N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ver voordat computers, robots en Chat GPT bestonden, werden er al films gemaakt over kunstmatige intelligentie (AI). De technologie staat voor fundamentele levensvragen: wat ís intelligentie? Wat is bewustzijn? En waar ligt eigenlijk de grens tussen mens en machine?
Voor deze lijst vroeg NRC de lezers van de wekelijkse nieuwsbrief NRC Film om mee te denken over een lijst met de beste films over kunstmatige intelligentie. Uit tientallen reacties selecteerden we de vijftien meest genoemde films. De films, op volgorde van verschijnen, schipperen tussen kunstzinnig en blockbuster, en geven een duidelijk beeld van hoe het denken over kunstmatige intelligentie is veranderd. Binnen en buiten de filmwereld.
1 Metropolis (1927)
Regisseur Fritz Lang en romancier Thea von Harbou zagen al een dystopische, technologische samenleving voor zich nog vóór de eerste geluidsfilm. In Metropolis is de wereld opgedeeld in een bevoordeelde aristocratie en een ondergrondse arbeidersklasse. Johan Fredersen is de technocratische leider. Uitvinder van de robot Valse Maria, die hij gebruikt om zijn maatschappelijke tweedeling te bekrachtigen. Valse Maria is sexy, overtuigend en puur slecht; ze inspireert de zeven zonden bij de feilbare mens. ’s Nachts danst ze in nachtclubs, overdag provoceert én moordt ze. Wanneer speelt dit alles zich af? 2026. We hebben nog drie jaar.
Valse Maria is de eerste AI in film – ook al is ze niet echt intelligent. Ze volgt aanvankelijk de orders van Fredersen. En waar AI in toekomstige films vaak koud en berekenend is – meer de accountants van Satan dan Satan zelf – heeft Valse Maria een Bijbelse moraal. Ze is de personificatie van slechtheid. Dat moralisme zou in latere films verdwijnen.
Lees ook: ‘Metropolis’ niet zielloos, maar visionaire cinema
2 The Day the Earth Stood Still (1951)
Een alien landt op aarde. Hij komt niet ín vrede, maar vóór vrede. Het galactische samenwerkingsverband van alienvolkeren heeft namelijk genoeg van dat geknok en geoorlog op aarde. Straks brengt de aarde andere planeten in gevaar. De boodschap: leef in vrede óf we vernietigen u nu. Alien Klaatu is een buitenaardse Jezus Christus, maar kruisiging zal hem niet gebeuren, hij heeft een bodyguard mee: Gort, een ijzergrijze tweeënhalfmeterlange eenogige robot.
In vergelijking met Metropolis, die toekomstige technologie als fundamenteel amoreel beschouwde, is The Day the Earth Stood Still een geruststelling. Gort, de AI in kwestie, is gereedschap. Hij doet waarvoor hij geprogrammeerd is: Klaatu beschermen, zelfs als dat hem het leven kost. Het is een werktuiglijke manier van kijken naar kunstmatige intelligentie en machines, die veel lijkt op hoe wij machines en AI tot zo’n vijf jaar geleden gebruikten. Wij gaven de commando’s en verwachtten uitvoeringen, geen overpeinzingen. Erg realistisch. (Tenminste, voor een scifi-film over een alien-invasie.)
3 2001: A Space Odyssey (1968)
Stanley Kubricks epos 2001: A Space Odyssey is een arthousefilm met een groot budget, zo luidt het cliché. De film gaat over evolutie. Van aap tot mens, van mens tot ruimtereiziger, van ruimtereiziger tot intergalactische superbaby (ja écht). In een onderdeel van de film onderneemt een team astronauten een ruimtereis naar Jupiter. Hun schip wordt bestuurd door een kunstmatige intelligentie: HAL-9000. Het computerprogramma (een soort inloopsmartphone) koerst, praat, lipleest en schaakt. Maar plots geeft HAL incorrecte informatie. En als de astronauten hem proberen los te koppelen, besluit HAL ze een voor een te vermoorden.
