De Dienst Toeslagen krijgt meer tijd om te beslissen over bezwaren van ouders tegen de toeslagencompensatie die ze toegekend hebben gekregen. De dienst mag voortaan zestig weken extra doen over zo’n besluit. Dat heeft de Raad van State woensdag besloten in een zaak van een ouder die bijna drie jaar geleden in bezwaar ging.
Die ouder staat daarin niet alleen. Wanneer ouders het niet eens zijn met de compensatie die ze krijgen, of wanneer de Dienst heeft geconcludeerd dat ze geen gedupeerde zijn in de toeslagenaffaire, dan kan bezwaar worden gemaakt. Maar het duurt nu gemiddeld 81 weken voordat de Dienst een besluit heeft genomen over dat bezwaar, constateert de hoogste bestuursrechter.
Dat is ook het gevolg van politieke keuzes, schetst de Raad in haar uitspraak: het was „bewust onrealistisch” van de Tweede Kamer en het kabinet om van de Dienst te eisen dat ze binnen maximaal achttien weken over een bezwaar zouden beslissen. En ook nadat de Raad in een eerdere uitspraak de politiek maande om de termijnen te veranderen, is dat niet gebeurd.
Dwangsommen gestapeld
Het gevolg is een opstopping in het toekennen en uitkeren van de compensatie aan toeslagenouders, laat de uitspraak zien. Omdat de Dienst niet tijdig op bezwaren reageert, gaan ouders naar de rechter – inmiddels gaat het om naar schatting zo’n tienduizend bezwaarzaken. De rechter legt vervolgens een termijn op waarbinnen de Dienst moet besluiten, op laste van een dwangsom.
Dat levert meer werk op voor de Dienst Toeslagen, waardoor compensatie verder wordt vertraagt. En het kost geld: omdat de termijnen vrijwel nooit gehaald worden, lopen de dwangsommen op tot het maximale bedrag van vijftienduizend euro – ouders die bezwaar aantekenen bij de rechter, zijn dus in feite verzekerd van dat bedrag. Ook komt het voor dat dwangsommen worden ‘gestapeld’ wanneer ouders later opnieuw bezwaar aantekenen tegen het uitblijven van een beslissing. Zij kunnen dan meermaals vijftienduizend euro aan dwangsommen ontvangen.
Daarmee geldt: baat het niet, dan schaadt het niet. Want die dwangsommen hoeven ouders niet terug te betalen, net als de dertigduizend euro van de Catshuisregeling – als later blijkt dat ze niet gedupeerd zijn geweest in de toeslagenaffaire. Zo kan het gebeuren dat ouders die zich wél aanmeldden als gedupeerde maar dat uiteindelijk niet blijken te zijn, toch duizenden euro’s ontvangen.
Lees ook
Overheid gaf mogelijk duizenden toeslagenouders onterecht schadevergoeding: ‘Hoe kan het dat we hier zo laat achter komen?’
Begin dit jaar sloegen rechters al alarm over de oplopende dwangsommen. Ze zijn bedoeld om de overheid tot snelheid te manen, en niet als extra compensatie. Nu concludeert de Raad van State dat „het instellen van beroep bij de bestuursrechter tegen het uitblijven van beslissingen in de hersteloperatie niet meer functioneert”. Daardoor kan „de bestuursrechter geen effectieve rechtsbescherming meer bieden”.
Er zit volgens de Raad daarom niets anders op dan de termijnen waarbinnen de Dienst moet besluiten fors op te rekken. „Het is zeer wrang dat juist de hersteloperatie toeslagen zo is vastgelopen dat zelfs het instrument dat wachtende ouders hebben om snellere besluitvorming te bewerkstelligen hen niet meer helpt.” Maar het zou „zinloos” zijn om termijnen te stellen die de Dienst niet zou halen, aldus de rechter. Het is, schrijft de Raad, aan de wetgever om met een „structurele, collectieve oplossing” te komen.
