Op zijn Instagram-pagina Nederlandselftalfitpics becommentarieert Simon Dopper in straattaal de outfits van (oud-)voetballers van het Nederlands elftal. Memphis Depay, sterspeler van het huidige Oranje, zwaait hij lof toe voor zijn blauwe blazer en beige baret: „Memphis pulling up met de dodelijk gevaarlijke coltrui-double breasted-baret-combinatie looking like Klaas Bruinsma just joined the Black Panthers, ready to take down your zakelijk imperium.”
De volledig zandkleurige outfit van Dirk Kuyt bevalt Dopper een stuk minder. Hij noemt de vroegere spits van Feyenoord de „auteur van 50 Shades of Beige”. En ook: „een herenmode-psychopaat die niet stopt tot alle kleur in de wereld loesoe is”, omdat zelfs de pochet van Kuyt grijsbruin is.
Dopper (32) haalde een masterdiploma mediastudies en zegt te beschikken over „een instinct en fascinatie voor popcultuur”. Voor Vice, een tijdschrift voor jongvolwassenen, schreef hij over muziek. Daarna werkte hij bij de hiphop-platenlabels Top Notch en Noah’s Ark, als copywriter en als projectmanager van artiesten als S10 en Hef. Sinds kort is hij freelance journalist en schrijver.
De inspiratie voor zijn in maart gelanceerde Instagram-pagina ontleende Dopper aan de Amerikaanse late-night talkshow Desus & Mero. De gastheren, Desus Nice en The Kid Mero, becommentariëren in hun programma op humoristische wijze de popcultuur van de Verenigde Staten.
Deze publicatie is zijn coming-out als instagrammer. Naar de identiteit van de man of vrouw achter Nederlandselftalfitpics werd al gegist. Iemand suggereerde zelfs dat een profvoetballer er achter zou zitten, vertelt Dopper met een lach.
Nederlandselftalfitpics kreeg in korte tijd 4.000 volgers. Vooral de commentaren op minder kundige outfits scoren goed. Maar de spelers prijzen die zich wel smaakvol kleden vindt hij minstens zo belangrijk. Dopper: „De stijl van voetballers fascineert me omdat in die groep de verschillen tussen goede en minder goede smaak zo worden uitvergroot.”
10 Tyrell Malacia (24)
Nederland, Manchester United
Simon Dopper: „Na Memphis is Tyrell Malacia de best geklede mannelijke Nederlandse international. Zeker sinds hij vorig jaar Feyenoord verruilde voor Manchester United. Zijn gevoel voor stijl is met die transfer de stratosfeer ingegaan. Hij durft nu veel meer.
„Bij het Nederlands elftal arriveerde Malacia laatst als een ontvlambare dementor, zo’n capuchon-dragend Harry Potter-wezen. Hij had zijn outfit verfrissend afgestyled met witte Dr. Martens-boots. Alsof hij een tandarts is die van ska-muziek houdt. Ook meldde hij zich eens helemaal in het paars.
„De jongens van kleur kleden zich op dit moment het beste bij Oranje. Matthijs de Ligt, Daley Blind en Andries Noppert zijn toch meer van een vale spijkerbroek en een capuchon-truitje.”
9 Megan Rapinoe (38)
VS, OL Reign
„De Amerikaanse international Megan Rapinoe is niet bang om zich uit te spreken. Haar statements worden soms als controversieel opgevat, maar welbeschouwd zijn het basisprogressieve idealen. Ze steunt bijvoorbeeld openlijk Black Lives Matter en is anti-Trump.
„Met haar outfits schakelt ze moeiteloos tussen sportief en elegant, waarbij ze soms op een vanzelfsprekende manier ruimte laat voor politieke statements, bijvoorbeeld met T-shirts met teksten die de lhbti+-beweging steunen. Ze heeft een passie voor sneakers en de streetwear van Virgil Abloh, de jong overleden mannenmode-ontwerper van Louis Vuitton, en draagt op de rode loper bijzondere creaties. Wat ik leuk vind is als haar roze-rode haar matcht met bijvoorbeeld een mohair cardigan van het Italiaanse merk Marni.”
