie het was, maar die leeft niet meer. Of het was een ander. De initialen moeten op het stuk staan.”
De vergunning die boer Piet Haenen heeft voor de bouw van grote varkensstallen in Sevenum (op nummer 9), blijkt toch niet te zijn ingetrokken.
Foto Chris Keulen
Die initialen ontbreken. Of wethouder Tegels zich er mee had bemoeid, weet de ambtenaar niet meer.
Lijntjes
Het raadsel is voor de buurt alleen maar groter geworden, net als het wantrouwen. Hoe moet je nou je eigen overheid nog vertrouwen, zegt Thea aan tafel met Ellis en Loes. Ze voelen zich platgedrukt tussen private en publieke belangen, tegen elkaar in werkende overheden en bestuurders die van rol verwisselen. Ze zien allerlei politieke lijntjes van de provincie naar de gemeente, in een regio waar boeren sowieso ruim baan krijgen en een gemeenteraad die overal buiten wordt gehouden.
Er is bovendien meer aan de hand op het gemeentehuis. Horst aan de Maas heeft in mei nog een onderzoek afgerond naar een ambtenaar die bij een grondtransactie oneerlijk zou zijn bevoordeeld door een ondernemer uit zijn portefeuille.
Intussen groeit de onrust in de dorpen. In lokale kranten en op buurtblogs wordt volop over de kwestie geschreven, gemeenteraadsleden eisen opheldering, op straat praten mensen erover.
Zo weet de schapenboer op leeftijd die z’n tractor tegenover de Kleefsedijk nummer 9 heeft geparkeerd, precies wat speelt wanneer NRC hem aanspreekt. Hij leunt over een krakend hek met uitzicht op een leegstaande schuur van boer Haenen.
Als een alwetende verteller in een western lepelt hij moeiteloos twintig jaar lokale besluitvormingsgeschiedenis op. Die nummerwisseling is „een raar verhaal”, besluit hij. De vrouwen hebben groot gelijk dat ze dit tot op de bodem uitzoeken. Hij wijst naar de schuur en de akkers met mais en prei ernaast. „Als je niet oppast, is het straks helemaal volgebouwd.”
Lees ook
Lees ook: Drie keer de goudprijs voor een gram minder stikstof – hoe duur het kan zijn om een varkensboer uit te kopen
De Amerikaanse acteur en artiest Malcolm-Jamal Warner, vooral bekend als Theo Huxtable uit The Cosby Show, is op 54-jarige leeftijd overleden. Dat melden internationale media maandag. Hij is zondagmiddag verdronken voor de kust van Costa Rica.
Warner werd rond 14.30 uur lokale tijd meegesleurd door een sterke stroming. Omstanders probeerden hem nog te redden, maar dat mocht niet baten. Hij werd hij ter plaatse doodverklaard door het Rode Kruis, aldus de Costa Ricaanse politie tegenover ABC News.
Warners leven in de showbusiness begon op zijn negende, met rollen in series als Fame. Zijn grote doorbraak kwam toen hij als tiener gecast werd als Theo, de zoon van de personages van Bill Cosby en Phylicia Rashad, in de geliefde sitcom The Cosby Show uit de jaren 80.
Teleurstelling
Jaren later, toen meer dan vijftig vrouwen melding deden van seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen ‘vader’ Bill Cosby, sprak Warner openlijk over zijn teleurstelling. Hij betreurde vooral het verlies van het maatschappelijke beeld dat de serie bood. The Cosby Show gold jarenlang als een toonbeeld van positieve representatie van zwarte gezinnen op televisie.
Na de serie bouwde Warner gestaag verder aan een succesvolle en veelzijdige carrière. Naast zijn werk als acteur was hij actief als muzikant. In 2015 won hij een Grammy Award voor ‘beste traditionele R&B-performance’ met het nummer Jesus Children.
Ook op televisie bleef Warner zichtbaar. Hij sprak de stem in voor meer dan veertig afleveringen van The Magic School Bus, speelde bijna honderd afleveringen lang in het ziekenhuisdrama The Resident, en had een hoofdrol in de komedieserie Malcolm & Eddie (1996–2000), waarin hij naast komiek Eddie Griffin te zien was.
