Deze hertog werd vermoord door de meid die hij wilde verkrachten

Nomen est omen Karel de Grote en Ivan de Verschrikkelijke kent iedereen wel, maar er zijn nog veel meer heersers met opvallende bijnamen. Bart Funnekotter stelt ze aan u voor. Deze week: deze hertog vocht veel, maar stierf door vrouwenhand.

Wladislaus III Spillebeen1161 - 1231
Wladislaus III Spillebeen1161 – 1231

Foto Jan Matejko

Je zal maar op hele dunne beentjes de loden last moeten dragen van de heerschappij over het hertogdom Krakau, het hertogdom Groot-Polen én het groothertogdom Polen. Dit was het lot van Wladislaus III, telg van geslacht der Piasten. Zijn bijnaam was Laskonogi, ‘Spillebeen’, en dat was dus omdat zijn lijf daadwerkelijk rustte op slanke stelten.

We kennen deze bijnaam uit de Kronika wielkopolska, een anonieme kroniek uit het einde van dertiende eeuw. Wladislaus was de vijfde zoon van hertog Mieszko III de Oude. (Een saaie bijnaam voor de dynastie van de Piasten, die ook een Scheefmond, Kroesharige, Krombeen, Gehoornde en Ellelange in de gelederen had.) Omdat al zijn broers voor hem waren overleden, belandde Wladislaus in 1202 na het overlijden van zijn vader pardoes op de troon.

Aan de stok

Rustig genieten van de macht kon hij niet. Zijn neef Leszek I de Witte kwam al snel tegen hem in opstand en verdreef hem in 1206 uit Krakau. Hierna volgde een jarenlange onoverzichtelijke oorlog tussen allerlei edelen. De strijd golfde heen en weer zonder dat iemand erin slaagde het pleit te beslechten. Wladislaus had het daarnaast ook nog aan de stok met Poolse geestelijken die wereldlijke ambities koesterden.

In 1227 riep Leszek de Witte een congres in het dorpje Gąsawa bijeen waar alle onmin bijgelegd moest worden. Hij zou er zelf zijn, alsook Wladislaus Odonic, een andere neef van Wladislaus Spillenbeen, die was uitgegroeid tot zijn belangrijkste tegenstander. Hertog Hendrik met de Baard, die eerder als vredestichter had opgetreden, was er ook. Wladislaus zelf liet om mysterieuze reden verstek gaan.

Dat kwam goed uit, want op 24 november overviel een strijdmacht van de Swantopolk II, de hertog van Pommeren, het congres. Leszek de Witte werd vermoord en Hendrik met de Baard overleefde zijn wonden maar nét.

Wladislaus Spillebeen maakte meteen van de chaos gebruik. Hij versloeg zijn neef Wladislaus Odonic en zette hem gevangen. Zo lukte het de dunbenige de heerschappij in Krakau te heroveren en zich opnieuw te laten uitroepen tot groothertog van Polen.

Ongelukkige vorst

Helaas voor hem wist zijn irritante neefje vrijwel meteen te ontsnappen. Hij ging een verbintenis aan met hertog Koenraad I van Mazovië (ook al een Piast) en samen vielen ze in 1228 Spillenbeen aan. De ongelukkige vorst werd verslagen en zou de jaren die hem nog restten vergeefse pogingen doen zijn macht te herstellen.

Wladislaus leefde niet lang meer. Volgens de vijftiende-eeuwse historicus Jan Dlugosz frequenteerde Spillebeen regelmatig prostituees om zijn driften te bevredigen. Daar had hij het beter bij kunnen houden, want in 1231 bracht zijn libido hem in fatale problemen.

De monnik Alberik van Trois-Fontaines noteerde in zijn kroniek dat de toen zeventigjarige hertog een keukenmeid probeerde te verkrachten. Zij was daarvan niet gediend, pakte een mes en stak hem dood.