8 Timothy Weah (23)
VS, Juventus
„Timothy Weah is de zoon van George Weah, de huidige president van Liberia en oud-voetballer; de eerste Afrikaanse voetballer die door de wereldvoetbalbond Fifa werd uitgeroepen tot speler van het jaar. Ik vind dat je kunt zien dat Timothy geboren is in New York, een stad met een bruisende hiphopcultuur. Hij heeft gevoel voor zowel nostalgische als futuristische esthetiek binnen een sportieve context. Al switcht hij voor een photoshoot voor het tijdschrift Esquire even makkelijk naar een perfect oversized krijtstreeppak.
„Hoe het kan dat voetballers zich zo modieus kleden? Ze verdienen zoveel geld dat ze in een Louis Vuitton-winkel zomaar 20.000 euro kunnen uitgeven. Sommigen hebben zelfs een stylist in dienst. Maakt natuurlijk wel verschil of je bij RKC Waalwijk speelt of bij Paris Saint-Germain.”
7 Shanice van de Sanden (30)
Nederland, Liverpool
„Waar Memphis op modegebied de eer hoog houdt namens het mannenelftal doet Shanice dat bij de vrouwen. Ze kleedt zich als een ster-atleet, maakt feilloos combinaties met gevoel voor balans en proporties, en is een meester in de uitvoering van het baggy, oversized silhouet. Zoals meer profvoetballers draagt ze soms bucket hats van Burberry, Prada en Gucci. Die vissershoedjes staan haar even goed als ze Liam Gallagher van de Britse band Oasis in zijn beste dagen stonden.
„Shanice van de Sanden kleedt zich beter dan veel mannelijke internationals. Het vrouwenvoetbal heeft de laatste jaren sowieso een professionaliseringsslag gemaakt. Shanice speelt bij Liverpool. Andere Nederlandse vrouwen voetballen bij clubs als Arsenal en Paris Saint-Germain.”
6 Serge Gnabry (28)
Duitsland, Bayern München
„Net als voor vele anderen is de Amerikaanse rapper A$AP Rocky voor de Duitse voetballer Serge Gnabry een inspiratiebron. Gnabry wekt met zijn stijl de indruk dat hij zijn uitmonstering serieus neemt, maar niet té serieus. En dat is precies de sweet spot waar je wat mij betreft moet zitten. Hij combineert high-fashion en streetwear-elementen op een speelsere manier dan gemiddeld, met wat meer experimentele of feminiene accenten in pasvorm en accessoires. Bijvoorbeeld door het dragen van interessante kettingen of een sjaal om zijn hoofd.
„Een eervolle vermelding verdient zijn teamgenoot Leroy Sané. Die heeft het nonchalant dragen van een baggy silhouet echt tot een kunst verheven. Daar kunnen heel wat voetballers een voorbeeld aan nemen.”
5 Memphis Depay (29)
Nederland, Atletico Madrid
„Van de huidige generatie Nederlandse voetballers is Memphis het meest modebewust. Hij kleedt zich flamboyant en zelfverzekerd, zonder dat het plat wordt. Dankzij hem is de aankomst van de internationals bij het spelershotel, vroeger in Noordwijk en nu in Zeist, de belangrijkste catwalk voor voetballers geworden. Arriveerden spelers daar vroeger in casual outfit of sportkleding, in navolging van Memphis zijn veel jongens dat gaan zien als een moment om uit te pakken.
„Een paar jaar geleden ontstond een mediastorm, met Johan Derksen voorop, toen Memphis in Noordwijk verscheen met een Zorro-eske hoed. ‘Waarom doet die jongen niet normaal’, klonk het toen in koor. In mijn beleving had die kritiek een racistische ondertoon. Bij spelers van kleur wordt uitgesproken gedrag eerder veroordeeld. Ze moeten ‘normaal’ doen.”
4 Andrea Pirlo (44)
Italië, trainer Sampdoria
„Elke foto van oud-voetballer Andrea Pirlo kan fungeren als cover van een brochure hoe je Italiaans staatsburger kunt worden; hij is een wandelende reclame voor het Italiaanse levensgevoel.
