Bij Mogwai geldt gelukkig weer code rood
‘I Love You, I’m Going to Blow Up Your School.’
‘Kids Will Be Skeletons.’
‘Oh. How the Dogs Stack Up.’
Dit zijn geen geheime boodschappen van criminelen die communiceren in versleutelde codetaal. Het zijn iconische songtitels van de Schotse postrockpioniers Mogwai. Extra grappig (toch even uitleggen voor wie het genre niet kent): het zijn allemaal instrumentale nummers.
Onder leiding van de eigenzinnige en ietwat nukkige gitarist Stuart Braithwaite staat het viertal uit Glasgow al een kwarteeuw in het linkerrijtje van de eredivisie der woordloze rock. Teksten zijn nergens voor nodig in hun muzikale ontdekkingstochten. Zoals klassieke musici al eeuwen hebben bewezen zijn alle mogelijke menselijke stemmingen prima op te roepen door uitsluitend snaren te laten trillen.
Mogwai doet dat met drums, bas, een paar gitaren, en oké: een batterij aan versterkers en distortionpedalen waarmee je met gemak een gebergte zou kunnen wegvagen. Daarmee laat de band hun liedjes na een kalm kabbelende start langzaam aanzwellen en uiteindelijk tot emotionele uitbarsting komen.
Zeven albums lang bouwde de band dynamische meesterwerken waarin nauwelijks merkbare briesjes gaandeweg uitgroeien tot loeiende kosmische orkanen die plotseling weer gaan liggen. Met de jaren groeide het geluid en kwamen er steeds meer instrumenten bij: orgeltje, viool, fluit en heel sporadisch zelfs, jawel: zang (eerst door vocoders vervormde wartaal, maar later toch echt verstaanbare woorden).
Niks aan de hand, leek het. Maar ook in de postrock geldt: vol = vol. Ten tijde van hun achtste album
Rave Tapes (2014) – de titel beloofde al weinig goeds – bleek het verzadigingspunt te zijn bereikt en was het geluid dichtgeslibd. Nummers verzopen in een overdaad zoemende synthesizers, ronkende keyboards en pulserende drumcomputers. Alle zuurstof was verdwenen. Drie platen lang klonk Mogwai alsof Jean-Michel Jarre en Kraftwerk de Schotse Hooglanden hadden geannexeerd.
Maar gelukkig: op het elfde album The Bad Fire weet de band zich los te worstelen uit de overkill van elektronica en toetsenbombast. Het bewijs dat de band op de goede weg terug is: het zeven minuten en tweeëntwintig seconden durende sonische epos: ‘If You Find This World Bad, You Should See Some of the Others.’
Checklist: als vanouds heeft het beste nummer weer (1) de beste én (2) de langste titel, en is het (3) geheel opgebouwd volgens de vertrouwde anatomie van de perfecte Mogwai-compositie. Één traag, kaal en repeterend tokkeltje dat de luisteraar in trance wiegt gaat steeds meer leven doordat het mondjesmaat wordt aangevuld met schaduwpartijen van bas, voorzichtige drums en snarengejengel. Halverwege volgt de ontploffing en veranderen de gitaren in gierende straalmotoren die steeds overstuurder beginnen te bulderen. Na een razende climax verdampen alle decibellen en keert het serene mantragetokkel terug.
De terugkeer van de tornado is een feit. Dinsdag speelt de band in Paradiso (Amsterdam); 14 en 15 februari in de Muziekgieterij (Maastricht) en Oosterpoort (Groningen). Waarschuwing: in die gebieden geldt code rood. Wie géén oordoppen meeneemt, hoort die orkaan voorgoed in zijn oren.
Dit is het einde van The Weeknd
Dit is het einde van The Weeknd. Althans, als je Abel Tesfaye mag geloven. Na deze plaat hangt de Canadees zijn artiestennaam, waaronder hij de afgelopen jaren hit naar hit scoorde, records brak en stadions vulde, aan de wilgen. Het verhaal is uitverteld. Het einde van zijn alias is het verhaal van Hurry Up Tomorrow. Dat zaadje werd geplant in Californië, 2022. Terwijl 100.000 fans schreeuwend gek werden in een uitverkocht stadion, ging het mis: Tesfaye raakte zijn stem kwijt. Slechts vier nummers hield hij het concert vol. Hij verwijst er diverse malen naar op het album, in een paniekerig intermezzo, in verschillende nummers als hij zingt over eenzaamheid terwijl het publiek hem toejuicht, dat roem voelt als een ziekte. Zijn penthouse is een gevangenis, zingt hij op ‘Cry for Me’. Smekend ligt hij op zijn sterfbed in de hoop dat een verloren liefde hem zal herinneren, terwijl blikkerige synthesizers hem de diepte in sleuren. Zelfmedelijden en een liefde voor de jaren tachtig klinkt altijd al in The Weeknd’s muziek, nu zet hij het nog eens extra aan. Theatraler, als een popopera.
