Directeur Afvalfonds Verpakkingen waarschuwt: China aast op ons afval

Op festival de Zwarte Cross wordt plastic gescheiden van ander afval. In Nederland en de EU is op dit moment onvoldoende capaciteit om al het plasticafval te verwerken en te recyclen.


Foto Vincent Jannink/ANP/KIPPA

Interview

Hester Klein Lankhorst Nederland moet meer plastic zelf recyclen, onder andere om minder afhankelijk te worden van olieproducerende landen.

Afval is het nieuwe goud. Laten we zuinig zijn op waardevolle stoffen in afval zoals plastic, staal en aluminium. En laten we het vooral in eigen land recyclen en de waardevolle grondstoffen niet laten wegvloeien naar landen als China. „Dat land is bezig zo veel mogelijk grondstoffen naar zich toe te trekken.” Dit is de hartenkreet van Hester Klein Lankhorst, algemeen directeur van het Afvalfonds Verpakkingen.

Alle bedrijven binnen de EU die een verpakt product maken of importeren, zijn verantwoordelijk voor de inzameling, sortering en recycling ervan. Zij doen dit in Nederland via het Afvalfonds. Vanaf 2023 zijn de wettelijke taken uitgebreid. Bedrijven moeten niet alleen betalen voor het verwerken van afval van huishoudens, maar ook voor dat van bedrijven, en voor verpakkingen in openbare prullenbakken en zwerfafval.

Verder gaan de bedrijven vanaf april blikjes inzamelen, met het statiegeld. Gemeenten, horeca, scholen, kantoren en ziekenhuizen zijn dan goedkoper uit, maar voor producenten en gebruikers van verpakkingen als Unilever en supermarkten als AH zijn de tarieven voor de verwerking „ongelofelijk gestegen”, zegt Klein Lankhorst; zij betalen sinds kort bijna het dubbele per kilo verpakking.

In Nederland wordt zo’n 80 procent van alle verpakkingen hergebruikt, dat is relatief veel in Europa. Vooral papier, karton, blik en glas worden driftig gerecycled, alleen plastic blijft achter. „Plastic zit nog in z’n puberteit”, lacht Klein Lankhorst.

Foto Edwin Weers

We zullen plastic nog lang nodig hebben. We moeten de grondstoffen dus bij ons houden

Vanaf dit jaar gaan de verpakkingsbedrijven dus ook betalen voor het verwerken van afval van bedrijven, scholen, ziekenhuizen en horeca. En waar nu nog een derde van dit afval wordt verscheept naar landen buiten de EU, legaal en meestal oostwaarts, wil zij ook dat afval graag behouden.

„De tijd dat je als producent kon zeggen dat het jou niet aanging wat er in Azië met jouw verpakking gebeurt, is echt voorbij. We willen elke mogelijkheid uitsluiten dat het afval zoals een aantal jaren geleden wordt verscheept naar een brievenbusfirma in Bangkok, niet goed wordt gerecycled en op de stranden van Bali belandt. Wat je daar ziet, is hartverscheurend. Bovendien hebben we die grondstoffen zelf nodig. We moeten ons er keihard voor inspannen dat er veel meer kan worden gerecycled. Daardoor voeg je waarde toe aan een stroom. Het is ook werkgelegenheid en je wordt minder afhankelijk van olieproducerende landen. En laten we niet naïef zijn en zorgen dat vooral plastic uit de klauwen van China blijft, het is goed voor onze eigen economie. We kunnen er nu nog iets aan doen.”

Er is binnen Nederland en de EU nu nog onvoldoende capaciteit om al dat afval te verwerken en recyclen. Verbranden dan maar? Klein Lankhorst: „Er moet binnen Europa snel meer capaciteit komen. Mocht er op korte termijn een exportverbod komen, dan houden we al het afval hier en moeten we het grotendeels verbranden, dat is het paard achter de wagen spannen. Je kunt het afval nog zo hoogwaardig verbranden, met terugwinning van energie, maar je bent de grondstof dan wel kwijt.”


Lees ookDe nieuwste badmode grijpt terug op de jaren 90, zelfs de string maakt een comeback. Maar dan gemaakt van oceaanplastic

De verpakkingsbedrijven staan voor een tweede operatie: vanaf april kan de consument statiegeldblikjes inleveren bij supermarkten, stations en sportclubs. De bedrijven zorgen voor de verwerking en recycling. Het opzetten van zo’n inzamelsysteem vergt veel tijd en inzet, zegt ze, dat was de reden bij de rechter uitstel te vragen van invoering vanaf januari, zoals het kabinet had bevolen. De verpakkingsbedrijven kregen gelijk bij de Raad van State. „Het is een enorme operatie. Het systeem van statiegeld bestaat al voor anderhalf miljard petflessen met een dop. Daar komen straks nog eens tweeënhalf miljard blikjes met statiegeld bij, die open zijn, en waarvoor de supermarkten bij inlevering hygiënische maatregelen moeten nemen.” Met het statiegeld voor blikjes, 15 cent, moet ook deze stroom verpakkingen zo zuiver worden dat het metaal en aluminium er simpeler uit terug kunnen worden gewonnen. „Bedrijven krijgen zo hun eigen aluminium en metaal terug om er weer blikjes van te maken. Dat is aantrekkelijk.”

Bij alle goede voornemens zou je verwachten dat de hoeveelheid plastic verpakkingen wordt gereduceerd. Plastic overbodig maken lijkt een utopie. „Plastic breekt niet af in het milieu, maar het heeft wel een aantal mooie eigenschappen, bijvoorbeeld om houdbaarheid van producten te vergroten en voor hygiëne in de zorg. Het is licht en sterk en breekt niet snel. We zullen plastic nog heel lang nodig hebben. Dat is wat we noemen de plastic paradox. Daarom is het voorkomen van lekken van grondstoffen voor plastic naar het milieu zo belangrijk, we moeten de grondstoffen zo veel mogelijk bij ons houden.”