Docu ‘Alreadymade’ ontrafelt alle mythes over de pisbak van Duchamp

Wie was de geheimzinnige barones Elsa von Freytag-Loringhoven (1874-1923), die een paar jaar geleden opeens werd genoemd als het creatieve brein achter ‘de pisbak van Duchamp’? Het op zijn kant gedraaide urinoir dat al honderd jaar wordt bekeken, besnuffeld, besproken en betwist als het beginpunt van de conceptuele kunst?

Filmmaker en kunstenaar Barbara Visser bracht haar in een wervelend documentair detectiveverhaal tot leven met filmrestauraties en artificiële intelligentie. Maar het echte genie van Vissers film Alreadymade schuilt in z’n montage. De film is met z’n duizelingwekkende collage van bestaande media en nieuw gemaakte beelden en het koor van experts en hun elkaar tegensprekende meningen zelf een readymade à la Duchamps urinoir, een kunstwerk dat uit gevonden voorwerpen bestaat. Ze laat ons zien dat niet het kunstwerk zelf, maar het gesteggel eromheen heeft bepaald hoe we anno nu naar kunst en film kijken.

Wandelend dada-kunstwerk

De tijd dat kunstenaar, dichter, schildersmodel en socialite avant la lettre Von Freytag-Loringhoven leefde was het hoogtepunt van het modernisme. De ene na de andere nieuwe kunststroming ontsprong op de puinhopen van de negentiende eeuw en de Eerste Wereldoorlog: dada, surrealisme, kubisme en de conceptuele kunst, waarbij het idee belangrijker werd dan de technische uitvoering of de esthetische betekenis. Het waren ook de jaren waarin het nieuwe massamedium film zich als kunstvorm begon te ontwikkelen.

Ze werd wel een wandelend dada-kunstwerk genoemd. Niet alleen haar kunstwerken en gedichten speelden leentjebuur bij die kunststroming van gevonden voorwerpen en collages. Von Freytag-Loringhoven wandelde rond in zelfgemaakte outfits van voorwerpen die ze op straat had gevonden: blikjes en gordijnringen, leeggelopen banden en achterlichten. Ze decoreerde haar hoofddeksels met verlepte groenten. Ze was een crossdresser die meer dan de grenzen van gender opzocht. Haar hele levensstijl was gericht op het verwerpen van de burgerlijke levensstijl waar ook dada zich tegen verzette. En ze had een mysterieuze of ingebeelde liefdesrelatie met ‘Marcel Dushit’, zoals ze hem in haar gedichten noemde.

En nu komen we er honderd jaar na dato achter dat zij een van vele vrouwen was die aan de basis stonden van al die stormachtige ontwikkelingen in de kunsten aan het begin van de twintigste eeuw. De geschiedenis heeft ze later tot muzes of echtgenotes gereduceerd. In de filmgeschiedenis kunnen we bijvoorbeeld niet meer om Alice Guy-Blaché (1873-1968) heen: de eerste studiobaas en de eerste die een lange speelfilm maakte. Het verhaal van Von Freytag-Loringhoven is zowel uniek als exemplarisch. De manier waarop we naar kunst en film kijken is nog steeds een geschiedenis van mannen over mannen voor mannen, ondanks feministische golven, begrippen als fe/male gaze en #MeToo.

In Alreadymade toont Visser echter nog heel veel meer. De film onderzoekt ook de grote vragen over kunst en werkelijkheid die het modernisme heeft voortgebracht: wat is auteurschap, wat is een origineel en wat is een reproductie, waar komt de populistische haat tegen kunst vandaan en hoe kan het dat de mythe van Marcel Duchamp als godfather van de readymade zo immuun is voor kritiek? Visser laat zien dat de patriarchale machtsstructuren van de film- en kunstwereld een groot deel van het antwoord zijn.

Door de kwestie van het auteurschap te tackelen zegt Visser iets essentieels over de romantische hang naar originaliteit en authenticiteit in de kunst. Filosoof Walter Benjamin noemde dat in zijn nog steeds toonaangevende essay ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid’ (1935) het ‘aura’. Van het urinoir bestaan talloze kopieën en reproducties. Het leeft voort in nieuwe collages en memes.

De toekomst vervalsen

Daarmee is de film een officieus vervolg op Orson Welles’ F for Fake (1973) over kunstvervalsers. Opgezet als een ‘origin story’, een spannende ‘whydunnit’ en een zoektocht naar de laatste snippers informatie over Loringhovens leven neemt Visser ons uiteindelijk mee naar een speculatieve toekomst. Dankzij de restauratie van de kortfilm A Philistine in Bohemia (1920) laat ze de enige bekende historische bewegende beelden van Loringhoven zien. Glashelder. Alsof ze gisteren gedraaid zijn. Door het gebruik van motion capture-technieken, 3D- en AI-reconstructies voegt ze daar nieuwe beelden aan toe. Ze laat zien dat door AI gegenereerde beelden de toekomst kunnen vervalsen, maar ook ontbrekende of weggewiste archieven ontsluiten.

Dat is een eeuw na de introductie van de readymade een complexe, maar ook een uitdagende kwestie. Kunnen we de geschiedenis op die manier completeren of herzien? Is een AI-beeld ook een readymade, een collage? Alreadymade suggereert van wel. We staan weer op een even belangrijke breuklijn als toen.

https://www.youtube.com/watch?v=1vNW7O0eQGY