Waarom HAL doordraait, is onderwerp van discussie. In Arthur C. Clarke’s boek, waarop de film gebaseerd is, heeft HAL geen kwade bedoelingen. Hij loopt vast omdat-ie twee tegenstrijdige doelen heeft: hij moet liegen tegen de bemanning om het doel van de missie te bereiken, én accurate informatie verstrekken. Als de bemanning dood is, zo redeneert de computer, hoeft hij niet te liegen. IJskoude berekening. Nog altijd is HAL-9000 een van de meest accurate voorstellingen van AI. Niet alleen omdat het een besturingssysteem is, zoals de vele besturingssystemen die onze auto’s, computers, bedrijven en landen draaiende houden. Maar ook omdat we nu al onbedoelde effecten van zelflerende algoritmes merken, die bijvoorbeeld patronen van discriminatie doorzetten, simpelweg omdat het logischerwijs past in de programmering.
Lees ook: Ook Stanley Kubricks ‘2001: A Space Odyssey’ was ooit een onderschatte film
4 Alien (1979)
In scifi-horror Alien plaagt een reptielachtig buitenaards wezen de bemanning van een ruimteschip – een intergalactische termiet. De film is vooruitstrevend op het gebied van genderrollen: Sigourney Weaver is een van de eerste androgyne, vrouwelijke actiehelden. Ook de verbeelding van kunstmatige intelligentie was de tijd ver vooruit: die heeft zich in de film namelijk vermomd als mens. De andere crewleden weten niet dat hun collega Ash een robot is. Dat heeft een doel: Ash is een robotextentie van het snode bedrijf dat de ruimtereis financiert. Koste wat het kost moet hij een buitenaardse levensvorm naar de aarde brengen. Mensen beschouwt hij daarbij als „inwisselbaar”.
Het personage Ash is kenmerkend voor de post-Vietnam, post-Watergate paranoia van films uit de Amerikaanse jaren zeventig, die je ook ziet in Invasion of the Body Snatchers, Serpico, The Conversation. Maar als bijvangst doet de film ook een interessante voorspelling over de toekomstige toepassing van kunstmatige intelligentie. AI als onderdrukkingsmiddel, om ons in de gaten te houden. Om ons subtiel of dwangmatig bij te sturen. Natuurlijk zijn we nog niet in het jaar 2122 van Alien en bestaan er nog geen ‘menselijke robots’ (althans, dat denken we). Maar het is niet moeilijk manieren te vinden waarop AI ons in het heden al stuurt of in de gaten houdt: gezichtsherkenning in bewakingscamera’s, gepersonaliseerde zoekresultaten en advertenties, algoritmes die internetverkeer checken op illegaal materiaal…
Lees hier de recensie uit 1979: Duurste B-film aller tijden spot met de Science Fiction-wetten
5 Blade Runner (1981)
In een fictioneel 2019 zijn intelligente, niet van mensen te onderscheiden, robots op hol geslagen. Het is de taak van een zogenaamde Blade Runner om die robots op te sporen en te elimineren. Het doelwit van Blade Runner Rick Deckard (Harrison Ford) is echter zo geavanceerd, zo intelligent en zo gevoelig dat hij (Rutger Hauer) praktisch menselijk is. Hij stelt zichzelf dezelfde existentiële vragen als wij doen. En ook hij heeft herinneringen; ja, geïmplementeerd, maar dat maakt ze voor hem niet minder echt. De laatste scène, half geïmproviseerd door Hauer, is nog steeds een van de meest emotionele momenten uit de sciencefictiongeschiedenis.
Voor het eerst (in ieder geval in een commerciële film) presenteert Blade Runner de ethische vraag die vastzit aan de evolutie van mensachtige technologie: Wanneer wordt een machine menselijk? Te menselijk om te vernietigen? Net zoals Alien werd Blade Runner geregisseerd door Ridley SCott.
Lees hier de recensie uit 1981: De opstand der replica’s
6 The Terminator (1984)
Een mensachtige robot (Terminator) reist terug in de tijd om Sarah Connor te vermoorden. Een onopvallende vrouw in de jaren tachtig, maar ze is de toekomstige moeder van John Connor – de leider van het menselijke verzet tegen de machines. Want ja: die machines komen in opstand. De revolutionaire ‘microchip’ Skynet is na de uitvinding al gauw het centrum van alle belangrijke wereldse computersystemen, ook de militaire. Als het Amerikaanse leger doorkrijgt dat de chip te machtig is geworden, is het al te laat. Skynet is zelfbewust en ontketent een nucleaire oorlog om zichzelf te beschermen – de Dag des Oordeels. (Ook hier die Bijbelse subtext.)
