Di-rect is klaar voor De Kuip: ‘Je hart open, je armen wijd, dan moet het vanzelf gaan’

Ze zijn heel relaxed. Ze hebben nog een maand, als we elkaar spreken op de plek waar het moet gaan gebeuren, maar er wordt niet meer gerepeteerd. Niet meer geschoven met nummers. Niet meer getry-out. „Ik heb de hele tijd een gevoel van: klopt dit wel?” zegt Bas van Wageningen. „Zouden we nu niet heel druk moeten zijn? Deze maand was eigenlijk gereserveerd voor als we muzikaal nog niet helemaal alles op orde hadden. Maar nee, alles klopt. We kunnen die show echt morgen spelen als het zou moeten.”

Ze zitten hier alle vijf: bassist Bas van Wageningen (42), gitarist Frans ‘Spike’ van Zoest (41), drummer Jamie Westland (40), gitarist Paul Jan Bakker (56) en zanger Marcel Veenendaal (43) van de Haagse band Di-rect, aan een grote tafel in een skybox met uitzicht op de middenstip van het iconische stadion De Kuip in Rotterdam. De band bestaat 25 jaar en ze spelen op 12, 13 en 14 juni hun grootste shows ooit: drie keer in dit stadion, 50.000 bezoekers per avond.

Zodra ze er allemaal zijn, branden de alledaagse gesprekjes los, in verschillende tinten Haags. Jamie en Bas over een verbouwing met een aannemer die ook heel goede feesten geeft – „Wereldgast, knettergek”. Paul Jan en manager Tim van der Zalm nemen alle wegafsluitingen door waar ze straks door de NAVO-top in Den Haag mee te maken zullen krijgen. „Vanaf Schiphol tot Wassenaar is het gewoon dicht!”. Spike, die als laatste binnenkomt, groet iedereen hartelijk en kijkt over het veld uit. „Het is gewoon een wedstrijddag, hè? Niet normaal spannend, Ajax staat op één punt! Tegen wie moet PSV?”. Marcel staat even tussen de stoeltjes van De Kuip en zegt zachtjes: „Insane.”

Zo leeg is het inderdaad een „insane” uitzicht. De Kuip – pardon, Stadion Feijenoord, is het op één na grootste voetbalstadion van het land en een legendarische concertlocatie. Bob Dylan, Eric Clapton, Bruce Springsteen, Rammstein, Madonna, U2, de Stones, Michael Jackson… de lijst is lang, maar niet eindeloos. Want in juni speelt Di-rect hier de drie laatste concerten. De gemeente Rotterdam gaat woningen laten bouwen rond het stadion en omdat isoleren tegen de geluidsoverlast niet haalbaar is, worden er maar helemaal geen concerten meer gegeven. Het stadion krijgt volgens het AD „miljoenen” ter compensatie.

„We kregen hier een rondleiding”, vertelt Bas, „en we zagen in de catacomben een bord met alle concerten die hier zijn geweest. Dat begint met Bob Dylan in 1978, dan een heel lange lijst met grote namen, en daar passen wij precies onder. En dan komt er ook gewoon geen naam meer bij. Dat is wel lijp.”

Spannend? Mwah, gezonde wedstrijdspanning, meer niet. Beetje bluf, maar ook ervaring. Ze zijn wel wat gewend. Malieveld, Pinkpop, zes keer Ahoy met hun eigen shows, heel vaak in Ahoy bij Vrienden van Amstel Live, het voorprogramma van Kensington in de Johan Cruijff Arena, bij Guus Meeuwis in het Philips Stadion. Jamie: „En we mochten hier in de Kuip als gast bij Marco Borsato een moppie spelen. Het blijft altijd gaaf, maar voor ons is het ook gewoon: bam, show spelen.”

Foto Andreas Terlaak

Driehonderd Duitsers

„Het zal denk ik nooit wennen hoor, zo’n mensenmassa”, zegt Spike, „maar het is ook weer niet helemaal nieuw voor ons.” Tegenover hem knikt gitarist Paul Jan, met zijn grote witte baard en zonnebril: „Het is uiteindelijk de grootste kroeg waar je terecht kan komen. Bij wijze van spreken.” Bas: „Toen we bij Marco Borsato speelden, stonden we zo rond golden hour, een heel mooi plekje. Dat voelde toen als een droom om ooit zelf te kunnen doen, maar op dat moment absoluut onhaalbaar.” Spike: „Ik heb er wel altijd in geloofd, maar ja, er geloven natuurlijk wel honderd bands in zoiets.” Bas, gortdroog: „Ja ik geloofde ook heilig in mijn eerste band, Thunderfuck.” Spike, lachend: „Jammer dat we die naam niet hebben overgenomen. Had je nu ‘Thunderfuck in de Kuip’!” Ze gieren het uit.

