Een tijdje geleden meldde m’n 20-jarige dochter dat ze TikTok van haar telefoon had gehaald. „Het kostte me te veel tijd, en ik had er niks aan”, zei ze, en dat was dat. Ze heeft nog Snapchat, WhatsApp, en Instagram en kan nog steeds volkomen gebiologeerd op de bank liggen scrollen, maar het begin is er. One down, three more to go.
Zelf ben ik niet zo sterk. Er gaat geen dag meer voorbij dat ik niet uren op Instagram, LinkedIn, X en WhatsApp heb gezeten. Filmpjes doorsturen, foto’s, memes, reacties plaatsen, fitties uitvechten, appen, en koekeloeren – vooral dat. Zodra ik mijn focus niet meer kan houden, pak ik m’n telefoon en kan het Grote Koekeloeren beginnen.
Vooral Instagram. Kost me uren per week. Fluffy puppy’s, jonge ottertjes met wollige vachtjes, vermiste dieren die worden herenigd met hun baasjes, slapende katten, spinnende katten, pratende katten.
En dan nog alle grappige oneliners, levenslessen van stoere vrouwen, stand-upcomedy, fragmenten uit m’n lievelingsseries, ga maar door. Uren.
Na afloop voel ik me leeg. Omdat ik me amper kan herinneren wat ik net gezien heb, wil ik meteen weer verder scrollen; het is een onstilbare honger. Maar ik baal vooral van elke minuut die ik op m’n telefoon verspil. Ik zou mezelf wel willen verlossen, maar het lukt me niet.
Ik ben een zombie zoals zovelen op straat. Allemaal dankzij de algoritmes van de techreuzen, die je steeds precies voorschotelen wat je wil zien. En die steeds beter worden. Zo houden ze ons met succes verslaafd. Scrollde ik een jaar terug hooguit een halfuur per dag, tegenwoordig nadert het de drie uur.
Mijn algoritme voelt als een geliefde die precies weet wat ik nodig heb, maar is in werkelijkheid een loverboy die me prostitueert. Die me telkens passende advertenties voorschotelt, daar zit ook het verdienmodel van sociale media. Ik noem mijn telefoon ‘het monster’. Het monster naast m’n bed, het monster in m’n tas, het monster naast m’n werkplek. Altijd bereik, altijd paraat. Het vreet me op.
En ik ben volwassen. Jongeren merken de effecten nog meer, blijkt uit onderzoek. Ze ervaren meer druk, voelen zich vaker eenzaam en zijn vaker ontevreden over hun lichaam – vooral meisjes. Maar ook nemen schoolprestaties af, de leesvaardigheid, zijn kinderen vaker bijziend. Logopedisten signaleerden in de Volkskrant dat kinderen ook minder goed kunnen praten, hun woordenschat loop terug.
Ook dit zou door sociale media komen, stelt de Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt. Zelfs al zijn er geen causale verbanden tussen depressie en suïcide, maar ook obesitas, en het gebruik van sociale media – de zorgen zijn er wel degelijk. Voor de Australische regering reden genoeg om vanaf volgend jaar sociale media te verbieden voor kinderen onder de 16.
„Er is inderdaad geen oorzakelijk verband tussen sociale media en bijvoorbeeld depressies onder jongeren”, zegt Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Utrecht, als ik hem bel. „Maar er zijn wel stevige correlaties. Want er ís een enorme groei in het gebruik van de sociale media onder jongeren én veel jongeren hebben een probleem met hun zelfbeeld, kunnen zich minder goed concentreren en presteren slechter op school. Wat Haidt zou moeten zeggen, en wat ik ook zeg: het is wel heel toevallig dat al deze ontwikkelingen zich tegelijk voordoen.”
