N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Nomen est omen Karel de Grote en Iwan de Verschrikkelijke kent iedereen wel, maar er zijn nog veel meer heersers met opvallende bijnamen. Bart Funnekotter stelt ze aan u voor. Deze week: een bastaard die een dynastie stichtte.
Je zou het niet zeggen, maar van de Frankische heerser Karel Martel is zijn eigennaam net zo bijzonder als zijn bijnaam. Tegenwoordig geldt Karel als een beetje ouderwetse naam (minder dan een kwart procent van de Nederlandse bevolking heet nog zo), maar ooit was de naam nieuw en uniek – namelijk toen in 689 de zoon van de Frankische hofmeier Pepijn van Herstal geboren werd.
Aan die geboorte zit een bijzonder verhaal vast, dat te lezen valt in de dertiende-eeuwse kroniek van de Duitse monnik Alexander van Roes. Pepijn was getrouwd met Plectrudis, maar had een affaire met Aplaida. Zijn minnares raakte zwanger en beviel van een gezonde jongen. De bode die Pepijn dit nieuws moest brengen, trof hem aan in gezelschap van zijn wettige echtgenote – en moest dus om de hete brei heen draaien. Hij sprak: „Vivat rex, quia karl erst.”
Misschien wat fraaier
Daarmee bedoelde hij dat Aplaida een mooie zoon gekregen had, omdat karl indertijd de betekenis had van „ein starck mensche, der strack gelider het” – een sterk mens met krachtige ledematen. Pepijn zou geantwoord hebben: „Bonum nomen est Karl” – Karel is een mooie naam.
Nu schreef Alexander deze anekdote pas zeshonderd jaar na dato op, dus het verhaal is in de loop der eeuwen misschien wat fraaier geworden. Over de uniciteit van de naam Karel staat echter al in de Liber historiae Francorum uit de achtste eeuw geschreven dat Pepijn zijn zoon „vocavitque nomen eius lingue proprietate Carlo” – de naam Karel in zijn eigen taal gegeven had. Van een vroegere Karel is geen enkele bron een spoor. In een genealogisch overzicht uit de tiende eeuw van de Karolingische dynastie (die dus naar déze Karel is vernoemd en niet naar zijn kleinzoon Karel de Grote) staat expliciet vermeld dat Pepijn de eerste was die een man verwekte met de naam Karel.
Poitiers werd indertijd niet gezien als de belangrijkste zege van Karel, die permanent verwikkeld was in (burger)oorlogen
Dit kind is niet de geschiedenis in gegaan dankzij zijn voornaam, maar vanwege zijn bijnaam Martel, die ‘de Hamer’ betekent. Veel mensen denken dat hij die titel verdiende toen hij in 732 bij Poitiers in Frankrijk de invasiemacht van kalief Abdul Rahman versloeg – en daarmee de Arabische veroveringen een halt toeriep – maar daar zetten historici tegenwoordig vraagtekens bij. Poitiers, hoewel een fraaie overwinning, werd indertijd niet gezien als de belangrijkste zege van Karel, die permanent verwikkeld was in (burger)oorlogen.
De Duitse historicus Ulrich Nonn zette de bronnen op een rijtje en kwam tot de conclusie dat tijdens zijn leven niemand Karel als ‘de Hamer’ beschreef. Deze bijnaam dook op perkament voor het eerst op aan het eind van de negende eeuw: aanvankelijk als Malleus en Tudites, kort daarna als Martellus, de versie die beklijfde.
Beide woorden horen, aldus Nonn, niet bij het Latijn zoals dat in de Middeleeuwen gesproken werd. De conclusie moet daarom zijn dat Karel zijn bijnaam kreeg in de volkstaal, en dat kroniekschrijvers die later vertaalden naar het Latijn. Over de betekenis bestaat geen twijfel: de hamer staat symbool voor Karels kracht en dapperheid tijdens de vele veldslagen die hij vocht.