„Waar ik zo naar uitkijk”, zegt Spike, „dat we op deze enorme schaal een liedje kunnen spelen als ‘Young Ones’, waar we de set mee afsluiten.” De rest grijpt in: „Godverdomme, spoiler!” Spike lacht beschaamd. „Eeeh, ik zei toch: waarmee we normalíter de set afsluiten? Nou ja, wat ik wilde zeggen: zo’n soort liedje als ‘Young Ones’ is bij shows in elk geval een heel tastbaar moment, omdat het daar vaak van voor tot achter, van links tot rechts het publiek bij de lucht in springt. Dat wordt één groot monster, inclusief De Kuip, want die beweegt mee.” Spike was bij de kampioenswedstrijd van Feyenoord in 2023, toen het met 3-0 van Go Ahead Eagles won en de Kuip met het publiek als één groot organisme meebewoog. „Dat heb je alleen hier, niet in de Arena, niet op het Malieveld en ook niet in het Bingoal stadion in Den Haag. Er is maar één Kuip. Dáár droom je van als je als jongetje begint met gitaarspelen, niet van andere stadions.” „Rotterdam is bovendien een beetje ons tweede thuis”, zegt Jamie. „Ahoy is de zaal waar we het meest hebben gespeeld, daar kennen we elke portier. We delen zelfs een luchthaven.” En ben jij hier niet ook geboren, vraagt Spike. Jamie: „Oh tering inderdaad, ik ben hier ook geboren!”

Beter een kleine zaal vol dan een grote zaal leeg

Paul Jan
gitarist

Ze hebben een rondje try-out shows in Duitsland gedaan, in zalen voor een man of driehonderd, om te werken aan de show. Hun overtuiging is: als de volgorde van de songs, de dynamiek, de balans en de spanningsboog werkt in zo’n kleine zaal, dan werkt het ook in een stadion. Bas: „Het fijne van try-outen in Duitsland is dat ze je grotendeels niet kennen. Alle troeven die je in Nederland achter de hand hebt, omdat het ene liedje nou eenmaal een grotere hit is dan de andere, tellen daar niet. Dan komt het echt aan op energie, overtuiging, de vertaalslag die je maakt met het verhaal dat je op zo’n avond vertelt. Dat is de meest eerlijke test van zo’n setlist. En het is tof dat het zonder de toeters en bellen werkt. Dat geeft vertrouwen.”

Moet voor de frontman toch heel anders zijn, driehonderd Duitsers voor je neus of bijna 50.000 van hun eigen trouwe fans? Marcel Veenendaal, aan het eind van de tafel, twijfelt even. „Hmm, nee, eigenlijk niet. Je hart open, je armen wijd, en dan moet het vanzelf gaan. Je kunt van tevoren niet weten wat voor indruk het op je zal maken. Je kunt je overal op voorbereiden, maar het is beter om in dat diepe te duiken. Give them a smile, a hug, a big kiss and sing your heart out.”


Lees ook

Rammstein en De Kuip smelten samen tot een ijzersterke legering

Till Lindemann van Rammstein in Stadion Feijenoord in Rotterdam.

Veenendaal is een beetje de filosoof van de groep. Rustig, stil als je niks vraagt, een beetje ingetogen. Het is ook een moeilijke tijd voor hem. Niet lang voor het interview verloor hij zijn oudere broer Michael in een verkeersongeval. Hij is dankbaar voor alle steun die hij heeft ontvangen de afgelopen tijd, en ook de hechte band van de groep helpt. „Zo hebben we talloze dingen meegemaakt samen. Alles vindt plaats binnen zo’n band. We hebben mensen weggebracht, we hebben er nieuwe mensen bij gekregen. Dat is het leven, met alle horten en stoten. We voelen ons in elk geval veilig en verbonden genoeg om alles bespreekbaar te maken, omdat dat van essentieel belang is. Dus ook op een moment als nu.” Hij is even stil, maar snel volgt een grapje. „Je bent ook gewoon blij als je gewoon geen pijn hebt bij het plassen of zo.” Ze lachen. „We worden allemaal ouder, dus we maken alles samen mee.”