„Pirlo is van een andere generatie dan de hedendaagse profvoetballers in deze top tien. Hij vertegenwoordigt een tijdloos modegevoel, in plaats van een modegevoel dat verandert met de tijd. Zijn kledingstijl lijkt op de manier waarop hij voetbalde: sierlijk en verfijnd, perfect uitgevoerde nonchalance, wat ze Italië sprezzatura noemen.
„Ik zag eens een foto van Pirlo met een glas wijn op een landgoed, de benen gekruist, met loafers aan zijn voeten, zonder sokken uiteraard. Toen dacht ik: je oogt als een biologische wijnboer. Later ontdekte ik dat hij echt een wijngaard bezit en natuurwijn maakt. Haha.”
3 David Alaba (31)
Oostenrijk, Real Madrid
„David Alaba verdient een auditie om de James Bond-franchise van Daniel Craig over te nemen. Hij weet feilloos de balans te vinden tussen casual en elegant. Iets wat de gemiddelde Nederlandse accountmanager al denkt te bereiken door een elastische skinny jeans te combineren met een jasje en witte sneakers.
„De uitlopende broek op deze foto valt perfect op zijn laarsjes, nonchalant afgekleed met een witte tanktop onder zijn jasje. Een heel jaren-zeventigsilhouet, alsof hij klaar is voor een hoofdrol in Miami Vice.
„Vaak zie je voetballers die denken dat ze er zijn als ze grote merken combineren. Gucci met Dior én Louis Vuitton. Dan kijk ik liever naar Davy Klaassen en Daley Blind, spelers zonder modegevoel, die zich casual kleden alsof ze schooljongens zijn. Dat is in elk geval oprecht.”
2 Jules Koundé (24)
Frankrijk, Barcelona
„Jules Koundé, centrale verdediger bij Barcelona, kleedt zich als een smaakvolle superster zonder uit de bocht te vliegen. Bijvoorbeeld met imponerende loafers, originele hoofddeksels en kleurrijke patchwork jeans van het merk Kapital. Zijn stijl echoot verschillende tijdperken. Hij weet bijvoorbeeld Prada te dragen zoals het merk ooit bedoeld was: op een understated en elegante manier.
„In tegenstelling tot de meeste voetballers slaagt hij er zelfs in overtuigend weg te komen met een zogeheten Canadian tuxedo: een full denim outfit, iets wat voorheen was weggelegd voor Britney Spears en Justin Timberlake.
„Op de foto zien we een Parijse interpretatie van Volendamse klederdracht, in combinatie met een vol bravoure gedragen shirt vol avondvierdaagse medaille. Jules Koundé kleedt zich altijd smaakvol en verfijnd.”
1 Héctor Bellerín (28)
Spanje, Betis Sevilla
„Het hoogst haalbare wat je als goedgeklede profvoetballer kunt bereiken is dat je niet direct herkenbaar bent als een profvoetballer. Héctor Bellerín kan ook doorgaan voor een aspirant-student aan de Gerrit Rietveld-academie. Of als een high-fashion figurant in de Spaanstalige interpretatie van de Canadese mockumentary Trailer Park Boys. Dat is een serie waarin het wemelt van de jongens met matjes, snorretjes en flamboyante bowlingshirts.
„Als posterboy van de modegevoelige voetballers heeft Bellerín als model meegelopen in een van Virgil Abloh’s Louis Vuitton-shows. Maar hij toont ook interesse in meer verfijnde labels als Raf Simons, Dries Van Noten en Maison Margiela.
„Wat goed is aan Bellerín, is dat hij een veelzijdige stijl heeft en artistieke uitstraling toevoegt aan zijn kleding. Daardoor weet hij zich te onderscheiden van het gros van de voetballers waarvan je vaak meteen kan zien: ‘Hé, Louis Vuitton-trui.’ Bellerín doseert klassieke designerlogo’s over het algemeen met beleid. Hij laat ze terugkomen in accessoires, in plaats van over de gehele outfit. Net als Shanice van de Sanden draagt hij bijvoorbeeld zo’n vissershoedje van Prada.”
