Dertig jaar lang misbruik en geweld bij SOS Kinderdorpen in Suriname

Mishandeling Getuigen van SOS Kinderdorpen Suriname vertelden onderzoeksbureau Verinorm onder meer over „zeer ernstige gewelddaden tegen baby’s, soms hun eigen zusje of broertje”.
Een vlag van SOS Kinderdorpen in Guinee-Bissau.
Een vlag van SOS Kinderdorpen in Guinee-Bissau. Foto: Roel Burgler

Bij SOS Kinderdorpen in Suriname was vanaf de oprichting in 1972 tot de sluiting in 2006 sprake van seksueel, fysiek, emotioneel en financieel misbruik. Dat bevestigt onderzoeksbureau Verinorm donderdag na berichtgeving door Nieuwsuur.

Sommigen van de negentien mensen die aan het onderzoek hebben meegewerkt, waren getuige van „zeer ernstige gewelddaden tegen baby’s, soms hun eigen zusje of broertje”, citeert Nieuwsuur uit het Verinorm-onderzoek. Kinderen van een ‘SOS-tante’ zouden slachtoffers met elkaar hebben laten vechten en sponsorgeld zou zijn gestolen.

Onderzoek

In 2021 werd bekend dat tientallen kinderen in instellingen van SOS Kinderdorpen in twintig landen slachtoffer zijn geweest van onder meer seksueel misbruik en fysiek geweld. Na die onthullingen traden drie slachtoffers van misbruik in Suriname naar voren, waarop SOS Kinderdorpen uitgebreider onderzoek liet uitvoeren naar de locatie in Paramaribo.

Het volledige onderzoek wordt later op donderdagavond gepubliceerd. SOS Kinderdorpen komt rond die tijd naar verwachting ook met een verklaring. Tegenover Nieuwsuur zegt de liefdadigheidsorganisatie dat de langdurige mishandeling „tegen alles indruist waar we voor staan”.

Lees ook Kinderen slachtoffer van seksueel misbruik en geweld bij SOS Kinderdorpen