In 2024 lanceerde hij samen met Candace Kelley en Weusi Baraka de podcast Not All Hood, waarin de diversiteit van ervaringen en identiteiten binnen de zwarte gemeenschap in de Verenigde Staten centraal staat.
Lees ook
Docu toont dat Bill Cosby vrij open was over zijn jarenlange seksueel misbruik
<dmt-util-bar article="4900891" data-paywall-belowarticle headline="Acteur Malcolm-Jamal Warner (54), bekend van The Cosby Show, overleden na verdrinking” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/07/21/acteur-malcolm-jamal-warner-54-bekend-van-the-cosby-show-overleden-na-verdrinking-a4900891″>
Salih El Saddy zat in de sportschool toen hij het appje kreeg waar hij al maanden op wachtte. Het was een zondag in april, El Saddy zou de dag erna weer als huisarts-in-opleiding op de psychiatrie meelopen. Zijn agenda was vol, zijn leven geordend. En nu kwam de vraag of hij over twee weken naar Gaza kon gaan.
Sinds 7 oktober 2023 keek El Saddy veel naar Al Jazeera, dat stond regelmatig aan op de tv. De beelden op zijn telefoon waren nog rauwer. Hij volgde het allemaal veel intensiever dan eerdere oorlogen. Deze oorlog was anders.
Zo had hij eind vorig jaar een filmpje van een verbrand Palestijns jongetje gezien dat, liggend op de intensive care, slaperig, vertelde over zijn parkiet. Er is niemand, dacht El Saddy toen, die nog opstaat. Niemand die iets doet. Elke dag gaat het zo door. Moest híj dan niet iets doen? Dus had hij een Australische hulporganisatie benaderd.
Zijn werk zei ‘ja’, zijn ouders ‘nee’, en hij besloot te gaan. Twee weken later liep hij een hel binnen die nog helser was, nog geruïneerder en op een gekke manier toch ook nog mooier dan hij had verwacht.
El Saddy (37) vertelt het half juli op de bank in Zevenhuizen, een dorpje bij Rotterdam. Hond Pavlov, een pittbul wiens speelse gretigheid niet verward moet worden met agressie, dartelt door de kamer. Good boy, zegt El Saddy als hij rustig op de grond gaat liggen. In zijn betegelde tuin staan twee olijfbomen. De olijfboom is een voor Palestijnen belangrijk symbool dat verbondenheid met de grond van hun voorouders symboliseert.
Ruim een maand is hij terug uit Gaza. Hij had in stilte willen gaan, maar wat hij zag móést door de rest van de wereld gezien worden. Op Instagram kreeg hij duizenden volgers en toen hij terugkwam op Schiphol, wachtten activisten hem op met bloemen en applaus. Hij kwam op tv, op de radio, tekende een contract voor een boek dat dit najaar moet verschijnen. Tijdens de tweede ‘rodelijn’-demonstratie op het Malieveld sprak hij 150.000 mensen toe.
Ondertussen genoot hij niet meer van zijn eten en van familie en vrienden. In feesten waar hij anders graag heen ging, had hij hélemaal geen zin meer. Hij had, zegt hij, even nodig om te landen. Om de gruwelijkheden die hij een maand lang dag in, dag uit om zich heen zag te verwerken. Om in te gaan zien dat als er dáár een genocide plaatsvindt, je híér alsnog de kleine dingen mag waarderen. Om te begrijpen ook dat hij zich hier machteloos en nutteloos kan voelen, maar dat hij dat niet is.
Arts Salih El Saddy, links met Palestinasjaal.
Foto’s Hedayatullah Amid
Botbreuken
El Saddy vluchtte als zevenjarige uit Irak, ging naar het vmbo, de havo en toen naar het vwo. Al die tijd wist hij: ik wil arts worden. Het idee dat mensen een acuut probleem hebben dat jíj kunt oplossen, duwde hem naar geneeskunde. Pas de laatste jaren zag hij in dat het een roeping was. Hij werkte in ziekenhuizen, deed onderzoeken en rondde een opleiding tot orthopedisch chirurg net niet af – zeventig uur per week in het ziekenhuis, er niet bij zijn als je kind een voetbalwedstrijd heeft, nee, liever niet. Om geld te verdienen naast zijn huisartsenopleiding ging hij als cosmetisch arts werken. Ook belangrijk, vindt hij: je werkt er met je handen aan de problemen van anderen.
