Het was dé manier van Pieter Omtzigt om zijn Kamerleden, en misschien ook wel zichzelf, ervan te overtuigen dat NSC moest meedoen aan een kabinet met de PVV: dit werd géén gewoon kabinet. Het werd ‘extraparlementair’ en dat betekende dat de Tweede Kamerleden van de regeringspartijen zich niet gingen bemoeien met de plannen van dat kabinet. Maar meteen al is duidelijk: extraparlementair is het kabinet-Schoof helemaal niet.
Op X noemt Omtzigt zelf het maandagochtend „wennen”. Vorige week werd hij volgens betrokkenen al een paar keer gezien op het ministerie van Financiën, waar de begroting voor Prinsjesdag werd geschreven. En toen die bijna klaar was, werd hij samen met de fractievoorzitters van de andere regeringspartijen uitgenodigd op dat ministerie voor „een gesprek” over de tekst. Het was niet de bedoeling dat het een onderhandeling zou worden, daar liep het wél op uit. Tot diep in de nacht, en volgens bronnen in de coalitie kwam dat vooral door Omtzigt. Die deed, zegt eentje, „over álles moeilijk”. Net als in de kabinetsformatie werd hij emotioneel, opgewonden, liep hij weg. En kwam weer terug. Toen vonden de andere drie partijleiders, Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgöz (VVD) en Caroline van der Plas (BBB) dat heel vaak ingewikkeld, maar ze legden zich erbij neer: het ging over de afspraken van alle vier de partijen aan tafel. Nu gaat het om de plannen van het kabinet-Schoof en bij de andere coalitiepartijen klinkt: van wie kwam het idee ook alweer dat er afstand moest zijn tussen de Tweede Kamer en het kabinet? Binnenskamers liepen de spanningen donderdagnacht flink op. Iemand die erbij betrokken was, voorspelt een paar dagen later „een zware tijd” voor de coalitie.
Zeker is: de vier partijleiders zien zelf ook hoe wankel hun samenwerking tot nu toe verloopt. Ze hebben al een tijdje geleden afgesproken om elke dinsdagochtend bij elkaar te gaan zitten voor ‘coalitieoverleg’.
‘Ongemakkelijke oefening’
Pieter Omtzigt noemt de nachtelijke onderhandeling over de begroting op X „een ongemakkelijke oefening in extraparlementaire verhoudingen”. Hij reageert met die tweet op een artikel in De Telegraaf over het moeizame overleg, met als kop ‘Pieter was in alle staten’, waarin de uitbarstingen van Omtzigt uitgebreid worden beschreven. Omtzigt ontkent het niet, maar lijkt het beeld daarover te willen veranderen: volgens hem is het betrokkenheid. Op X schrijft hij dat hij opkomt voor „mensen die in de knel zitten”. Hun situatie raakt hem, zegt hij. En hij is „niet van teflon”, waarmee hij uithaalt naar Mark Rutte over wie vaak werd gezegd dat hij een teflonlaag had. Dat hij anders is, daar moet „Den Haag maar aan wennen”, vindt Omtzigt.
Op maandagavond hield hij de HJ Schoolezing, in de Rode Hoed in Amsterdam, die gezien wordt als de niet-officiële opening van het politieke jaar. De organisatie, EW, had eerst minister-president Dick Schoof gevraagd maar die had afgezegd omdat hij het te druk heeft. Schoof is op maandag in Oekraïne. Omtzigt zegt in zijn lezing in de Rode Hoed dat anderen hem misschien zien als eigenzinnig: „Ik vind het niet erg om een outsider te zijn.” Wat hij wel erg vindt: „Als men de ogen sluit voor onrecht.” Hij zegt ook, met trillende stem: „U zult mij zien blijven vechten.”
De lezing heeft als titel ‘Denken in oplossingen’ en Omtzigt schetst een somber beeld van Nederland. Volgens hem zijn „delen van de samenleving feitelijk vernield”. De overheid, de regering, de instituties: iedereen „faalde”. De „grote problemen van Nederland” zijn, vindt hij, migratie, volkshuisvesting en onderwijs en volgens hem werden manieren om die op te lossen „bewust of onbewust genegeerd”.
Omtzigt is uitvoerig in zijn analyse en maakt een groot punt van het dalende geboortecijfer in Nederland en andere Europese landen. Hij wijst erop dat in ándere delen van de wereld wel veel kinderen worden geboren. „De geopolitieke implicaties daarvan”, zegt hij, „zijn moeilijk te onderschatten. Om een beeld te geven: in Ethiopie worden dit jaar meer kinderen geboren dan in alle 27 lidstaten van de EU samen.”
De arbeidsmigratie, voorspelt hij, zal niet meer uit Europese landen komen. „Voor Nigeria geldt dat er twee keer zoveel kinderen worden geboren als in de hele EU. Ik laat u raden wat dat betekent over twintig, dertig jaar.”
Als het over oplossingen gaat, is Omtzigt veel minder uitvoerig. Het gaat, zegt hij, om „de regie” die de overheid weer moet nemen, of moet terughalen uit Brussel. Toch waarschuwt hij alvast het kabinet-Schoof: dat moet „daadwerkelijk en concreet” werk maken van de problemen „die al jarenlang schreeuwen om een oplossing”. „Het bestaansrecht van het kabinet is daar onlosmakelijk mee verbonden.”
Beloftes verpakken
Het lijkt wel zeker dat Omtzigt zal moeten blijven uitleggen wat er extraparlementair is aan het kabinet. Dat gebeurt vaker als politici beloftes verpakken in opvallende woorden. Mark Rutte zei in 2021 dat zijn vierde kabinet „nieuw elan” zou hebben, maar wat was dat precies? Het bleef hem achtervolgen. Sigrid Kaag had hetzelfde met het „nieuw leiderschap” dat zij aankondigde. Alles wat D66 daarna deed of wat Kaag zei werd op die manier beoordeeld. Was dít nieuw leiderschap?
Pieter Omtzigt kent dat risico, hij waarschuwt er zelfs voor in zijn lezing op maandagavond. De democratie, zegt hij in de uitverkochte zaal „staat of valt bij politici die zichtbaar ijveren voor de beloftes die zij voor verkiezingen gedaan hebben”. Maar als ze die daarna niet nakomen, „dan verliezen zij in de regel de volgende verkiezingen”.