Bij ‘Red, Red, Wine’ van reggaeband UB40 wordt er liefdevol heen en weer geswingd, honderden peacetekens in de lucht. Nog geen uur later wordt er een hele andere energie losgelaten: drie moshpits openen zich bij de opzwepende happy hardcore van Joost. Het gebeurt allemaal tijdens Paaspop in Schijndel, dat voor drie dagen is omgetoverd tot het ‘Las Vegas’ van Brabant. Het kermisachtige decor ademt een veelzijdige wereld, waarin geen stijl te gek is.
Traditiegetrouw opent Paaspop het buitenfestivalseizoen voor zo’n 35 duizend bezoekers per dag: divers en groots. In de line-up voert Nederlandse pop wel de boventoon: Roxy Dekker, Flemming, Goldband en Claude trekken een jong Gen Z-publiek. Voor de bandliefhebbers staan onder meer Kensington en Son Mieux op het hoofdpodium. Maar er is ook ruimte voor opkomende artiesten en voor enkele grote internationale acts, zoals danceband Faithless en dj-duo Bicep. En ieder optreden heeft een eigen sfeer, die niet alleen door de muziek wordt bepaald, maar ook door de manier waarop het publiek danst.
The Giant
De populaire YouTubers en popgroep Bankzitters hebben de eer vrijdagmiddag het mainstage te openen. Een bijzondere primeur: dit is het eerste optreden in ‘The Giant’, de grootste festivaltent ter wereld. Onder de reusachtige, terracottakleurige zeilen is plaats voor 21 duizend bezoekers – meer dan in de Ziggo Dome. De jonge, meezingende bezoekers vullen de tent nog niet helemaal bij het eerste optreden, vroeg op de eerste middag. En ook de meervoudige Zweedse Songfestivalwinnares Loreen (2012, 2023) Loreen lukt het later op de vrijdagmiddag niet om de enorme tent vol te laten ogen.
Kensington bewijst op zaterdag dat The Giant wel degelijk vol kán. Een lange rij vormt zich buiten de tent, iedereen lijkt nieuwsgierig naar Jason Dowd, de nieuwe Amerikaanse zanger van de band. „How do you like your first Dutch festival ever?” vraagt gitarist Casper Starreveld aan het nieuwste bandlid. Dowd oogt overdonderd, maar zingt alsof hij nooit anders heeft gedaan, in de herkenbare Kensingtonsound. En dat valt in de smaak bij het publiek, dat met armen in de lucht meezingt.
Van carnaval tot rock
Naast alle grote namen wordt er in elke tent op het festival een ander feestje gevierd. Zo worden er carnavalskrakers gespeeld voor het grotendeels Brabantse publiek dat naar Paaspop komt, dat zonder aarzeling in polonaise door de zaal trekt. Een carnavalspolitieauto van artiest Lamme Frans wordt geveild voor het goede doel.
Voor de liefhebbers van stevige rock-, metal- en punkmuziek is er genoeg te halen in de Thunderbolt: daar heersen ruige gitaren en wordt er, uiteraard, geheadbangd. De Ierse Bambie Thug, die pop, rock en metal bundelt, zet een explosieve show neer waarbij het springende publiek wordt natgespoten met waterpistolen. Aan het eind roept die nog een politieke boodschap: ‘Free Palestine’ – een statement dat op luid gejuich kan rekenen.
De Nederlandse hiphop is rijk vertegenwoordigd op Paaspop. Namen als Ronnie Flex, Frenna, Lil Kleine, Shirak, Sef, Broederliefde en Bizzey brengen hun publiek in beweging. Fanatiek meerappende jongeren springen op de beat, terwijl ze met hun telefoon zoveel mogelijk beeldmateriaal proberen te vangen. Ook de Britse hiphopartiest Dizzee Rascal zet een show neer waar enthousiast op wordt gereageerd, ook weer met een flinke moshpit.
Festivalgangers op Paaspop in het Brabantse Schijndel. Foto ANP / Simon Lenskens Roxy Dekker tijdens een optreden op de eerste dag van Paaspop in het Brabantse Schijndel. Foto ANP / Simon Lenskens Flemming op de eerste dag van Paaspop in het Brabantse Schijndel. Foto ANP / Simon Lenskens Ronnie Flex tijdens een optreden op de eerste dag van Paaspop.
