Dirigent Sebastiaan van Yperen: ‘Cultuur is in Duitsland zo normaal’

Dinsdag 3 decemberNachdirigat

De zangers staan zenuwachtig te trappelen, vandaag is het begin van een nieuwe productie aan het Staatstheater Augsburg, Duitsland. Ik werk hier nu zeven maanden met veel genot en plezier. Cultuur is in Duitsland zo normaal, hierdoor gaat de focus van de toeschouwers én de kunstenaars direct naar de kunst.

Mijn functie is tweede Kapellmeister, wat betekent dat ik mijn eigen operaproducties heb, producties alleen met orkest, zangers help ik bij het instuderen van nieuwe rollen, en ik dirigeer producties die ik niet heb gerepeteerd. Dit noemen wij Nachdirigat (letterlijk vertaald: Na-dirigeren).

Woensdag 4 decemberKersjes Beurs

Sebastiaan van Yperen ontvangt van Leonard Evers de Kersjes Beurs in De Duif, Amsterdam.
Foto Simon Lenskens

In de ochtend sta ik op om te vertrekken naar Amsterdam. De Regionalzug hobbelt rustig door de met dauw bedrupte weilanden. Vandaag krijg ik de Kersjes Beurs uitgereikt voor jonge dirigenten. Een enorme eer, aangezien twee van mijn voormalige docenten tussen het rijtje oud-laureaten staan. Het bedrag is 15.000 euro, wat me enorm verder helpt mijn droom te verwezenlijken. Mijn plan is met dit geld les te nemen bij gerenommeerde dirigenten om zo aan mijn handwerk van het dirigeren te werken. Hierdoor kan ik later alleen bezig zijn met mijn visie op de muziek an sich en hoe ze in de maatschappij past. Vanuit het perspectief van de dirigent, maar ook vanuit het perspectief van de componist.

Als kind begon ik met componeren, voor koor en orkest om precies te zijn. Hierdoor ben ik ook begonnen met dirigeren, aangezien mijn muziekdocente me toen heeft aangemoedigd dit werk zelf te dirigeren. Daarom is het voor mij heel normaal dat de uitvoerende praktijk van het musiceren en het componeren dicht bij elkaar liggen.

Ik kom uiteindelijk om drie uur aan bij de Nationale Opera en Ballet voor een interview vanwege de Kersjes Beurs en moet daarna direct door naar De Duif voor de prijsuitreiking.

Sebastiaan van Yperen in De Duif, Amsterdam.
Foto Simon Lenskens

Donderdag 5 decemberGenialiteit en traditie

Ik ben weer op weg naar Staatstheater Augsburg. Vanavond heb ik mijn tweede muzikale repetitie van de nieuwe productie, The Last Night of the World van Agustí Charles. In het vliegtuig zet ik mijn gedachten op een rijtje en schrijf het volgende op:

Het is niet per se zo dat we in een grote crisis zitten in de klassieke muziek. Aangezien we gezegend zijn met genialiteit en traditie zal er altijd ongelooflijk schone muziek over blijven om te spelen.

Maar elk organisme dat zich niet ontwikkelt, zal uiteindelijk zijn relevantie verliezen, of zoals de belangrijke dirigent Boulez zei: „Elke fiets moet vaart blijven houden om niet om te vallen.”

Het is denk ik wel zo dat we aan het stoeien zijn met de plek van moderne muziek in de huidige concertzaal. Volgens mij omdat nieuwe muziek vaak erg losgekoppeld is van de praktijk. Dit kan betekenen dat het praktisch niet speelbaar is, of dat het zo gecompliceerd is dat de luisteraar het niet meer kan begrijpen.

Ik wil hier niet mee zeggen dat muziek na een bepaalde moeilijkheidsgraad niet meer toegestaan is, maar dat het eerst moet gaan over de innerlijke drijfveer van de componist, en dan over in welke muzikale taal men dit opschrijft.

Foto Simon Lenskens

Het andere onderwerp waar ik mij vaak mee bezighoud, is hoe we publiek meer kunnen betrekken bij de klassieke muziek, niet omdat iedereen naar klassieke muziek moet luisteren, wel omdat volgens mij iedereen die er niet naar luistert iets mist.

Maar zoals alles wat belangrijk is, kost het moeite om kunst te begrijpen.

Daarom zie ik het als onze plicht als musici om over muziek uitleg te geven, aangezien de mens de slechte gewoonte heeft iets wat zij niet begrijpt, niet relevant te vinden.

Vrijdag 6 decemberOrchesterbüro

De dag begint met een scenische repetitie van de opera die ik aan het begin van de week heb gerepeteerd. Dit betekent dat we nu gaan beginnen aan de regie van de opera. De regisseuse werkt samen met de zangers en ik dirigeer de repetitie met een pianist die de orkestpartij speelt. Dit zal zes weken duren, dan komt het orkest erbij en brengen we alles bij elkaar.

Zoals alles wat belangrijk is, kost het moeite om kunst te begrijpen

Ondertussen heb ik contact met het Orchesterbüro. Dit is de theaterafdeling die het orkest indeelt in de producties. En aangezien we drie andere operaproducties, verschillende symfonieconcerten en nog een andere première hebben, is dit een heel logistiek gedoe. Daarom bespreek ik met het Orchesterbüro hoeveel repetities ik nodig heb, en proberen zij dit op een Tetris-achtige manier in elkaar te steken.

Zaterdag 7 decemberScenische repetitie

Vandaag dirigeert een collega van mij de scenische repetitie, zodat ik tijd heb de productie van Serse van Händel te studeren aangezien ik volgende week een voorstelling heb met een nieuwe zangeres in de hoofdrol. In Duitse theaters is het heel gewoon dat zangers elkaar afwisselen, dus dan heb je altijd een repetitie van tevoren om de juiste tempi te bepalen. Aangezien elke stem weer uniek is, heeft iedere zangeres net een ander tempo nodig. Ik bel met het theater om een repetitie te kunnen afstemmen.

Zondag 8 decemberVlak bij de Alpen

Een vrije dag in het theaterleven bestaat niet, daarom is het erg belangrijk daar zelf op aan te sturen. Augsburg is een stad ter grootte van Utrecht, met veel omliggende natuur, vlak bij de Alpen. Daarom is het erg fijn om te wandelen en zo het hoofd leeg te maken, om weer terug te gaan naar de kern van waarom het belangrijk is kunst te maken, aangezien dit door de hoge werkdruk makkelijk in het verdomhoekje kan raken.

Het is mijn droom iets te kunnen bijdragen aan de vaart van de fiets in de klassieke muziek, maar dit is een levenswerk. Wat de muziek ook zo fijn maakt. Het zou wat zijn, dat je levensdoel op je dertigste al is bereikt… Maar zoals Rachmaninov zei: „Een leven is te kort voor muziek”.