Democratie is meer dan het monitoren van de stembus

Nigeria Elke vier jaar trekken waarnemers naar Nigeria om een vorsende blik op het kiesproces te werpen. Dat doet de democratie geen goed, ziet .

Stembureau daags na de verkiezingen, afgelopen maart.
Stembureau daags na de verkiezingen, afgelopen maart.

Foto Akintunde Akinleyea/EPA

Normaal gesproken zie ik weinig westerlingen in Nigeria, mijn journalistieke standplaats in West-Afrika. Eens in de vier jaar, als het tijd is voor de presidentiële verkiezingen, komt echter het internationale circus opdraven. Dan vliegen waarnemers en journalisten in om hun vorsende blik te werpen op het kiesproces. Om daarna even gezwind weer te vertrekken. Zo ook eind februari, toen Nigeria naar de stembus ging voor een nieuwe president. Daarmee doen ze de democratie die ze zeggen te bewaken meer kwaad dan goed: de westerse stembusfetisj werkt onbedoeld mee aan de erosie van het geloof in de democratie onder Nigeriaanse burgers.

Stel je voor: Brabanders woonachtig in Amsterdam wordt onder het toeziend oog van de politie toegang tot het stemlokaal geweigerd omdat ze geen autochtone Amsterdammers zijn. Of gewapende mannen overvallen kieslokalen in Arnhem, Heerlen en Den Helder, en maken zo de stemmen op die locaties ongeldig. Of in heel Groningen staan kiezers voor een gesloten deur en komen de stembureauleden pas een half uur voor de officiële stembussluiting opdagen. Of de Commissaris van de Koning van Zeeland trekt hoogstpersoonlijk met een militaire lijfwacht langs de stemlokalen van diens provincie om de resultaten te veranderen.

Als zich in Nederland ook maar één dergelijk incident voordeed, zou het ganse kiesproces in twijfel getrokken worden, en de staat van ’s lands democratie. Toch zijn dit precies het soort taferelen dat zich de afgelopen verkiezingen afspeelde in Nigeria. Aperte misstanden die ook de uitgezonden westerse waarnemers opmerkten en – weliswaar in omfloerste diplomatentaal – opschreven.

Maar daaruit werd geen enkele politieke consequentie getrokken. Daags na de verkiezingen feliciteerden de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de door de Nigeriaanse kiesraad INEC als winnaar aangewezen presidentskandidaat Bola Ahmed Tinubu. De oppositie moet maar naar de rechter stappen als zij het er niet mee eens is, was de boodschap waarin ieder waardeoordeel over de rampzalig verlopen stembusgang angstvallig werd vermeden.


Lees ook: Tweede verkiezingsronde in Nigeria: ‘Het tijdperk voor jongeren is aangebroken

Afrika’s grootste economie

Of het politieke lafheid is of economisch pragmatisme toch zaken te willen doen met Afrika’s grootste olieproducent, de boodschap aan de Nigeriaanse kiezer is duidelijk: de ene democratie is de andere niet. En in het geval van Nigeria, Afrika’s grootste economie, ligt de lat laag.

Dat frustreert vooral de mensen onder de 34 jaar die in aanloop naar deze landelijke verkiezingen massaal een stempas aanvroegen. Deze generatie nam nooit de moeite zich te registreren als kiezer omdat ze uit ervaring wist dat fraude en geweld in Nigeria de verkiezingsresultaten bepalen – niet de briefjes die in de stembus belanden. Door de invoering van nieuwe technologie tijdens het kiesproces durfde deze groep voor het eerst te geloven dat haar stem dit keer wel verschil zou maken. Die hoop werd vervolgens de grond ingeslagen.

Een unieke mobilisatie van een voorheen apolitieke generatie is daarmee tenietgedaan. De vraag is of deze jonge kiezer ooit weer te enthousiasmeren valt voor de stembusgang. In een land waar zeventig procent van de bevolking onder de dertig is, vormt dat een verdere bedreiging voor een toch al uitgeholde democratie.

Want dat is het tweede bezwaar tegen de westerse eendagsvlieg-observatie van de Nigeriaanse verkiezingen: een stembusgang is slechts een momentopname. Veel buitenlandse media pakken daags na de verkiezingen al weer het vliegtuig. Maar door enkel verslag te doen van de stembusgang maak je een karikatuur van de democratie. Alsof die niets meer inhoudt dan stemmen en vervolgens vier jaar je bek houden.

Die aanpak gaat volledig voorbij aan het politieke machtsspel dat al decennia gaande is in Afrika’s volkrijkste land, waarbij het uitsluitend draait om geld. Politici kopen loyaliteit, stemmen én rechters – dezelfde rechters waar de oppositie haar gelijk zou moeten halen. Ze betalen journalisten en hoofdredacteuren en huren klapvee en knokploegen in. Zo geven ze miljoenen uit om het toneelstukje van de stembusgang in hun voordeel te kunnen wenden. Dat zijn investeringen die in de vier daarop volgende jaren moeten worden terugverdiend.

Moslims bij het Eid el-Fitr-gebed in Lagos, half april.
Foto’s Sunday Alamba / AP

In eigen zak gestoken

Volgens de Nigeriaanse beleidsdenktank Agora Policy loopt de Nigeriaanse schatkist jaarlijks bijna tien miljard euro aan inkomsten mis, omdat zestig procent van de betalingen voor overheidscontracten wordt afgeroomd en in eigen zak gestoken: dat is hoe politici de gedane investeringen terug claimen. In die zin draagt het zogenaamde democratische proces direct bij aan de alomtegenwoordige corruptie in Nigeria waar westerlingen dan weer het hoofd over schudden.

Maar het meest verwoestende langetermijneffect van de manier waarop Nigeriaanse partijen de macht bevechten, is de rol die politici daarbij toespelen aan duistere krachten als agbero of area boys. Deze straatbendes worden betaald om te bedreigen en zonodig geweld uit te oefenen om hun politieke baas aan de macht te helpen of houden.

Na de verkiezingen gaat de politieke geldkraan dicht voor de agbero, maar deze met geweld regerende informele macht moet wel gevoed. Dus knijpt de politie een oogje dicht als ze in woonwijken aannemers afpersen, beschermingsgeld aftroggelen van winkeliers, stelen van automobilisten met panne of geld eisen van westerse cameraploegen die in Lagos komen filmen.

Alleen al in Lagos innen area boys meer informele belastingen dan de meeste andere Nigeriaanse deelstaten officieel aan inkomsten genereren. Gefaciliteerd door de overheid terroriseren agbero de gewone burger, en dat gewelddadige systeem graaft zich na elke verkiezingsronde dieper in de Nigeriaanse samenleving in.

Dat zijn de langetermijneffecten van de democratische poppenkast waarvoor de westerse karavaan eens in de vier jaar naar Nigeria afreist. Na het uitroepen van de winnaar reist de stoet verder. Maar minstens zo relevant als wie er won, is de vraag welke blijvende schade het gemankeerde verkiezingsproces heeft aangericht. Als je nalaat dat in perspectief te zetten, zul je ook de vier jaar erna niets begrijpen van wat er zich daadwerkelijk afspeelt in Afrika’s grootste democratie.