Als hij half april weet dat hij naar Gaza gaat, begint El Saddy scenario’s uit te denken. Welke ingrepen gaat hij daar waarschijnlijk doen? Hoe doe je die ook alweer? Wat is er voor nodig? En wat als dat er niet is? Kan hij behalve een plan b dan ook een plan c of plan d hebben? Eigenlijk, denkt hij, is dat gewoon wat je in Nederland tijdens je studie leert.
Maar hij weet ook dat in Gaza alles anders zal zijn. De botbreuken daar zullen van een andere orde zijn dan die in Nederland. Dat zijn vaak ‘mooie breuken’ waarbij de huid nog intact is. Je zet er een snee in, plaatst een plaat of een pen en sluit de wond weer. Of je zet er gips omheen.
In Gaza zijn er, weet hij, vooral ‘explosieve verwondingen’: de huid ligt, voor zover die er nog is, open en de wond is vervuild. Die breuken kun je niet met een plaat repareren en sluiten. Gips zou tot infecties leiden. In Gaza, zag hij op filmpjes, wordt daarom vaak een fixateur externe gebruikt: een apparaat dat je op het lichaam met pennetjes vastzet, zodat de breuk niet kan bewegen. Maar wat als die er niet zijn? Zo ratelt zijn hoofd langs alle mogelijke problemen en oplossingen.
Als hij eind april in Gaza arriveert, blijkt alles twee of drie keer erger dan wat hij uit Nederland kende.
Gewonden van een Israëlische luchtaanval krijgen behandeling op de grond in het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza Stad op 12 juli.
Foto Jihad Al-Sharafi/AP
Op zijn Instagram-pagina is de wending in zijn leven te volgen. Eerst staan er louter foto’s van opgevulde lippen, kaken en jukbeenderen. Dan een bericht dat hij even afwezig is. En dan foto’s en filmpjes met veel bloed, huilende kinderen en puin.
Dat zijn niet de gruwelijkste foto’s. Hij pakt z’n telefoon. Foto één: een totaal verbrijzelde onderarm waar alleen nog wat pezen en spieren aan elkaar hangen, met daaromheen wat stukjes huid. En de restanten van een hand. Foto twee: ook een grotendeels verbrijzelde arm, met een groot risico op necrose – de cellen sterven dan af. Andere dokters wilden de arm direct amputeren, El Saddy besloot toch te opereren. Laatst appte de vrouw: de arm herstelt goed.
Zo gaat het een maand lang, elk uur van de dag. Er komt geen einde aan. Hij schrikt van het soort letsel dat binnen komt, en van wie dat letsel hebben. Zoveel vrouwen, zoveel kinderen. Het pijnlijkste vindt hij de kinderen die net wees geworden zijn en op zijn operatietafel vechten om te kunnen leven in, ja, wat eigenlijk – een openluchtgevangenis? De hel op aarde?
Operatielijst
Aan alles, zegt El Saddy, is gebrek. Er zijn te weinig operatiemiddelen. Er is amper tijd om mensen te opereren, want nieuwe patiënten komen met golven binnen, na elk bombardement stromen ze toe. Je kunt geen weerstand bieden tegen de patiëntenstroom, je kunt het niet tegenhouden, je kunt alleen maar ontvangen. Elke keer weer wordt de operatielijst ingehaald door de snelheid waarmee Israëlische bommen Palestijnse huizen platbombarderen. De ziekenhuisgang ligt vol met wachtende patiënten en familieleden die zakjes bloed vasthouden. Niet zelden sterven ze daar.
In een maand doet hij 200 à 220 operaties, schat hij. Zes per dag – ontiegelijk veel. Soms, als een patiënt op zijn tafel overlijdt of er weer een zwaargewond weeskind is binnengebracht, pakt hij even vijf minuten, gaat in een lege ruimte staan, probeert zich te bezinnen. En zegt dan tegen zichzelf: Salih, ga terug. De knop moet weer om. Mensen hebben je nodig. Dit kan later ook wel. En dan gáát hij weer terug.
