Derk Wessels (1972-2024) werd weleens onderschat, maar vond zijn plek in de ‘outsider art’

Derk kende Utrecht. En Utrecht kende Derk. De invloed van zelfverklaard ‘kunstmongool’ Derk Wessels verbaast zijn familie nog iedere dag.

Aan de telefoon vertelt moeder Trees Wessels over de vele kaarten en brieven die in de bus vallen sinds het overlijden, eind juli, van haar middelste kind. Hij was 51 jaar. „Wildvreemde mensen laten weten dat ze Derk kennen uit de stadsbus die hij regelmatig nam. Een mevrouw schreef dat hij altijd een stoel voor haar vrijhield. En een ander vertelde dat iedereen meteen vrolijk werd als Derk de bus in stapte omdat hij hardop vertelde wat voor mooie dingen hij op straat voorbij zag komen. Ik had geen idee dat zijn reikwijdte zo groot was. Veel groter dan wat ik zag of kende.”

„Zijn kunst heeft een enorm vrolijke vibe”

Derk Wessels is een bekende naam in de wereld van de art brut – kunst van autodidacten met een beperking – én in het expressionistische kunstcircuit. Zijn kleurrijke tekeningen, lino’s en schilderijen van fantasiedieren, bloemen en landschappen bevinden zich in collecties in binnen- en buitenland. Zijn werk is onder meer te zien in het Museum van de Geest in Haarlem, het H’Art Museum Amsterdam en op diverse plekken in Japan en het Verenigd Koninkrijk.

In zijn geboortestad Utrecht zijn drie van zijn werken uitvergroot tot muurschilderingen, door graffitikunstenaar JanIsDeMan: „Ik vind het heel vet als mensen een glimlach op hun gezicht krijgen van mijn werk. Dus ik ben dankbaar dat ik de kans kreeg om muurschilderingen van Derks werk te maken. Zijn kunst heeft een enorm vrolijke vibe.”

Reguliere basisschool

Derk Wessels werd in 1972 geboren met het syndroom van Down én ernstige hartproblemen. „Mijn broertje was drie van de vier weken ziek toen hij klein was”, vertelt zijn oudere broer Maarten Wessels. „Had hij geen bronchitis, dan was het wel longontsteking.”

In 1976 werd hij geopereerd door de befaamde Zuid-Afrikaanse hartchirurg Francis Hitchcock in het Utrechtse Wilhelmina Kinderziekenhuis. „Sindsdien is Derk nooit meer ziek geweest.”

Als kleuter ging Derk naar een dagopvang voor kinderen met een beperking. Maar hij kwam iedere dag gehavend uit het taxibusje, omdat er ook een nogal agressief jongetje in de bus zat. Toen zijn moeder zag dat Derk bovendien veel meer leerde van zijn twee jaar jongere zusje Marieke dan op de opvang, regelde zij dat Derk met zijn zusje mee kon naar de kleuterschool. „Dat ging wonderwel”, vertelt zij.

Toen Marieke naar de basisschool ging, zochten zijn ouders een nieuwe plek voor Derk. Uiteindelijk vroegen ze een Utrechtse onderwijsinspecteur om raad, en die stuurde de familie naar de Dr. Bosschool, die „niet bang voor een experiment” was, vertelt Trees Wessels. „En zo mocht Derk op zijn achtste naar de eerste klas; nu groep drie. Hij was, voor zover ik weet, in Nederland het eerste kind met het Downsyndroom dat naar de gewone basisschool ging. Derk kreeg een eigen vakkenpakket en leerde lezen en schrijven. De school was fantastisch. Derk ging naar feestjes van kinderen uit zijn klas en mocht buitenlandse nieuwkomers Nederlandse woorden leren uit plaatjesboeken. Echt geweldig.”

Derk Wessels omstreeks 1983.
Foto familiearchief

Zwerftochten in de bergen

In het gezin Wessels werd Derk net zo behandeld als zijn broer en zus. En dus zwierf ook hij in de vakanties urenlang door de Italiaanse Dolomieten. Broer Maarten lacht hard: „Op zo’n tocht arriveerden we in een berghut en een mevrouw nam aan dat wij alleen de laatste paar honderd meter vanaf de parkeerplek hadden gewandeld. Dus wij vertelden dat we uit het dal kwamen en vijf uur hadden gelopen. Die mevrouw prikte haar vinger vlak onder de neus van Derk en zei: ‘Toch niet met hem?’ Derk stak vervolgens zijn tong uit, keek zo scheel mogelijk en stak zijn middelvinger op. Die vrouw deinsde achteruit. Mijn ouders boos: want van wie had-ie dat gebaar geleerd? ‘Van broertjebroer’, zei Derk. Waarop ik op mijn donder kreeg en Derk een ijsje.”

Na de basisschool ging Derk naar het voortgezet speciaal onderwijs. Toen hij bijna achttien was, vroeg zijn moeder aan zijn docent wat de mogelijkheden voor haar zoon waren. Zelf dacht zij aan de sociale werkplaats of een baan bij de gemeentelijke plantsoenendienst – toen het standaardwerktraject voor jongeren met het syndroom van Down. De docent achtte dat te hoog gegrepen. „Ik was woest. Derk was een heel sociaal kind en kon geweldig tekenen.”

Zij en haar man Peter lieten het er niet bij zitten. Toen ze hoorden dat Reinaerde, een zorgorganisatie voor mensen met een beperking, een atelier ging opzetten, regelden ze dat Derk een dagje mocht komen kijken.

„Hij is meteen gebleven”, zegt beeldend kunstenaar en begeleider Bert de Groot. „Hij leerde met nieuwe materialen werken en ontdekte nieuwe technieken.” De Groot roemt Wessels eigenheid. „Derk had een heel eigen wijze van naar de wereld kijken. Eentje die ik niet altijd begreep. Dan had hij bijvoorbeeld iets gezien bij Goede Tijden Slechte Tijden en dat leidde tot een kunstwerk. Derk schiep zijn eigen, parallelle wereld. In het begin tekende hij veel vrouwen; hij was dol op blonde vrouwen met blauwe ogen. Vlak naast het atelier was een schapenweide en we daagden hem uit om schapen te gaan tekenen. Hij kwam terug met iets wat totaal niet op een schaap leek. Daarmee geconfronteerd keek hij heel zielig en zei vervolgens heel zelfverzekerd: ‘het zijn schaapvogels’.” Lachend: „De gedrukte exemplaren van die lino’s zijn allemaal uitverkocht.”

Geridderd

Wessels’ werk nam vrij snel een vlucht. In 2006 kreeg hij een overzichtstentoonstelling in het Centraal Museum in Utrecht. Toenmalig artistiek directeur Pauline Terreehorst noemde zijn werk ‘heel stevig en origineel’. Twaalf jaar later werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. „Derk was een zelfbewuste persoonlijkheid met een heel bijzondere gave”, memoreert oud-burgemeester van Utrecht Jan van Zanen. „Met geen woord repte de burgemeester tijdens de uitreiking over Derks handicap”, vertelt broer Maarten. „Hij werd geprezen om zijn werk. En zijn internationale bekendheid. Geweldig.”

Derk Wessels stopte twee jaar geleden met tekenen en schilderen. Zoals meer mensen met Down kreeg hij op jonge leeftijd de ziekte van Alzheimer.