Deze herdenking was menselijker dan die op 4 mei

ZAP Op verschillende plekken in Nederland werd gisteren het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië herdacht. De verschillen met de jaarlijkse herdenking op 4 mei zijn groot.

Winfried Baijens en Eric de Vroedt bij de Nationale Herdenking 15 augustus 1945.
Winfried Baijens en Eric de Vroedt bij de Nationale Herdenking 15 augustus 1945. Beeld NOS

Wat een verschil met de Dodenherdenking op de Dam van 4 mei. De NOS deed dinsdagavond verslag van de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 bij het Indisch Monument in de Scheveningse Bosjes. Hier wordt jaarlijks het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië herdacht.

De Indië-herdenking heeft altijd in de schaduw gestaan van de grote herdenking op 4 mei, maar beleeft de laatste jaren een opmerkelijke opleving. Vermoedelijk hangt dat samen met de toegenomen interesse in het Nederlands koloniaal verleden, en de kanteling van het beeld daarvan. Die kanteling heeft ook zijn weerslag op de controverses rond de herdenking.

De verschillen met 4 mei zijn groot. Bij de herdenking op de Dam kan ik vaak nauwelijks ademhalen van de loodzware, stramme plechtigheid. Een opeengepakte massa zwijgende mensen tussen steen, een eindeloze reeks kransleggers. In de Scheveningse Bosjes zat het publiek op stoelen, met veel ruimte en groen om hen heen, de praatjes waren persoonlijker. Het was, hoe zeg ik het, menselijker.

De presentatie van de NOS was ook losser, met interviewtjes vooraf en filmpjes tussendoor. Presentator Winfried Baijens sprak met Eric de Vroedt van Het Nationale Theater, dat een programma verzorgt rond de herdenking. De Vroedt bleek een enthousiaste, snelle spreker, die de gretige nieuwsgierigheid van de jongere generaties goed representeerde. Met De Vroedt behandelde Baijens ook kort het controversiële van de herdenking. Die is van oudsher gericht op Indische Nederlanders en indo’s. De Indonesiërs komen er bekaaid vanaf. Twee jaar geleden besmeurde een Indonesische actiegroep daarom het monument met leuzen in rode verf. De achterstelling van Indonesische nabestaanden is extra pijnlijk omdat voor hen de Nederlanders geen slachtoffer zijn, maar daders.

Lees ook: Hoe de Indiëherdenking generaties verdeelt

Voor de Japanners kwamen, zo memoreerde De Vroedt, waren de Nederlanders de onderdrukkers. „Japan bezette niet een onschuldig land, het was een land dat al bezet was.” En nadat de Japanners vertrokken, gingen Nederlanders en Indonesiërs elkaar te lijf in de Onafhankelijkheidsoorlog. Het einde van de oorlog was in Indonesië dan ook veel minder een bevrijding dan in Nederland.

Beroerde timing

De Indische Nederlanders en indo’s vinden op hun beurt dat het Indonesische leed tegenwoordig te veel aandacht krijgt. Bij de herdenking in Amsterdam sprak de dochter van kapitein Westerling, ze was in het journaal te zien. Zij pleitte voor eerherstel van haar vader en andere Nederlandse militairen die in de Onafhankelijkheidsoorlog streden. Reden voor burgemeester Femke Halsema om weg te blijven bij de herdenking. De Vroedt vond het optreden van Westerlings dochter schandalig. Hij noemde de KNIL-commandant een sadist en een oorlogsmisdadiger.

Vorig jaar is voor eens en altijd vastgesteld dat het Nederlandse leger tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog structureel oorlogsmisdaden pleegde: martelen, buitenrechtelijke executies, dorpen platbranden. Zeventig jaar lang heeft de regering de militairen de hand boven het hoofd gehouden. Nu pleiten voor eerherstel voor oorlogsmisdadigers die nooit zijn veroordeeld, getuigt in ieder geval van een beroerde timing.

En het is zo onnodig om deze herdenking ermee te besmetten. Die gaat niet over de Onafhankelijkheidsoorlog. Die gaat over de slachtoffers van de Japanse bezetting. Het is voorbij, samen treuren zou mooi zijn. Maar ja, ook bij deze Nationale Herdenking zag ik vrijwel alleen Indische Nederlanders en indo’s. De Indonesische ambassadeur mocht een krans leggen, maar bleef verder onzichtbaar. Zijn aankondiging werd overstemd door de militaire kapel. Dus ik was blij dat De Vroedt nog even zei waar het op staat.

Zanger Boudewijn de Groot legde de witte ‘driegeneratiekrans’ met zijn dochter en kleindochter. Verder droeg hij zijn liedtekst ‘Hoe meer ik dichterbij kom’ voor: „Kijk mama kijk/ Hier sta ik, inmiddels oud en grijs.” Jammer dat hij het niet zong, het is een aangrijpend lied over zijn moeder, de danseres Fee de Groot-Saueressig. De Groot werd geboren in een Japans concentratiekamp, zijn moeder overleed daar toen hij één jaar was. Hoe ouder hij wordt, hoe meer hij aan haar denkt. Hij hoopt haar straks weer te zien. „Misschien zal het gebeuren/ En zul je blij verrast zijn, als je ziet/ Dat ik naar je wenk.”