In een operatiekamer met haperende stroom in het Al-Shifa-ziekenhuis behandelt medisch personeel op 4 juli een slachtoffer van een Israëlische aanval.
Foto Jehad Alshrafi/AP
De hoofdgebouwen van het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-stad zijn grotendeels verwoest na Israëlische aanvallen.
Foto Jehad Alshrafi/AP
El Saddy werkt vooral in het Al-Shifa-ziekenhuis, in Gaza-stad in het noorden van Gaza. Voor deze oorlog was dat het grootste ziekenhuis van Gaza. Maar na meerdere Israëlische bombardementen en belegeringen – elk met honderden doden – resteren nog maar een paar bruikbare gebouwtjes. Israël claimt dat zich onder het ziekenhuis een commandocentrum bevindt van de Palestijnse terreurgroep Hamas. Internationale hulporganisaties en ook El Saddy hebben daar nooit bewijs van gezien. Van Hamas merkte hij in zijn maand daar überhaupt niks, zegt hij. Van de 36 ziekenhuizen in Gaza is volgens de Verenigde Naties ongeveer de helft nog (gedeeltelijk) in bedrijf, vrijwel allemaal zijn ze gehavend door de oorlog.
Om hem heen is overal verwoesting. Hele steden zijn verdwenen. Soms ziet hij Israëlische bulldozers alles met de grond gelijk maken, soms zijn het bommen. En altijd, de hele dag en nacht door, zoemen er drones boven Gaza. Gek wordt hij van het geluid. Toen hij Gaza binnenkwam was hij er al voor gewaarschuwd: ga op straat geen uit Nederland meegenomen snoep uitdelen aan kinderen, want dan zien die drones een grote beweging van mensen en beginnen ze te schieten. Hij deelde daarom alleen snoep uit in het ziekenhuis.
In het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-stad arriveert een man met zijn kleinzoon, die gewond raakte bij een Israëlische luchtaanval.
Foto Jehad Alshrafi/AP
Veerkracht
Maar nu komt het: die maand in de hel was de mooiste maand van zijn leven. Dat wist hij al toen hij er was, en daar is hij nu nog meer van overtuigd, nu hij gehoord wordt in het debat, gezinnen financieel steunt en via hulporganisaties water en andere goederen naar tentenkampen kan sturen. Hij heeft niet langer het gevoel machteloos te zijn. Hij dóét iets.
In Gaza voelt hij zich verbonden met zijn patiënten. Als hij een opa ziet liggen, ziet hij zijn eigen opa. Ziet hij een vrouw van een jaar of 55, dan ziet hij zijn moeder staan. En bij een jongetje van zeven denkt hij: dat had ik kunnen zijn. De Palestijnen, ziet hij, hebben een enorme veerkracht. Ze gaan dóór, dus gaat hij ook door, ook als hij bijna flauwvalt van vermoeidheid en van het gebrek aan eten – in een maand valt hij zeven kilo af.
Als hij een opa ziet liggen, ziet hij zijn eigen opa
Hij straalt als hij vertelt over de nacht waarin de huizen rondom zijn safehouse worden gebombardeerd. Hij weet dat elke bom die valt ook op hem kan vallen. Hij weet dat hij kan sterven. Dat wist hij vooraf en hij weet het elke dag dat hij in Gaza is. En áls hij sterft, dan is dat ook goed. Alles, gelooft hij, is voorbestemd door God. Daarom moest hij die opleiding tot orthopeed net niet afronden. Moest hij vervolgens als cosmetisch arts het geld gaan verdienen waarmee hij mensen kan helpen. Moet hij hier zijn.
Luisterend naar de bommen voelt hij een rust over zich heen komen die hij ook in de operatiekamers voelt en die hij weken later ook zal voelen vlak voordat hij op het Malieveld 150.000 mensen moet toespreken. Hij is niet bang meer. Omringd door de dood voelt El Saddy dat hij leeft.
In het mortuarium van het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-stad rouwen Palestijnen om een kind dat werd gedood bij een Israëlische aanval.