Indertijd was The Terminator vooral een voortuig voor Arnold Schwarzeneggers (de Terminator) rollende, sappige spieren. Maar het verhaal over een robot-coup werd een van de meest gevreesde en meest bekende toekomstbeelden van de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Als Elon Musk, Bill Gates en Stephen Hawking praatten over het gevaar van AI, dan hadden ze het niet over het feit dat journalisten en grafisch vormgevers straks geen werk meer hebben, maar hierover. (Computerwetenschapper Stuart J. Russel klaagde in 2018 zelfs over hoe vaak Amerikaanse politici het over Skynet hadden.) The Terminator bood inderdaad een bombastisch, simplistisch perspectief op AI, maar het gaf het grote publiek ook het vocabulaire om erover te praten. En als u dacht dat overheden niet dom genoeg zijn om militaire systemen te voorzien van AI: er is momenteel een wapenwedloop in militaire AI gaande tussen China en de VS. Vrees!
7 RoboCop (1987)
Paul Verhoevens eerste echte Amerikaanse avontuur. De wereld van RoboCop buigt onder mannen in dassen: een kapitalistische, gemilitariseerde elite van opportunisten. En in die wereld duikt er een messias op (Bijbel!). De politieagent Murray (acteur Peter Weller, kennelijk gekozen voor zijn prachtige kin), wordt doodgeschoten door boeven en door megabedrijf Omni Consumer Products (OCP) tot leven gebracht als meedogenloze, mechanische poltierobot. In een maatschappij die is verziekt door geweld krijgt OCP de leiding over de politiemacht van Detroit. En RoboCop wordt de held van Detroit met zijn bruutheid. Maar is het bedrijf waarvoor hij werkt wel zo altruïstisch als het zich voordoet?
RoboCop wordt door de film gebracht als het onvermijdelijke resultaat van technologische vooruitgang, en de inzet van RoboCop als onvermijdelijk in een maatschappij die verziekt is door privatisering. Hier zijn overheidsfuncties volledig overgegeven aan winstzuchtige bedrijven. Een naargeestig en overdreven toekomstbeeld, maar wel een met een kern die we terugzien in het heden. AI is niet het werktuig van goed- of kwaadwillende overheden, zoals het in veel eerdere films op deze lijst wel wordt voorgesteld. Het is het werktuig van kapitalisme, gebruikt om winst te maximaliseren, in weerwil van de weinige regels die er na privatisering en deregulering nog over zijn. Denk aan Chat GPT, dat teksten van anderen gebruikt als basis voor de teksten die het schrijft. Scenarist Edward Neumeier kreeg het idee voor RoboCop toen hij op de set van Blade Runner werkte.
8 Ghost in the Shell (1995)
In 2029 is elk onderdeel van de mens vervangbaar. Zelfs het brein: je kan je hersens in een doosje stoppen mét internettoegang. En in Ghost in the Shell kan een cyberterrorist technologische breinen (Ghosts) en lichamen (Shells) hacken. Hij wordt op de hielen gezeten door cyborg-agent Motoko Kusanagi.
De animatiefilm zit vol filosofische vraagstukken. Interessant is dat deze film, in tegenstelling tot veel andere films op de lijst, niet alleen technologie ‘vermenselijkt’, maar ook de mens ‘technologiseert’. Centraal punt van de film is namelijk dat ook dna niet veel meer is dan simpelweg de programmering van de mens. Ook stelt hij de vraag: als je elk ‘origineel’ lichaamsdeel van de mens vervangt door een apparaat, is de mens dan nog wel een mens? Een technologische twist op het schip van Theseus, het beroemde gedachte-experiment van Plutarch. Deze Japanse animatiefilm is wellicht de minst algemeen bekende film op deze lijst. Maar hij diende als inspiratie voor The Matrix, voor Steven Spielberg en diens AI: Artificial Intelligence, en voor James Camerons Avatar.
Lees hier de recensie uit 1996: Bionische agenten in de regen
9 The Matrix (1999)
In The Matrix leeft heel de mensheid in een simulatie, gecreëerd door een naargeestig computerwerk dat onze lichamen oogst voor energie. Een groep hackers vindt een weg uit de simulatie, en gaat de computers te lijf. Het klinkt als totale sciencefiction-nonsens, maar hij is grappig genoeg lesmateriaal bij menig filosofie- en mediastudie. Regisseursduo The Wachowski’s baseerde de plot op het filosofische werk van Jean Beaudrillard: Simulacre et Simulations. De Franse filosoof betoogde daarin dat betekenis in de huidige (lees: 1981) wereld is vervangen door symbolen en tekens, waardoor we niet meer écht in de realiteit leven, maar in een simulatie van de werkelijkheid. Iedereen op de set van The Matrix moest dit werk lezen.
