‘Derdelanders’ uit Oekraïne houden voorlopig toch recht op opvang

‘Derdelanders’ uit Oekraïne houden voorlopig toch recht op opvang, zo heeft de Raad van State dinsdagavond bepaald. De rechtbank in Amsterdam vroeg het Hof van Justitie van de Europese Unie vorige week om verduidelijking van de regels. In afwachting van die uitspraak mogen ‘derdelanders’ van de Raad van State in Nederland blijven. Het gaat om mensen die bijvoorbeeld vanwege werk of studie met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne woonden toen Rusland ruim twee jaar geleden het land binnenviel en na de inval naar Nederland vluchtten.

In januari bepaalde de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nog dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hun tijdelijke bescherming per 4 maart mocht beëindigen, omdat een Europees besluit de bescherming van gevluchte Oekraïners te verlengen tot voorjaar 2025 niet zou gelden voor derdelanders. Ze kregen tot 1 april de tijd om Nederland te verlaten. Dordrecht en Meppel waren dinsdagmiddag al begonnen met het uit de opvang zetten van derdelanders.


Lees ook
Zijn ‘derdelanders’ uit Oekraïne nu wel of niet principieel gelijk aan oorlogsvluchtelingen?

De rechtbank Haarlem oordeelde in het voordeel van een derdelander.

„Ondanks dat de Afdeling bestuursrechtspraak eerder oordeelde dat hun recht op bescherming per 4 maart 2024 eindigt, mogen zij nu toch blijven in afwachting van antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg op vragen die de rechtbank in Amsterdam eerdere stelde over de Europese richtlijn voor derdelanders”, zo liet de Raad van State dinsdagavond weten.

Beroepszaken

Deze uitspraak geldt voor zes mensen, maar is volgens de Raad van State wel „richtinggevend” voor andere derdelanders. Die zullen in dezelfde omstandigheden dezelfde voorlopige uitspraak krijgen. Advocaat Wil Eikelboom, die enkele vluchtelingen bijstaat, schreef in een eerste reactie op X dat het „ondenkbaar” is dat demissionair asielstaatssecretaris Eric van der Burg de uitspraak „niet van toepassing verklaart op de hele groep”.

In beroepszaken die derdelanders aanspanden, kwamen rechtbanken de afgelopen weken tot verschillende conclusies. Zo oordeelden sommige rechtbanken in lijn met de eerdere uitspraak van de Raad van State dat derdelanders geen recht op bescherming meer hebben, maar anderen juist dat ze voorlopig nog mogen blijven omdat ze geen kans hebben gehad hun persoonlijke omstandigheden toe te lichten of sowieso in Nederland mogen blijven zolang dat ook geldt voor Oekraïners.