Die bezuinigingen op defensie werden loyaal uitgevoerd

Defensie Decennia werd er bezuinigd op de krijgsmacht. De problemen die daardoor ontstonden mochten niet hardop uitgesproken worden, ervoer .

Nederlandse militairen in Uruzgan maken zich klaar voor de nacht.
Nederlandse militairen in Uruzgan maken zich klaar voor de nacht.

Foto HQ ISAF/MPPAT

Premier Rutte greep twee keer direct in om bezuinigingen af te dwingen op defensie, was zaterdag in NRC te lezen. Maar het was niet de premier persoonlijk die het ministerie van Defensie de nek omdraaide. Het is nooit één iemand. Het zijn de mensen in zijn directe omgeving en bij defensie die niet opstonden, die loyaal deden wat hij van ze vroeg, die geloofden dat ze geen andere keuze hadden, dat het beter is dat zij het met hart voor de zaak deden in plaats van iemand anders. Ik heb daar zo mijn vraagtekens bij.

Even terug in de tijd. Op vrijdag 19 februari 2010 vraagt deze krant me of ik een opinieartikel kan schrijven over de val van het kabinet. De verlenging van de Nederlandse missie in Uruzgan wordt voor het gevoel van veel militairen misbruikt om een ‘slecht huwelijk’ van coalitiepartijen CDA en PvdA te ontbinden. Het onderwerp ligt gevoelig bij de ambtelijke top en hoewel het stuk dat ik in gedachten heb niets bevat wat ik als militair niet mag schrijven, meld ik het niet bij de afdeling Voorlichting. Ik weet dat ze ‘nee’ zullen zeggen.

„Het kan zijn,” zeg ik tegen mijn vrouw de maandagmorgen erop, „dat ik vandaag wat eerder thuis ben.” Ze is bang en begrijpt het risico dat ik voor een krantenartikel neem niet. Maar voor mij gaat het over politici die een geschil uitvechten over de rug van de militairen die loyaal dienen.

Moed, beleid en trouw

Ik moet op het matje komen bij de generaal. In het bijzijn van een jurist en iemand van communicatie geeft hij me de volle lading. „Wat dacht je? Wie denk je dat je bent om dit te schrijven en heb je enig idee wat dit voor je carrière kan betekenen?” Het maakt me niet uit. Het is wat er geschreven en gezegd moest worden en ik ben bereid om de gevolgen daarvan te accepteren. Bovendien ligt mijn loyaliteit bij mijn mensen en waar wij als defensie voor staan.

Na een minuut of tien gaat de storm liggen en stuurt mijn commandant de twee getuigen weg. „Koffie? Man, wat een stuk. De spijker op zijn kop. Goed dat het er is. Maar jij had het niet mogen schrijven.”

„De mensen die het hadden moeten schrijven doen het niet.”

„Dat kost ze hun baan.”

„Prachtig, dan hebben we een organisatie die gaat over ‘moed, beleid en trouw’, die geleid wordt door een stelletje lafaards.” Ik excuseer me, ren naar het toilet en geef over.

Tekorten en verliezen

In de loop van 2010 groeien door verdere bezuinigingen de tekorten aan personeel, reservedelen en munitie, waardoor ook de trainingen stagneren. Omdat de politiek het niet wil weten, krijgen we in een vergadering te horen dat in de voortgangsreportages geen problemen gemeld mogen worden. Een mondelinge opdracht van de zittende Commandant Landstrijdkrachten.

If you can’t reach your goals, lower your standards, reageer ik. „Zolang de commandant geen getekende order stuurt, ga ik het niet doen. In ons werk kost dat mensenlevens.” Opnieuw word ik gewaarschuwd.

Wanneer de provincie Uruzgan in 2015 in handen van de Taliban dreigt te vallen, schrijf ik een opinieartikel over de vraag of de vierentwintig Nederlandse militairen nu voor niets gesneuveld zijn. Ik leg het voor aan communicatie. Mijn conclusie: „‘Voor niets gestorven?’ Het is de verkeerde vraag, aan de verkeerde personen gesteld. Het simpele en misschien teleurstellende antwoord is dat we er natuurlijk wat voor terug kregen, alleen niet wat we gehoopt hadden.”

De opdracht is met het beschikbare budget volledig onuitvoerbaar. Dan moet je de opdracht bijstellen, de middelen bijstellen of de opdracht teruggeven

Een cynische conclusie, omdat ik vrees dat we hier in de toekomst niet van gaan leren, dat we geen tijd hebben om een politiek antwoord te vinden op de vragen die de media eigenlijk aan de politiek moet stellen, over de kernproblemen in dat missiegebied. Waardoor de kans groot is dat burgers, militairen en opstandelingen onnodig sterven. Aan de integriteit, inzet en bereidheid van ons leger om anderen te helpen zal het overigens niet liggen.

Ik mail vanaf mijn privéadres en geef nadrukkelijk aan dat ik vanwege een opname in het ziekenhuis alleen daarop bereikbaar ben. „Een mooi opiniestuk waarin je de gedachten en gevoelens van veel militairen mooi verwoordt”, is het antwoord, „maar je neemt stelling over politieke besluiten die door onze minister moeten worden toegelicht. Waarschijnlijk krijg je geen toestemming.” Een helder ja of nee komt niet. Gezien de inhoud hoeft dat ook niet, en dus geef ik de krant toestemming voor publicatie. Voor de zekerheid mail ik ook communicatie dat ik ervan uitgegaan ben dat geen antwoord ook geen bezwaar betekent.

Binnen enkele minuten krijg ik te horen dat naar mijn militaire mailadres een nadrukkelijk negatief publicatieadvies gestuurd is. Ik voel me in de val gelokt. „Ondanks een duidelijk nee doe je het toch.”


Lees ook: Hoe Den Haag het eigen leger decimeerde

Opdracht teruggeven

Als in juni 2016 de financiële situatie van defensie een absoluut dieptepunt bereikt, haal ik in een nieuw opiniestuk uit. De opdracht waar Den Haag op basis van het rapport ‘Verkenningen’ al sinds 2010 voor kiest, is met het beschikbare budget volledig onuitvoerbaar. Volgens de militaire doctrine heb je dan drie opties. De opdracht bijstellen, de middelen bijstellen of de opdracht teruggeven.

„Jouw stukken,” krijg ik telefoon van het ministerie, „leiden vrij consequent tot Kamervragen. Lastige vragen voor de minister.”

„Voor een ministerssalaris mag je best zo af en toe een lastige vraag beantwoorden. Wij deden het in Uruzgan voor een stuk minder.”

„Je brengt iemands toekomst in gevaar.”

„Als dat het criterium is, kunt u dan uitleggen hoe politici met droge ogen besluiten om militairen naar een oorlog te sturen?”

Het mag premier Rutte geweest zijn die hard ingreep, woest werd, maar degenen die mij in het artikel over de bezuinigingen op defensie frustratie bezorgen zijn de mensen die zijn opdrachten loyaal uitvoerden. Moeiteloos hebben zij geprobeerd andere mensen de mond te snoeren, om zich nu achter ‘wij konden er niets aan doen’ te verschuilen. Dat staat ver bij mij vandaan. Omdat ik geloof dat militairen als het eropaan komt hun eigen belangen opofferen voor dat van ons allemaal.