Foto ANP / Simon Lenskens
Festivalgangers op de eerste dag van Paaspop in het Brabantse Schijndel.
Foto ANP / Simon Lenskens
Tributebands
Bijzonder aan Paaspop is het grote aantal tributebands. Geen Metallica, maar Meatalicca, en geen AC/DC maar ACinDC. En ook bij Queen Must Go On en ABBA Revival waant het publiek zich even terug in een andere, nostalgische tijd.
Maar niet in elke tent wordt gedanst. In de ‘Theatre’ laten bekende cabaretiers, onder wie Peter Pannekoek en Rob Scheepers, het publiek lachen, en niet onbelangrijk, even zitten. Want wie naar Paaspop komt, loopt ongetwijfeld tientallen kilometers op een dag. In combinatie met het dansen maakt dat het tot het een intensief en rijk festivalweekend. Het blijft een Brabants feestje, maar wel één dat zich uitstrekt over alle genres.
Het was een deemoedige Mark Rutte, die vier jaar geleden in Nieuwsuur met „radicale ideeën” kwam voor de politiek. Er werden te weinig grote maatschappelijke debatten gevoerd, zei hij: het was tijd dat ook de middenpartijen weer met elkaar gingen botsen. Bovendien moest er een nieuwe bestuurscultuur komen, met meer transparantie en oog voor de menselijke maat. Zo konden burgers weer vertrouwen krijgen in de politiek.
Hoewel ik sceptisch was over Ruttes plannen, die duidelijk bedoeld waren om zijn eigen positie te redden, geloofde ik destijds wel dat er verandering in de lucht hing. De politieke onvrede was zó groot, de schrik zat er zo in, er moest wel iets gebeuren.
Vier jaar later is er weinig over van die hoop. We zitten met een schizofreen kabinet, zowel qua ideologie als qua bestuurscultuur. De partijen botsen inderdaad, zoals Rutte wilde, maar dan achter de schermen. Van een maatschappelijk debat is het nog niet gekomen. Inhoudelijk is de coalitie zo incoherent dat het moeilijk is ermee in discussie te gaan. Het kabinet is als een disfunctioneel gezin, waarin de ene ouder een laissez-faire-opvoeding nastreeft terwijl de andere zweert bij de corrigerende tik.
De ideologische schizofrenie van dit kabinet bleek deze week bij de bekendmaking van de Voorjaarsnota. De sociale huren worden bevroren, de huurtoeslag wordt verhoogd, maar de huren in de vrije sector mogen juist stijgen. Wat voor idee zit daar achter? Het antwoord: geen enkel idee. Het is een uitruil tussen een liberale en een populistische partij, met als slachtoffers (aspirant-)huurders buiten de sociale sector. Die gaan meer betalen, of maken nog minder kans op een woning – door de plotselinge bevriezing van de huren, die al in juli ingaat, kunnen de woningcorporaties naar eigen zeggen minder huizen bouwen.
Hier zie je een onderbelicht probleem van regeren met de PVV: die partij is niet alleen antidemocratisch, maar ook anti-ideologisch. Haar programma bestaat uit bijeengeraapte standpunten die goed vallen bij de achterban, maar bevat geen overkoepelend idee over waar het heen moet met het land en hoe dat moet worden betaald. Onderhandelt zo’n partij met een economisch rechtse partij als de VVD, dan leidt dat, zoals we zien, tot een vreemde combinatie van begrotingsdiscipline en nivellering. Het ontlokte Marianne Zwagerman in haar Telegraaf-column de vertwijfelde uitroep: „Hoeveel linkser gaat dit ‘rechtse’ kabinet nog worden?”
Naast de ideologische is er nog de bestuurlijke schizofrenie. Terwijl NSC in haar hoekje van het kabinet zit te knutselen aan bestuurlijke vernieuwing, ondermijnt PVV-minister Faber in een ander hoekje de rechtsstaat. Dat laatste lijkt NSC niet het eigen probleem te vinden. „Wij dieselen goed door”, zei Nicolien van Vroonhoven stralend tijdens het ‘lintjesdebat’ twee weken geleden. „Wij zijn dus echt op dreef.” En inderdaad, NSC-minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken) werkt vlijtig aan een Constitutioneel Hof, een nieuw kiesstelsel en een wet die de onafhankelijkheid van inspecties moet vastleggen. Zo lang wij schaven en timmeren aan de rechtsstaat kan er niets gebeuren, lijken ze bij NSC te denken.
