‘Dit gaat over dingen die je uitdagen en raken’

Martine Gosselink volgde op de middelbare school („gymnasium, bij de paters”) kunstgeschiedenis. Daar kon je toen nog geen eindexamen in doen. Dus wil ze graag eerst gezegd hebben: „Dat kunstgeschiedenis een eindexamenvak is geworden, vind ik ongelooflijk goed. Daarmee wordt het vak nu serieus genomen.”

En het tweede: ze wist niet wat ze zag, toen ze de vragen doornam. „Werkelijk alle kunstvormen kwamen voorbij: dans, muziek, theater, film en natuurlijk beeldende kunst. Tegelijk was alles ingebed in het heden, bijna alle vragen lieten je nadenken over de maatschappij. Zo beseffen leerlingen dat kunst je leert de samenleving beter te begrijpen.” En nog een derde opmerking vooraf: „Dit examen was zo mooi in elkaar gezet, mensen hebben hier echt hun best op gedaan. Het gaat naast methodes, stijlen en stromingen ook over dingen die je raken en uitdagen. Daar werd ik blij van.”

Het havo-examen kunst (algemeen) besloeg 4 blokken en 31 vragen. Het is wat wordt genoemd een ‘computerexamen’ – leerlingen maken het aan een laptop met een koptelefoon op: veel vragen gaan gepaard met film- of muziekfragmenten. Het eerste blok (8 vragen) ging over ‘het imago van Lodewijk XIV’.

Martine Gosselink: „Dit blok sprak mij het meeste aan, ik ben gespecialiseerd in de zeventiende eeuw. Maar los daarvan: het is heel goed om Lodewijk XIV als pars pro toto te nemen voor die periode, hij was extreem belangrijk voor de culturele ontwikkeling van Europa.” Het meest veelzeggend vond ze vraag 8, een fragment uit de film Le Bourgeois Gentilhomme uit 2022 waarin de gelijknamige, 17de eeuwse balletkomedie van Molière wordt gereconstrueerd. Waarom, luidt de vraag, zou je kunnen concluderen dat de inhoud van die komedie in de 21ste eeuw nog steeds actueel is.

„Het verhaal gaat over een man die zijn best doet bij de adel te horen, hij leert dansen als een edelman. Wat je begrijpt: je had cultuur nodig om op te klimmen in de maatschappelijke hiërarchie, er werd letterlijk om de Zonnekoning heen gedanst. Die had alleen maar marionetten om zich heen – en dat is bij sommige leiders van nu niet anders.” Daarnaast, zegt ze, was het een plezier om te zien: de dansers, hun kleren, de parafernalia.

Blok 2 (7 vragen) ging over ‘de nieuwe vrouw’ in de eerste helft van de 20ste eeuw en was volledig gewijd aan Marlene Dietrich. „Het was zó fijn om haar weer te zien. En wat ik interessant vond: de documentaire uit 1925, waarin je aan de hand van special effects ziet hoe ongezond het dragen van een korset is. Dus dat die toen ook al werden ingezet om een boodschap over te brengen.”

Blok 3 ging over imago en genderrollen aan de hand van muziek en beelden van The Beatles, David Bowie en Billie Eilish. Blok 4 tenslotte, over kunstenaars die hun werk onderdeel laten zijn van hun identiteit: Ellie Uyttenbroek en Ari Versluis, Bas Kosters, Grayson Perry. Ook daar weer: „Geweldige fragmenten, interessante vragen. En dat je ziet dat met gender bezig zijn niet louter iets is van nu.”

Voor het examen stond drie uur. Het was pittig, vindt ze. Maar vooral: „Als je al die vragen langs bent gegaan, weet je: kunst beleven doen we allemaal, elke dag weer. Het is geen linkse of rechtse hobby, kunst is overal om je heen.”