Ik deel de zorgen. Ik zie dat de algoritmes hun werk doen. Zo ken ik een meisje van 13 dat elke ochtend om 6 uur de wekker zet om haar make-up te doen, laag voor laag. Ik ken jongens van rond de 16 die soms vijf keer per week naar de sportschool gaan om zichzelf op te pompen, en thuis om eiwitrijk eten vragen, precies zoals hun favoriete influencers aanraden.
Maar er zijn ook kinderen die al depressief, of somber, of angstig zijn en vervolgens na één klikken op een filmpje erover in een fuik terechtkomen – en er vervolgens niet uit kunnen ontsnappen.
Al die uren die opgaan aan dat gescroll gaan af van tijd in de ‘echte wereld’, van gesprekken, bewegen, slapen. Mijn kind zat vroeger voor op de fiets te zingen, naar vogels te wijzen: ‘Kijk, mama, kijk!’ Nu lees ik in de Volkskrant dat verzorgers op kinderdagverblijven merken dat kinderen hen én hun ouders niet meer aankijken, dat ze met schermen in de bakfiets zitten.
Maar hoe kritisch hij ook is, hoogleraar Van der Stigchel is niet voor zo’n algeheel verbod op sociale media als in Australië. „Er zijn te veel jongeren die er voordelen uit halen: ze ontmoeten er gelijkgestemden, ze vinden verbinding.” Maar hij pleit er wel voor de algoritmes aan banden te leggen, het aantal minuten dat jongeren kunnen scrollen te beperken, en strenge leeftijdsgrenzen in te voeren voor de sociale media.
Ik geloof niet dat de machtige techbedrijven zullen ingrijpen om gevoelige kinderbreinen minder verslaafd te maken aan sociale media. Kijk naar de tabaksindustrie. Die verpakte hun kankerverwekkers voor jonge mensen gewoon in een vape.
Maar er moet wel iets gebeuren, vind ik. Mijn oplossing is simpel: verbied sociale media, niet alleen voor kinderen, maar voor iedereen – klaar. Verbied het eerst voor politici. Laat ze het land en de steden gaan besturen in plaats van elkaar op te hitsen op de socials.
Verbied het daarna kinderen onder de 18 – voor jongeren die het echt nodig hebben kunnen we medicinaal gebruik regelen.
En tot slot: verbied het voor alle volwassenen. Echt, we snakken ernaar.
Natuurlijk, een verbod is makkelijk te omzeilen, maar dat is het verbod op cocaïne ook. Ja maar ‘jongeren moeten met sociale media leren omgaan’ – moeten ze ook met harddrugs leren omgaan? En ja, we verdienen geld met sociale media, ik ook, maar als niemand ze meer heeft, bedenken we weer iets nieuws.
In een filmpje om het verbod toe te lichten toont de Australische regering kinderen die in bomen klimmen, met elkaar praten en lachend naar de blauwe lucht kijken. Naïef, zeker, en met een hoog boomergehalte. Maar waarom niet? Toen ik 15 was, rookte iedereen op de middelbare school, ook binnen, ook de leerlingen. Je kan je het nu amper meer voorstellen. Zo hoop ik ook dat dat over een paar jaar geldt voor sociale media. Dat we zeggen: ‘Dat we dát vroeger toestonden’!
Want we kunnen de wereld gewoon veranderen, hè? Als wij dat willen, gebeurt het. Kijk naar het gemak waarmee het verbod op mobiele telefoons in de klas is ingevoerd: in het begin was er gemor, nu heeft niemand het er meer over. Zo zal het ook met een verbod op sociale media gaan: iedereen wil dit. Behalve de mensen die anderen ermee uitbuiten.
Dus Dick Schoof: verlos ons van de socials. Als we daar niet in slagen, niet voor politici, niet voor kinderen en niet voor volwassenen, verbied míj het dan in ieder geval. Geef me boetes, geef me celstraf, ga me waterboarden – alles. verlos mij. Ik ben niet zo sterk als mijn 20-jarige dochter. Ik kan dit niet alleen.