Koelbloedig, emotieloos, uiterst efficiënt, amoreel en door zijn mysterieuze ondoorgrondelijkheid zelfs een beetje erotiserend. Het beeld van de huurmoordenaar is grotendeels bepaald door de cinema, betoogt Hit Man, de nieuwste film van Richard Linklater. Linklater postuleert bij monde van hoofdpersoon Gary zelfs dat de professionele hitman in het echt niet eens bestaat. Het is slechts een uitvinding van de entertainmentindustrie. Films, maar ook series en populaire games als Hitman.
Dat er moorden op bestelling plaatsvinden, staat buiten kijf. Maar die worden voor een paar honderd euro gepleegd door gewetenloze jonge mannen op zoek naar een zakcentje, niet door sexy professionals. Een zorgvuldig voorbereide en uitgevoerde moord is een puur cinefiele daad, aldus Linklater. Hij illustreert Gary’s betoog met een montage van clips uit klassieke Hollywoodfilms, waaronder Alfred Hitchcocks Dial M for Murder. Je hoeft slechts een ‘M’ te draaien, en de huurmoordenaar – altijd type eenzame loner – komt opdraven.
Wat zo’n filmische ‘engel des doods’ precies doet, wordt onomwonden verwoord door John Cusack in Grosse Pointe Blank: „A psychopath kills for no reason. I kill for money. It’s a job.” Het uitvoeren van deze ‘job’ wordt een ‘hit’ genoemd. En een moord wordt eufemistisch aangeduid als ‘een contract’. (Zie ook de filmtitels Murder by Contract en I Hired a Contract Killer). De opdracht kan komen van een individu, schimmige organisatie of corrupte overheid.
Het genre is al decennia een standaard in de filmindustrie, met vele hoogtepunten, zoals het methodische The Day of the Jackal (1973), het licht absurdistische Branded to Kill (1967) van de Japanse meesterstilist Seijun Suzuki en John Woo’s energieke The Killer (1989).
Maar aanvankelijk was de huurmoordenaar slechts een bijfiguur. Door de komst van de geluidsfilm, zo’n honderd jaar geleden, werd het genre van de gangsterfilm populair. Het geluid van ratelende machinegeweren, piepende banden en de met straattaal doorspekte dialogen trok drommen mensen. De meeste aandacht ging uit naar de gangster, de huurmoordenaar was een hulpje.
Moraalridders waren er niet blij mee, verheerlijkte Hollywood de gangster en de georganiseerde misdaad niet teveel? Censuurregels moesten de glamour van de gangster indammen: misdaad mocht niet lonen, dus stierf de gangster altijd aan het eind van het verhaal. Boontje komt om zijn loontje. Een lot dat de hitman ook beschoren is.
Expressieloos
Een van de invloedrijkste films die de huurmoordenaar centraal stelt, is This Gun for Hire (1942, naar een boek van Graham Greene). De kille killer wordt gespeeld door debuterend acteur Alan Ladd. Hij doet dat op minimalistische wijze, een acteerstijl die perfect past bij de calculerende, onthechte, altijd op zijn hoede zijnde Raven.
This Gun for Hire heeft een formidabele openingssequentie. Voordat Raven zijn eerste hit uitvoert, aait hij een poesje en geeft hij wat melk. Zodat de toeschouwer weet: deze man doet vreselijke dingen, maar hij deugt heus wel. Wat in de finale ook zal blijken. Uiteindelijk wordt zelfs zijn gedrag verklaard, hij heeft een jeugdtrauma. Hij sterft met een glimlachje om de lippen, de enige keer dat hij expressie toont.
Die expressieloosheid werd een vast onderdeel van de huurmoordenaar. 25 jaar na This Gun for Hire zag je het ook in het maskerachtige, melancholieke gezicht van Delon in Le samouraï. Een uitgebeende, existentiële hitmanfilm die niet alleen de acteerstijl leent van This Gun for Hire, maar ook de trenchcoat, gleufhoed en het vogeltje dat Delon houdt.
Le samouraï-regisseur Jean-Pierre Melville voegde wel een extra dimensie toe aan de mythische moordenaar door hem te vergelijken met een samoerai, de befaamde Japanse krijger die volgens een erecode leeft, de Bushido. Niet alleen die erecode keerde vaak terug, maar ook het romantische beeld van de samoerai zelf galmde na. Bijvoorbeeld in hiphophitmanfilm Ghost Dog: The Way of the Samurai (1999) van Jim Jarmusch en John Woo’s („Melville is als een God voor mij”) The Killer. Le samouraï illustreert bovendien op fraaie wijze de doodsdrift die kleeft aan de figuur van de hitman. In het openingsbeeld van Le samouraï ligt Delon bewegingloos rokend op bed in een halfduistere kamer, alsof hij al dood is. Het maakte de huurmoordenaar tot tragische held, als belichaming van existentiële eenzaamheid.
De huurmoordenaar bleef een succesvol archetype in de filmindustrie, al paste hij zich wel aan de tijdgeest aan. In Michael Manns Collateral (2004) is de professionele hitman de logische uitkomst van ver doorgevoerd kapitalisme: alles is te koop, dus ook een moord op bestelling. De onberispelijk geklede, zwijgzame Vincent (Tom Cruise) is uiterst efficiënt en blijkt, net als Raven in This Gun for Hire, een tragische voorgeschiedenis te hebben. Zijn professionalisme en stijlgevoel wekken bewondering, zelden was een huurmoordenaar zo aantrekkelijk.
Volgens Linklater worden er jaarlijks wel een of twee films over huurmoordenaars gemaakt, zoals vorig jaar David Finchers The Killer en dit jaar zijn eigen Hit Man en Knox Goes Away, van en met Michael Keaton. Die laatste probeert de huurmoordenaar nog iets te vermenselijken. Knox (Keaton) lijdt aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, wat betekent dat hij in snel tempo zijn geheugen kwijt zal zijn. Lastig voor een huurmoordenaar, maar het heeft één voordeel grapt hij: dan vergeet hij ook alle slechte dingen die hij heeft gedaan. Het wordt niet meer dan verdienstelijk uitgevoerd, met als enige bijzonderheid een lui bijrolletje van Al Pacino.
De huurmoordenaar vertegenwoordigt een type mannelijkheid – de hitwoman is zeer schaars – dat lang in trek was (en is?). Dat van een man met natuurlijk overwicht en een vanzelfsprekende autoriteit. Hij kan zichzelf prima redden, heeft niemand nodig, laat niet met zich sollen en leidt het liefst een solitair bestaan: vrouwen zijn een gevaarlijke afleiding. Zelfredzaam, bikkelhard, eenzaam, volkomen onthecht en omgeven door dood en geweld: de huurmoordenaar verenigt uitersten die altijd zullen fascineren. Ook al bestaan ze alleen in film.