Die oude olietankers bij Vlissingen op weg naar Rusland? ‘Zo gevaarlijk dat je als inspectie wel móét ingrijpen’

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) moet veel strenger toezien op oude, slecht verzekerde olietankers die in de Westerschelde komen tanken op hun route naar Russische havens. Dat zegt het voormalig Hoofd van de Nederlandse Scheepvaartinspectie Henk ten Hoopen in een gesprek met NRC. „Deze schepen zijn dermate gevaarlijk dat je als inspectie wel móét ingrijpen”, vindt hij.

NRC berichtte afgelopen zaterdag over schepen uit de zogeheten ‘schaduwvloot’ die hun anker laten vallen vlak voor de Zeeuwse kust. Deze veelal gammele olietankers vervoeren gesanctioneerde Russische olie en komen naar ankerplekken voorbij Vlissingen om brandstof te bunkeren.


Lees ook
Tijdens een wereldreis voor ruwe aardolie tankt Poetin in Zeeland

Olietanker Marabella Sun voor anker in de Westerschelde.

De olietankers zijn oud en varen onder de vlag van landen die nauwelijks eisen stellen aan de veiligheid of zeewaardigheid van een schip, schreef NRC. Als het ruim leeg is op de terugweg naar Rusland of het schip is zelf niet gesanctioneerd, zegt de douane niet te kunnen ingrijpen. Ook de Inspectie Leefomgeving en Transport zegt deze schepen in de praktijk niet te kunnen weren.

Tweede Kamerlid Laurens Dassen (Volt) wil dinsdag tijdens een Kamerdebat over de EU-top met premier Mark Rutte in debat over de schaduwvloot. Dassen wil opheldering en antwoord op de vraag „hoe dit te stoppen”, schreef hij zaterdag op X. Europarlementariër Bart Groothuis (VVD) wil dat Europese landen in kleine teams gaan samenwerken om op basis van vaarbewegingen deze schepen snel te kunnen aanpakken.

Oud-inspecteur Ten Hoopen stond tussen 1995 en 2004 aan het hoofd van de Nederlandse Scheepvaartinspectie en was in die periode tevens plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De Scheepvaartinspectie ging later op in de ILT. Daarnaast werkte hij meer dan dertig jaar op het ministerie van Verkeer en Waterstaat (nu Infrastructuur en Waterstaat) op het gebied van scheepsinspecties. Hij controleerde of schepen die Nederlandse wateren aandoen wel veilig zijn.

De Inspectie zegt dat ze weinig kan doen tegen schaduwtankers die in de Everingen voor anker gaan.

Ten Hoopen: „Het stoort mij vreselijk dat de Inspectie niet aan boord van de schepen gaat. Er is genoeg reden om dat te doen. Het gaat om schepen van soms wel twintig jaar oud, die regelmatig van vlag en rederij wisselen en niet verzekerd zijn door gerenommeerde westerse verzekeraars. Die vormen een groot risico op ongelukken of milieurampen. En dan liggen de schepen ook nog op slechts twee kilometer van de kerncentrale in Borssele.”

De Inspectie heeft geen „operationele dienst” om naar de schepen toe te varen, zegt ze.

„Of ze bootjes hebben? Dat is niet het probleem. Een inspecteur pakt de auto naar Vlissingen, neemt bijvoorbeeld een boot van de kustwacht, en stapt aan boord van het voor anker liggende schip. Dat is gewoon te regelen.”

Maar zijn er dan helemaal geen juridische beperkingen?

„Jawel. De veiligheidscontroles mag de Inspectie alleen in een haven uitvoeren. Maar er zijn genoeg juridische aanknopingspunten om ook schepen buiten de haven te controleren, bijvoorbeeld in het VN-Zeerechtverdrag. Ga als Inspectie op zoek naar juridische mogelijkheden, in plaats van te zeggen dat het niet kan. Deze schepen werken met zwaar verontreinigende stoffen, brandstof wordt van het ene naar het andere schip gepompt. Als daarbij wat misgaat zijn de gevolgen zo groot dat je als Inspectie wel móét ingrijpen. Waar blijft de lef om dat te doen?”

Wat houdt de Inspectie tegen, denkt u?

Het is natuurlijk onhandig als een schip aan de ketting gelegd moet worden. Een schip moet gerepareerd worden en houdt al die tijd een plek bezet. De haven is er niet blij mee. Maar als er een ramp gebeurt ben je te laat en krijgt je weer eindeloze discussies over wat er fout is gegaan en waarom er niet eerder is ingegrepen.”