Dirigent Dinis Sousa over kritiek: ‘Jezelf terugzien en -horen is de meest meedogenloze feedback die je als musicus kunt krijgen’

‘Dirigenten hebben een behoorlijk dikke huid. Dat hoort bij het vak. Als musicus geef je jezelf bloot. Dat maakt je kwetsbaar. Niemand vindt het leuk om in het openbaar bekritiseerd te worden. Maar je hoeft ook niet continu te luisteren naar alle meningen die op je af komen. Dan ga je van alles door elkaar halen, dat is gekmakend.”

De Portugese dirigent Dinis Sousa (35) werd vorige zomer in de internationale schijnwerpers gekatapulteerd, toen hij inviel voor zijn in opspraak geraakte mentor, John Eliot Gardiner. Volgende week vervangt Sousa Gardiner opnieuw, in drie concerten met Brahms’ Ein deutsches Requiem, en maakt daarmee meteen zijn debuut bij het Concertgebouworkest.

Het debuut van Sousa is een mooie aanleiding om met de dirigent over ‘kritiek’ te spreken: Sousa is een bekende naam in de geschiedenis van het orkest – met dank aan de Amerikaanse componist John Philip Sousa. In 1918 werd muziekcriticus en componist Matthijs Vermeulen de Grote Zaal van het Concertgebouw uitgezet, nadat hij na een symfonie van Cornelis Dopper sarcastisch ‘Leve Sousa!’ had gebruld. Daarmee uitte Vermeulen zijn onvrede over het conservatieve programmabeleid. ‘Ik hoor nog liever de pompeuze marsmuziek van fanfarekoning John Philip Sousa dan die oubollige Dopper’, wilde hij met zijn kreet zeggen.

„Mensen vragen vaak of ik familie ben van John Philip Sousa. Nee, dat is niet zo, maar deze anekdote kende ik nog niet. In het verleden waren muziekcritici veel grover dan tegenwoordig. De tijd dat muziek zulke heftige reacties teweegbrengt lijkt voorbij. Maar toch lezen sommige musici liever helemaal geen recensies, ook de positieve niet. Ik lees ze af en toe en probeer me er niet al te druk om te maken. Door oppervlakkige reacties, op sociale media of in de pers, kan ik wel heen kijken. Als je voelt dat iemand er echt over heeft nagedacht, of het nu constructief bedoeld is of niet, dan heeft kritiek meer betekenis. Dat maakt het pijnlijker, maar ook nuttiger.

https://www.youtube.com/watch?v=dlJ5PN9rF78&ab_channel=RoyalNorthernSinfonia

Toscanini

„Als ik tijdens repetities iets hoor wat ik anders wil hebben, dan benoem ik niet wat er slecht was, of wat de musici vooral niet moeten doen. Liever laat ik zien waar we samen wél naartoe moeten. Ik denk dat dat een productieve aanpak is, een inspirerende manier om mensen met je mee te krijgen. Online kun je audio-opnames vinden van hoe dirigent Toscanini uitbarst tegen zijn orkest. Dat was in de eerste helft van de twintigste eeuw; dat waren hele andere tijden. Helaas is er geen beeld van, ik had de reactie van de orkestleden wel willen zien.

„Musici zijn zelf hun ergste critici. Nu veel concerten worden opgenomen en gelivestreamed, zie en hoor je jezelf vaak terug, meer dan ooit. Iedereen die z’n stem voor het eerst hoort op een opname denkt: klink ik echt zo? Dat idee, maar dan vermenigvuldigd, zo voelt het als je jezelf terugziet op het podium. Het is de meest meedogenloze feedback die je als musicus kunt krijgen, want het maakt je constant bewust van wat je doet. Als dirigent denk je bijvoorbeeld dat je iets heel duidelijk aangeeft, maar als je het dan terugziet, blijk dat totaal niet zo te zijn. Of je doet juist veel te veel. Ik leer er veel van om mezelf terug te zien.

„Kritiek moet je incasseren en ervan leren, maar je moet ook je eigen perspectief bewaken. Het is prima als kunst de meningen verdeelt. Dat is een teken dat je iets in mensen losmaakt.”

Dinis Sousa dirigeert 29/2, 1/3 en 3/3 het Concertgebouworkest en het Monteverdi Choir in Ein deutsches Requiem van Brahms in Het Concertgebouw in Amsterdam. Info: kco.nl