In 2011 wist The Weeknd luisteraars bij zijn debuut massaal kippenvel te geven. Iedereen had het opeens over een mixtape van een anonieme artiest. Vol ijzige r&b met vervreemdende postpunk samples en dubstepbassen. Het bleek de start van een trilogie, die weer de aanzet vormde voor een carrière waarin The Weeknd de mainstream zou gaan domineren. Hij bracht tig singles uit die direct voelden als klassiekers, maar zijn albums waren lang een rommeltje. Richtingloos kabbelend, oeverloos lang. Toch waren ze succesvol. Pas sinds 2020 weet hij zijn visie ook echt knap in langspeelvorm te gieten. Die artistieke stap bracht The Weeknd nog meer succes. ‘Blinding Lights’ is inmiddels het meest gestreamde nummer ooit, hij gaf een gedenkwaardige Halftime Show bij de Super Bowl, lanceerde een eigen serie, werkt nu zelfs aan een speelfilm.
En nu rond The Weeknd dus af. Het album staat vol met terugblikken. Oude bekende Lana Del Rey duikt op, rapper Future refereert naar hit ‘Can’t feel my face’. Er zijn weer verrassende samples, er is nog altijd veel drugs. Een minder prettige referentie naar zijn eerdere werk: het album is veel te lang, met 22 nummers in bijna anderhalf uur. Denk de ruis weg, en er zit een mooi slotstuk verstopt in de plaat. Conceptmatig maakt The Weeknd de cirkel rond. Zoals zijn carrière begon met een mixtape trilogie, vormt dit album het slotstuk van een album drieluik. Hurry up Tomorrow is de afronding die begon met After Hours, daarop volgde Dawn FM. Het is dan ook vast geen toeval dat de laatste seconden van het album moeiteloos overgaan in de openingsseconden van zijn allereerste mixtape. Een einde en begin te gelijkertijd. Want natuurlijk gaat Tesfaye helemaal niet echt stoppen. Hij moet alleen even een nieuw verhaal bedenken.
Ralph-Hermen Huiskamp
Jazz
Loek van den Berg
Seafarer
Berg is een bedachtzame speler met een ronde, melodische sound die je graag meeneemt op zijn reizen. Debuut Wayfarer (2022) was zijn muzikale reisbundel over land. Seafarer trekt verder over zee met mooie beeldende composities waarin de wind in de zeilen zweeft. Dit album toont melodische groei en verdieping. Het kwintet is ingespeeld en zet zich per nummer (‘Attic Views’, ‘Samnayah’) meer schrap. (Amanda Kuyper)
Pop
Simon Keizer
Ruimte
Simon zonder Nick schreef zijn eerste soloalbum, vol semi-akoestische nummers over vrijheid, vrees, vrolijkheid. Keizers stem klinkt meestal prettig, gebronsd zonder opdringerigheid. Soms laat hij hem minder mooi overslaan, zoals in het drakerige ‘Zin in het leven’. Bij alle bezinning is de pit hier een beetje uit het oog verloren. (Hester Carvalho)
Pop
Maribou State Hallucinating Love
Het duo Maribou State, uit Engeland, bereidt zich voor op gelukzalige menigten en een warme zomer. Hun nieuwe album biedt elektronische popsongs met veel haken en ogen: samples van oude filmmuziek, invloed van triphop, euforische zang, soepele melodieën en dat alles gesmeerd uitgevoerd. (HC)
Country
Bonnie ‘Prince’ Billy
The Purple Bird
Amerikaan Bonnie ‘Prince’ Billy, bekend om zijn duistere countrystijl, houdt de moed erin. Op zijn nieuwe, 23ste album The Purple Bird, steekt hij zielsverwanten een hart onder de riem met verrassend opgewekte muziek en teksten als „Can’t we all just get along”. Soms klinkt de combinatie van fiddle en meerstemmige zang als cafémuziek, zo wisselen doem en joligheid elkaar af. (HC)
Metal
The Halo Effect
The March of the Unheard
The Halo Effect is een Zweedse supergroep met leden uit Gothenburg-bands In Flames en Dark Tranquillity, en ze klinken exact als een mix van die bands: de heavy kant van death metal met de melodieuze gitaarpartijen van traditionele heavy metal – zeg maar headbangen en meefluiten tegelijkertijd. Dit tweede album is nostalgisch en klinkt erg vertrouwd, maar ze zijn te goed om er iets saais van te maken. (Peter van der Ploeg)