Deze fotografen houden een woordeloze dialoog met de zee

Foto’s Annegien van Doorn en Neeltje Flipse-Roelse / Het Polderhuis / Westkapelle

In beeld De zee fotograferen, moet dat nou, dacht Annegien van Doorn (1982) toen ze werd gevraagd voor een Zeeuws fotoproject. Maar toen bleek dat ze mocht reageren op het werk van de Walcherse Neeltje Flipse-Roelse (1921-2008) werd het ineens wél interessant.

Iederéén maakt al foto’s van de zee, wat kan ik daar in hemelsnaam nog aan toevoegen? Dat was haar eerste gedachte toen Annegien van Doorn werd gevraagd voor een fotoproject in Zeeland met de zee als thema. „Maar toen kreeg ik Neeltje in de schoot geworpen.”

‘Neeltje’ is Neeltje Flipse-Roelse (1921-2008), die haar hele leven in Westkapelle woonde, op het puntje van Walcheren – waarschijnlijk is er geen plek in Nederland waar méér zee is. Haar leven had gemakkelijk ongezien kunnen blijven als ze op haar vijftiende geen camera had gekregen. Ze is „een aparte”, zeiden ze op het dorp. Ze hield niet erg van huishouden en kon onder het aardappels schillen opeens weglopen om de bijzondere lucht boven zee te fotograferen die ze door het raam had gezien.

De foto’s van Flipse-Roelse zijn altijd bezien in historische context. In de oorlog fotografeerde ze de Duitse bezetters, de camera verborgen in de plooien van haar klederdracht. Ze legde de verwoesting van Westkapelle vast door geallieerde bombardementen die de dijk braken, zodat Walcheren onder water liep. Van haar dorp bleef nagenoeg niets heel en er vielen 150 doden, zodat ‘bevrijding’ een wrange smaak kreeg. En daarna fotografeerde ze de wederopbouw, hoe het leven terugkeerde of doorging, hoe je het maar bekijkt.

Foto’s Annegien van Doorn en Neeltje Flipse-Roelse / Het Polderhuis / Westkapelle

Moest Annegien van Doorn (1982) met die foto’s ‘een dialoog’ aangaan? Toen ze beter keek, zag ze nog iets anders in het werk: spannende experimenten met licht en schaduw, vorm. Zoals haar foto’s uit de strenge winter van 1963 waarin de branding tot ijssculpturen was gestold. Ze zag hoe ze oog had voor het vreemde in het gewone. Wandelaars op het strand, maar alleen hun rare benen. Een bal en een perfect opspringende jongen in zwembroek, waarvan je niet weet of hij de bal nog moet koppen of al gekopt heeft.

En ja, zo fotografeert Van Doorn zelf ook in haar vrije werk (en ook wel bij werk in opdracht): dat je twee keer moet kijken en moet glimlachen. Een rij lege potten en flessen onder een bankstel, die er lijken te schuilen. Een paard met een dekkleed, gewoon een paard met een dekkleed, totdat je ziet dat het kleed een zebra-motief heeft.

En met die tweede, ‘nieuwe Neeltje’, die aparte, wilde Van Doorn maar al te graag iets maken. Hun woordeloze gesprek is vorig jaar onder de titel Ons dorp en de zee te zien geweest in het Zeeuws Museum in Middelburg en, om een breed publiek te trekken, als ‘buitenexpositie’ op het treinstation in die stad. Deze week is het ook in boekvorm gepresenteerd, onder de titel Sea You, bij Foam Editions in Amsterdam.

Het is geen beeldrijm, en tegelijkertijd weer wel: zo zet Van Doorn tegenover die springende jongen-met-bal een foto van een zeehond op het strand. Zodat je na een seconde ziet: Circus! En dan is de verbinding gelegd. Naast Flipses ijssculpturen in de branding: een foto van wat scharretjes die een krabbenvisser als aas gebruikt, maar dan moet hij die visjes wel eerst ontdooien. En bij Flipses losse wandelbeentjes staat een foto van Liselore en Jacco die, elk vrij moment „op d’n diek” naar de zee gaan kijken in hun auto. Van Doorn fotografeerde alleen hun armen, allebei met een bakje friet in de hand.

Het is geen beeldrijm, en tegelijkertijd weer wel

Zo voegt ze wel degelijk iets toe, om te beginnen het idee dat de zee geen object is, nooit hetzelfde, maar een scherm om je verbeelding en verlangens op te projecteren, om al je zintuigen in uit te strekken.

Dat blijkt, behalve uit de foto’s, in de prachtige geluidstrack die ze maakte en waarop tientallen Westkappelaars vertellen wat ze van de zee vinden en zo een kleine ode aan hun zee brengen: even je hoofd leegmaken, een ruzie of de sleur ontvluchten, de „trek van de horizon” voelen, „contact maken met iets groters”. Zoals Harriët, een jonge moeder die met haar paard in zee zwemt en de kracht van het water opwindend vindt. Of Piet, een gepensioneerde bouwer van de houten paalhoofden die moeten voorkomen dat de zee het zand meesleurt. Hij is nooit op vakantie geweest, zegt hij. „Nu, ik lieg, ik ben naar Drenthe geweest, maar ik was blij als ik weer thuis was.”

Bij het boekje hoort nog een tweede track, waarop je de zee zelf hoort, helemaal alleen, niemand kijkt.

Sea You: a photo dialogue between Neeltje Flipse-Roelse & Annegien van Doorn, 52 blz., Foam Amsterdam & annegienvandoorn.com

Foto Neeltje Flipse-Roelse / Het Polderhuis / Westkapelle

Foto Annegien van Doorn

Foto Annegien van Doorn

Foto Annegien van Doorn

Foto Neeltje Flipse-Roelse / Het Polderhuis / Westkapelle

Foto Neeltje Flipse-Roelse / Het Polderhuis / Westkapelle

Foto Annegien van Doorn

Foto Annegien van Doorn

Foto Annegien van Doorn

Foto Annegien van Doorn

Foto Neeltje Flipse-Roelse / Het Polderhuis / Westkapelle

Foto Annegien van Doorn

Foto Annegien van Doorn