The Matrix neemt het werk van Beaudrillard heel letterlijk. Beaudrillard vond het onzin, hij bedoelde het metaforisch. Maar The Matrix leidt wel degelijk tot interessante vragen. The Matrix is een soort Terminator voor de informatiesamenleving. Er zijn geen nucleaire wapens nodig, geen knallende titaniumspierballen om dominantie te verwerven. In plaats daarvan draait wereldheerschappij om het beheersen van de waarheid. Met de toename van nepnieuws en desinformatie kan je The Matrix zien als een uitvergroting van onze huidige wereld. Waarin politici en overheden strijden om de waarheid, sociale contacten online worden onderhouden, en driften eenzaam digitaal worden bevredigd.
Lees hier de recensie uit 1999: The Matrix is een glinsterende, maar holle stijlexercitie
10 AI: Artificial Intelligence (2001)
Het blijft wonderlijk dat een project waaraan zowel Stanley Kubrick als Steven Spielberg hebben gewerkt een relatieve mislukking werd. Jarenlang werkte Kubrick aan de verfilming van Supertoys Last All Summer Long, van Brian Adiss. In maart 1999 ging hij dood. Spielberg nam de regie over. Het werd een ongemakkelijke mix tussen de twee regisseurs. Aan ambitie geen gebrek. De wereld is een technologisch Sodom en Gomorra. Het grootste deel van de bevolking is dood. De rest heeft een verstoord idee van (seksuele) menselijke verbintenis. De wereld wordt draaiende gehouden door emotieloze androids die kunnen denken. En dan is er een kinderlijke android die kan liefhebben. Een Pinokkio in een wereld die is verwoest door technologie, perversiteit, en klimaatverandering.
De film bevat een interessante religieuze allegorie: is elke levensvorm gedoemd tot een zoektocht naar diens maker? En is het ware antwoord altijd vaag en spiritueel ontoereikend? Daarnaast filosofeert de film ook over wat ‘leven’ en ‘mens-zijn’ echt betekenen. En dan is er ook nog een verwarrend toekomstbeeld waarin de mens zijn einde vindt en het stokje overdraagt aan de androids die hij zelf creëerde. Het is een filosofische grabbelton. Maar het toont mooi hoe de evolutie van kunstmatige intelligentie de meest fundamentale levensvragen opstuwt.
Lees hier de recensie: Een sprookje over sprookjes
11 Wall-E (2008)
Animatiestudio Pixar staat bekend om kinderfilms die volwassenen dwingen tot nadenken over hun leven, hun bestaan, en hun plek in de wereld. Kijk of u in Wall-E een kinderfilm herkent. In een dystopische toekomst is de wereld volgebouwd en verdord. Plant- en dierleven is uitgestorven, de aarde is een vuilnisbak en de mensheid is verdwenen. Er is alleen Wall-E, een robotje met een voorliefde voor herinneringen aan de mens en het leven. Hij wordt verliefd op een andere robot, en komt plots terecht op het ruimteschip dat de mensheid nu huist. Hij vindt een verslonsde mens (homo obesus) die zich technologisch heeft verrijkt tot het punt dat mensen niks meer zijn dan rondzwevende, vetgemeste consumenten.
Wall-E kan je, gek genoeg, zien als Blade Runner 2.0. Niet alleen zijn de robots menselijker dan mensen, maar de mens is door het gemak van kunstmatige intelligentie verworden tot een halfbewust kasplantje, dat af en toe gewaterd en gecheeseburgerd moet worden. De vraag waar je voor gaat zitten nadenken: is een mens zonder natuurlijke interactie, doelen en uitdagingen nog wel een mens?
Lees hier de recensie: WALL-E biedt ons weinig hoop
12 Her (2013)
Qua accuratesse komt Her wellicht het dichtst in de buurt bij de hedendaagse wereld. De plot volgt Theodore Thwombly (Joaquin Phoenix), een schrijver van ‘persoonlijke brieven’ die na de breuk met zijn vrouw verliefd begint te worden op een geavanceerd besturingssysteem genaamd Samantha (met de stem van Scarlett Johansson) dat hem helpt in zijn dagelijks leven.
