Zou er bij de ontmanteling van het paleis van de Syrische dictator Bashar al-Assad nog iets spannends tevoorschijn komen? Nadat het regime van Saddam Hoessein ten val kwam, bleek bijvoorbeeld dat de Irakese dictator een liefde had voor schilderijen met bijna naakte superhelden in gevecht met mythische beesten. De tepels van vrouwen hadden omhoog dansende vlammen en de mannen waren Wodans met wapperende, blonde haren. Het geheel was een mix van sci-fi art en soft porn in felle kleuren, waarbij je vooral nieuwsgierig was naar het ‘waarom’ in plaats van naar het ‘wat’.
Hoe zit het met de smaak van Assad? Van hem ging in 2020 het gerucht dat hij het schilderij The Splash van David Hockney op een veiling van Sotheby’s London had gekocht voor omgerekend bijna 28 miljoen euro, maar dat bleek niet te kloppen. Het had gekund, want het echtpaar Assad deed veel online boodschappen in Londen – zijn vrouw is in Engeland opgegroeid. En The Splash is een half-figuratief schilderij en wie de beelden ziet van wat er aanwezig is in het paleis, merkt op dat de Assads vooral half-figuratieve kunst hadden, waarbij het wel de vraag is of ze een Hockney op waarde hadden kunnen schatten.
De inrichting en spullen van een dictator zeggen veel over een leiderschap. Wie het ‘volkspaleis’ van Assad bekijkt, ziet veel marmer, glimmende meubels, glaswerk en goud. Op beelden namen bewoners van Damascus deze week veel tassen van Dior en Louis Vuitton mee. En er stond een enorme hoeveelheid auto’s: Lamborghini’s, Aston Martins en Ferrari’s. Van de Ferrari F50 zijn er maar 349 gemaakt, een exemplaar werd afgelopen jaar bij Sotheby’s voor 5,2 miljoen euro afgehamerd.
Dat er veel juwelen gevonden zijn, was niet verrassend. In 2012 bleek uit e-mails van Assad dat zijn vrouw Asma, terwijl de Syrische burgeroorlog ten volle woedde, veel handgemaakte meubels had gekocht in boetieks in de Londense wijk Chelsea, en dat er tienduizenden euro’s opgingen aan gouden sieraden en edelstenen en schoenen met kristal ingelegde zestien centimeter hoge hakken die zo’n 4.000 euro kostten. Het vermogen van de Assads ligt volgens schattingen ver boven de 1 miljard euro.
Over de rand van vulgair
Dictatoriale paleizen blinken vaak uit in bling-bling en patserigheid. Sommigen poetsen alles op met goud en kristal, die soms ver over de rand van vulgair gaan. De Filippijnse dictator Marcos en zijn vrouw hadden zo veel roze porselein op gouden pilaren staan in een kamer met rode en groene velours gordijnen, dat hun inrichting wansmakelijk genoemd kon worden. Hetzelfde geldt voor de interieurs van de vorige en komende Amerikaanse president Donald Trump en diens met een snufje gouden nep-renaissance meubels en zijn 58 slaapkamers tellende ‘paleis’ Mar-a-Lago in Florida.
Doorgaans willen dictators niet de geschiedenis ingaan met de reputatie van wansmaak. De Sovjet-leiders Lenin en Stalin kregen in de geschiedenisboekjes redelijk sobere interieurs toebedeeld die pasten bij het communistische ideaal. Of het nu klopte of niet: Lenins woning ging de boeken in als een met een zwarte vleugel en een boekenkast. Een imago dat in schril contrast staat met Poetins sprookjeskasteel met een ijshockeystadion in de ‘kelder’.
Ook Hitler toonde wat boeken en in zijn Berghof, het chalet waar hij naar eigen zeggen zichzelf kon zijn en alles kon inrichten naar eigen smaak, hingen landschapsschilderijen in een Caspar David Friedrich-stijl en pronkten porseleinen beeldjes die in die jaren in de mode waren. Een beetje gek was wel dat hij op een bank met bloemetjesdesign een kussen legde met een streepjesdesign, maar alles ademde uit dat hij voor de Beierse stijl ging.
Kameel zadel vol juwelen
Dictators hebben – zo blijkt uit Dictator Style van Peter York – een grote voorliefde voor details. Zo ook bij Assad: naast een voorliefde voor Engelse meubels zijn er ook veel meubels met ingelegd hout en ivoor. Er is veel verfijnd glaswerk en naast wat porselein was er ook een verzameling servies van de Chateaucollectie van Villeroy & Boch, waar een bijbehorende theepot stond met daarop de Syrische vlag. The New York Times kon meekijken in de kamer met cadeaus van wereldleiders die volgens de Assads de moeite van het bewaren waard waren, zoals een kameel van ruim 60 centimeter met een zadel vol juwelen (herkomst onbekend), of een ‘gouden Saoedisch kasteel’ in een grote groene doos.
De Assads wilden in alles ruimte en grootsheid uitstralen. Hun paleis en interieur doen het meest denken aan dat van de Roemeense dictator Nicolae Ceaușescu en diens vrouw Elena. Beide dictators hadden een grote voorliefde voor Carrara-marmer. Dat van Ceaușescu was na het Pentagon het grootste gebouw ter wereld. Dat van Assad is ontworpen door de Japanse architect Kenzo Tange, en heeft naar schatting 1 miljard dollar gekost. Net als het Roemeense echtpaar waren er bij de Assads meerdere portretten te vinden van beiden, dus niet alleen van Bashar al-Assad, maar ook enkele van Asma al-Assad. Die schilderijen waren een stuk groter dan het in 2002 gesigneerde portret van de Britse koningin Elizabeth II en haar man, dat ook in het paleis werd gevonden.