Deze dodenparade is een ode aan het leven

Zap Rond Allerzielen delen nabestaanden in het tv-programma Voor wie steek jij een kaarsje op? herinneringen aan dierbare overledenen. Nee, dat is niet deprimerend.

De overleden Evert in ‘Voor wie steek jij een kaarsje op?’
De overleden Evert in ‘Voor wie steek jij een kaarsje op?’

KRO-NCRV

Heel soms laat KRO-NCRV nog zijn roomse wortels zien. Bijvoorbeeld op Allerzielen, de dag dat katholieken hun doden herdenken. In het tv-programma Voor wie steek jij een kaarsje op? delen nabestaanden herinneringen aan dierbare overledenen. Op de feestdag zelf, 2 november, presenteerde Anita Witzier de grote uitzending. Daarnaast verzorgt Joris Linssen deze week iedere dag een korte aflevering, in samenwerking met regionale omroepen.

Enkele doden worden eruit gelicht en krijgen een langer in memoriam. Linssen zet bijvoorbeeld de kleurrijke pastor Hans Hageman in het zonnetje. Voor hij pastor werd, was Hageman operettezanger. Alom geliefd, tegendraads, maar iemand die volgens zijn gezin een totaal ander, moeilijk karakter kreeg toen hij begon te dementeren. „Het is heel iemand anders”, zegt zijn vrouw, „daar krijg je het gewoon benauwd van”. Na de dood van Hageman verbeterde de relatie aanzienlijk. In de herinnering werd hij weer de leuke pastor die hij ooit was.

Het palet aan doden is divers, van circusartieste Anneke Olivier tot Roy Ristie, de ‘Burgemeester van de Bijlmer’. Overigens de enige overledene die niet wit is. Moeilijk te verdragen zijn de verhalen over de jonge doden. De twintigers die nog volop in het leven stonden, de vrachtwagenchauffeur die vlak voor zijn trouwdag verongelukte. Tussen de reportages door loopt Linssen kerken binnen om willekeurige mensen aan te spreken die een kaarsje komen aansteken voor een dierbare. Dit is eigenlijk het mooiste gedeelte van de reeks. Dat heeft te maken met de wonderbaarlijke gave van Joris Linssen, die hij ook laat zien in Hello Goodbye, om willekeurige voorbijgangers aan te spreken en hun een prachtige, tragisch levensverhaal te ontlokken, barstensvol emoties.

Deze pure, spontane vorm van het concept ontbreekt in de grote uitzending die Anita Witzier doet. Daarin is alles voorgeproduceerd. Bijzonder daarin is de jong overleden Judith Peters, omdat die zelf onderzoek deed naar rouwverwerking. Zij onderzocht de troost die mensen vinden in de tekenen van gene zijde: de zonnestraal die plots op het graf valt, de regenboog, het vogeltje voor het raam. De geliefde is verdwenen, maar de band blijft bestaan. Dus vertel je verhalen waarin diegene voortleeft. Peters noemde het ‘symbolische onsterfelijkheid’. Door haar overlijden kon ze haar onderzoek niet afmaken.

Tussen emo-tv en onaangename sensatie

Cipier Evert, tevens MC op dansfeesten, vroeg zich voor zijn dood af wat hij wilde achterlaten voor zijn éénjarige tweeling. Mooie herinneringen, had hij bedacht. Dus liet de stoere, baardende levensgenieter zich fotograferen met een roze tutu aan, die de dochter op zijn arm zich zeker zal herinneren. „Hij wilde gewoon iets wat hem onsterfelijk maakte”, zegt zijn vrouw.

Moeilijk vind ik dat Witzier er twee vermoorde kinderen tussen heeft zitten, wier gewelddadige dood eerder de media haalden. Ik weet wel, dit is emo-tv, het is de bedoeling dat er tranen vloeien, dat je wordt geraakt. Maar met vermoorde kinderen wordt het ineens onaangename sensatie – hoe gewetensvol het ook wordt aangepakt. Misschien verstoort het te zeer de herkenbaarheid van het programma. Iedereen heeft doden te betreuren, en zal zich herkennen in de verhalen. Maar met de schokkende verhalen van vermoorde kinderen is het herkenbare, alledaagse van de dood er vanaf.

Is dat niet deprimerend, zo’n dodenparade? Zeker niet. „Rouw is de achterkant van liefde”, zegt Witzier. De geïnterviewden laten vooral zien hoeveel ze van de doden houden, en hoezeer de doden van het leven hielden. Liefde en verlies horen bij elkaar. Zo wordt dit programma een ode aan het leven, dat ondanks alles, de moeite waard is om te leven.