Maar goed bestuur is méér dan bestuurlijke hervorming. Het gaat ook (of zelfs vooral) om het maken van goede wetten en het openstaan voor kritiek erop. In plaats daarvan gaf Marjolein Faber al bij voorbaat aan niks te zullen doen met het Raad van State-advies over haar asielwetten. Het algemeen belang interesseert haar niet, alleen het PVV-belang. (Waarbij ik moet benadrukken dat het PVV-belang iets anders is dan het belang van PVV-kiezers. Het is in het belang van PVV-kiezers dat er asielwetten komen die werken, in plaats van asielwetten die de problemen verergeren.)
Goed bestuur gaat daarnaast om betrouwbaarheid en langetermijndenken. Dit kabinet is geen betrouwbare partner voor bijvoorbeeld gemeenten en woningcorporaties, die in onzekerheid leven – rondom de spreidingswet, of worden verrast – met de huurbevriezing. Het ontwikkelt geen langetermijnplan voor zo’n groot probleem als stikstof, waardoor de boeren nog steeds in onzekerheid zitten. Het weet nog steeds niet of slachthuizen, kassen en distributiecentra juist wel of juist niet een aanwinst zijn voor onze economie. Het gaat daar ook niet uitkomen, wat deze jaren tot verspilde tijd maakt.
Vier jaar na de „radicale plannen” voor politieke vernieuwing zitten we met een suf en indolent kabinet. Het presenteert zich graag als vernieuwend en baanbrekend (hoop, lef en trots!), maar is feitelijk het tegenovergestelde. Het is van alles tegelijk (links en rechts, voor en tegen de rechtsstaat), en daardoor ook veel niet. Wat het vooral doet is samen de tijd doden totdat de peilingen beter worden. Ik kan ze vertellen: dat gaat op deze manier niet gebeuren.
Hij maakt wat los, die fietshelm. Nadat verkeersminister Barry Madlener (PVV) afgelopen woensdag een campagne startte voor het opzetten van hoofdscherming bij het fietsen, barstte er zowaar iets van een nationaal debat los over nut en noodzaak van de helm. „Zet ‘m op”, klinkt het ineens in Nederland, van oudsher toch niet echt een fietshelm-vriendelijk land.
De oproep van Madlener, ondersteund door onder meer artsen, raakt blijkbaar cultureel een snaar. Wij kregen na een lezersoproep vele tientallen ingezonden reacties en nog veel meer op sociale media, waarvan hieronder slechts een klein deel staat. Eerlijk gezegd lijkt het niet alsof Madlener met zijn campagne direct een omslag heeft geforceerd. ‘Fietsprofessor’ Marco Te Brömmelstroet schreef eerder deze week in NRC dat de fietshelm eigenlijk afleidt van het échte probleem: dalende verkeersveiligheid door verkeerd beleid dat de auto en andere gevaarlijke vervoersmiddelen blijft voortrekken boven fietsers en voetgangers. „Na de Watersnoodramp ging Nederland niet over tot het uitdelen van zwemvesten, maar zette alles op alles om de strijd met het water te winnen,” schreef hij.
Pak het systeem aan in plaats van dat individuen worden opgezadeld met het kopen en dragen van een helm, klonk het ook veel in onze mailbox. Maar het is duidelijk een splijtzwam. Want wat als helmdragen nou letsel scheelt, als het slachtoffers voorkomt: is de helm dan echt iets anders dan een autogordel? Als je iets met zijn allen doet, wordt het óók een systeem-oplossing, toch? Hoe dan ook maakt zo’n ogenschijnlijk kleine verandering grote gevoelens los: wie de fietscultuur wil veranderen, wil de Nederlander veranderen – en dat is niet makkelijk, blijkt weer.