Een charismatische kerel

De carrière van Di-rect volgt een vreemde, oscillerende lijn. Ze begonnen in 1999 als tieners onder de vleugels van Jamies vader Dick Westland. Een vroege hit (‘Just the Way I Do’), een platencontract, 3FM, TMF, Lowlands en Pinkpop en vier succesvolle albums volgden. Maar in 2009 stapt zanger Tim Akkerman uit de band, om zich te kunnen richten op een solocarrière. Een schok, maar het blijkt niet slecht uit te pakken voor Di-rect, als ze met een veelbekeken zoektocht op tv (Wie Is Di-rect?, bij BNN) uiteindelijk Marcel Veenendaal als nieuwe frontman kiezen – een charismatische kerel en sterke, veelzijdige zanger, die met zijn theaterachtergrond gemaakt blijkt voor de grotere podia die de band ambieerde.

De band maakt stappen, maar een paar jaar later, zo rond 2014, komt de klad er in. In zalen waar 1.200 mensen in passen, staat soms maar vijftig man. Ze schakelen terug naar kleinere zalen en besluiten gewoon maar weer van kleins af aan te beginnen. De releaseshow van hun ep in 2016 is in de Tolhuistuin in Amsterdam. „En gewoon trots blijven hè,” zegt Paul Jan. „Beter een kleine zaal vol dan een grote zaal leeg. Ups and downs, zo gaat dat gewoon, je weet dat het altijd weer naar beneden kan gaan.”

Wij zijn altijd een hechte club geweest, het is echte vriendschap

Jamie Westland
drummer

Langzaam bouwen ze het weer op. Ze voegen elementen van soul en funk toe aan hun sound met strijkers en blazers, en in 2019 kunnen ze een lijstje grote concerten plannen voor de zomer erop, inclusief twee eigen concerten in de Rotterdamse Ahoy. Dat was natuurlijk buiten de coronacrisis gerekend. Maar gek genoeg leverde die stille periode ze juist veel op. De timing van hun langzaam ontbrandende hit ‘Soldier On’ was uitstekend: het werd geadopteerd als nationaal hart onder de riem en hun grootste hit in twee decennia. En Di-rect zat niet stil: ze speelden livestreamconcerten op bijzondere Haagse locaties – Omniversum, Scheveningse pier, Mauritshuis en meer – waar in totaal bijna 70.000 mensen een online ticket voor kopen, en als klap op de vuurpijl winnen ze in 2021 de prestigieuze Popprijs. Als ze de coronacrisis uit komen, zijn ze ineens opnieuw een grote band.

„Deze drie shows gaan voor mij over doorzettingsvermogen”, zegt Spike. „Je moet doorbikkelen. En als iedereen dezelfde passie voelt voor die muziek, en we kunnen met dezelfde passie die muziek blijven maken, dan zijn dit soort mooie dingen – hij wijst naar buiten, en laat z’n blik over de blauwe stoeltjes in het stadion gaan – „het gevolg”.

Samen barbecueën

Dat ze zo hecht zijn, hielp ook in coronatijd. Ze zochten elkaar vaak op, gingen in plaats van repeteren samen barbecueën. „Je hebt ook bands die nooit op elkaars verjaardagen komen”, zegt Jamie. „Maar wij zijn altijd een hechte club geweest, het is echte vriendschap.” Marcel: „Normaal gesproken als we ergens heengaan of als we een show hebben, begint het al met het verzamelen bij Bas voor de deur, en dan zien we elkaar weer bij de eerste benzinepomp en zo verder. Je moet er toch niet aan denken om elkaar pas te treffen in de kleedkamer op een festival.” Jamie: „En ook als het wat minder gaat, blijft de muziek het belangrijkste bij ons. Dat is nog steeds het leukste dat er is. Ook al waren de zalen niet altijd vol, het glas is bij ons altijd halfvol.” Dat is volgens de drummer ook de reden dat zij die coronacrisis zo goed zijn uitgekomen. „We zijn ook niet zo goed in stilzitten. Straks na de Kuip is de bedoeling dat we vijf maanden niets gaan doen. Nou, ik ben benieuwd. Ik geef het anderhalve week.”