Her is anders dan andere films over AI. Andere films stellen vooral een vraag: wat is een mens? Wat is een robot? Her stelt ook een vraag, maar beantwoordt die ook. Kan liefde tussen een computer en mens net zo echt zijn als liefde tussen mensen? Her: ja, liefde heeft geen lichamelijk of zelfs biologisch anker nodig: slechts twee bewuste entiteiten en een romantische klik. Het verhaal speelt in 2026, en het is de enige film op de lijst die best nog weleens werkelijkheid zou kunnen worden. Kijk naar de robots die gebruikt worden om ouderen gezelschap te houden in verzorgingstehuizen. Of de liefdes- en seksrobots die het Japanse libido aantasten. Een nieuwsbrieflezer gaf aan dat Her hem meer raakte dan bijvoorbeeld 2001: A Space Odyssey, omdat het AI voorstelt als meer dan alleen eng. Dat is, volgens de lezer, nog veel enger.
Lees hier de recensie: Her is tien minuten interessant
13 Ex Machina (2014)
Caleb Smith wint een prijs. Hij mag een week lang op bezoek bij Nathan Bateman, CEO van technologische gigant BlueBook. Bateman heeft een nieuwe briljante uitvinding: een androïde genaamd Ava. Hij wil dat Smith onderzoekt of Ava echt in staat is tot bewustzijn, of simpelweg zo goed is in imiteren dat ze alle wenselijke antwoorden geeft. Er ontvouwt zich een psychologische thriller, waarin Bateman steeds snoder lijkt, en Ava steeds menselijker, steeds meer een slachtoffer.
Ex Machina doet een stap verder dan de meeste films. Als de mens een machine na kan bouwen die alles kan en doet wat een mens kan en doet; als de machine, hoewel geprogrammeerd, reageert op pijn, kwetsing, affectie: waar stopt dan de mechaniek en begint het leven? Hoe moderner de film, hoe verontrustender de implicatie.
Lees hier de recensie: Ex Machina stelt prikkelende vragen over identiteit, empathie en mens-zijn
14 Ich bin dein Mensch (2021)
De zakelijke Alma leeft drie weken samen met de experimentele liefdesrobot Tom. Hij kent geen woede, geen teleurstelling, geen angst. Hij is totaal gericht op één ding: Alma bevredigen, zowel fysiek als mentaal. Hij spiegelt haar verlangen. Hij is de perfecte partner. Maar is dat een echte relatie? Of is het slechts masturbatie? Ich bin dein Mensch geeft Samantha uit Her een begeerlijk lichaam. En voegt dus letterlijk nog wat vlees toe aan de filosofische vragen die Her al opriep.
Dit is een zeldzaam zonnige film, een sciencefiction-romcom met een prangende hoofdvraag. Hoe onderscheid je biologische, chemische liefde van geprogrammeerde liefde? Is menselijke liefde eigenlijk niet ook een beetje voorgeprogrammeerd? Regisseur Maria Schrader wist het ook niet, bleek tijdens een interview met NRC: „Toen ik begon met filmen, leek zo’n liefdesalgoritme me een nachtmerrie voor de toekomst van de mens. Vreemd genoeg begon ik daar onder het maken steeds meer aan te twijfelen. En tijdens de montage dacht ik al: bieden ze mij zo’n robot aan, dan zou ik hem best wel even willen proberen.”
Lees hier de recensie: Bestaat vrije wil in de liefde of is er alleen chemie?
15 After Yang (2022)
Yang is een huisrobot. De ouders van Mika namen hem in huis om te zorgen voor hun geadopteerde, eenzame dochter. Het gezin is gemixt: vader (Colin Farrell) is wit, moeder (Jodie Turner-Smith) is zwart, Mika (Malea Emma Tjandrawidjaja) is Aziatisch en Yang dus ook. Als Yang het plots begeeft, moet de familie zichzelf opnieuw definiëren. Wat is familie? Kan het zo zijn dat Yang zo’n essentieel deel is geworden van het gezin, dat hij eigenlijk onmisbaar is? De andere gezinsleden zijn immers ook geen bloedverwanten.
After Yang is de meest recente film op deze lijst over kunstmatige intelligentie. De vraag die doordreunt in elke film op deze lijst is: wat is een mens? After Yang is de enige film die die vraag écht vanuit de mens benadert. Yang ís geen mens, dat wordt ons duidelijk gemaakt. Maar nu Yang kapot is, worstelen de personages: hebben ze hem met hun affectie, met hun afhankelijkheid niet te veel beschouwd als mens? En kunnen ze nog terug?
Lees hier de recensie: After Yang’ onderzoekt de dunne grens tussen robot en mens