Dirigent Leif Segerstam was óók wereldkampioen symfonieën schrijven

Een verschijning was hij, de Finse dirigent Leif Segerstam. Zelf vergeleek hij zijn voorkomen met dat van de Kerstman. Dat was een uiting van zelfspot, want Segerstam geloofde niet in de Kerstman, en ook niet altijd in de meerwaarde van dirigenten. Zijn eigen composities – Segerstam schreef onder andere 371 korte, ééndelige symfonieën – dienden te worden uitgevoerd zonder dirigent. Maar paradoxaal genoeg was Segerstam, die vorige week op 80-jarige leeftijd in Helsinki overleed, zelf wel degelijk een uitstekend, intuïtief en energiek dirigent. Ook in Nederland was hij meermaals te beluisteren.

Segerstam werd als violist, pianist en dirigent opgeleid aan de beroemde Sibelius Akademie in Helsinki en studeerde verder aan Juilliard in New York. Als dirigent was hij later vast verbonden aan verschillende orkesten, waaronder het Weense ORF Radio-Symfonieorkest (1975-82), het Finse RSO (1977-87), het Deens Nationaal Symfonieorkest (1988-1995), het Helsinki Philharmonisch Orkest (1995-2007) en het Turku Philharmonisch Orkest (2012-19). Internationaal was hij te gast bij de Metropolitan Opera in New York en La Scala in Milaan. Beroemd werden de integrale opnames die hij met het Helsinki Philharmonisch Orkest maakte van de zeven symfonieën van zijn landgenoot Sibelius en van de werken van de eveneens Finse Einojuhani Rautavaara.

Als componist beschouwde Segerstam zichzelf als een „toonkiezer”. Tonen en geluiden, legde hij in 2007 uit in een gesprek met NRC , bestaan volgens hem al; je hoeft ze als componist slechts op papier te zetten. Zo vond hij inspiratie in de Finse natuur, en zijn Symfonie nr. 77 ontstond in de pauzes van het WK voetbal. Ook voltooide Segerstam dertig strijkkwartetten en verschillende concerten voor viool, altviool, cello en piano.