N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het ministerie van Defensie heeft voor meerdere miljarden aan nieuwe wapens besteld. Dat schrijft staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie, VVD) maandag in drie Kamerbrieven. De investering in raketsystemen en marineschepen is volgens de staatssecretaris nodig om te reageren op de verslechtering van de internationale veiligheidssituatie. Bij elkaar gaat het nieuwe materieel tussen de 3,5 miljard en 6 miljard euro kosten.
Het gaat ten eerste om raketartilleriesystemen die de vuurkracht van de Landmacht moeten versterken. Momenteel heeft Defensie geen raketartilleriecapaciteit, maar dat is volgens de staatssecretaris wel nodig omdat de oorlog in Oekraïne duidelijk heeft gemaakt dat vuursteun vanaf de grond, voor zowel korte als lange afstanden, „essentieel is in landoperaties”. Met de verplaatsbare systemen kunnen vijandelijke doelen, van luchtverdedigingssystemen tot voorraden, heel precies worden uitgeschakeld, tot op meer dan 70 kilometer afstand.
Defensie heeft daarbij gekozen voor Israëlische Puls-systemen. De Verenigde Staten hadden ook een offerte gemaakt voor de levering van Himars-raketartilleriesystemen, maar daarop is de keuze uiteindelijk niet gevallen. De Puls-systemen zijn namelijk goedkoper, kunnen meer raketten dragen en waren eerder leverbaar. Daarnaast is Puls binnenkort ook geschikt voor munitie die in Europa geproduceerd wordt. De eerste systemen worden naar verwachting aan het einde van dit jaar geleverd. De totale kosten worden geschat op 513,3 miljoen euro.
Langeafstandsbewapening
Ook vanuit de lucht en vanaf zee is de vuurkracht op dit moment onvoldoende, schrijft de staatssecretaris. Defensie wil namelijk in staat zijn om vitale doelen, die vaak ver landinwaarts liggen en goed verdedigd worden, „van grote afstand” en „met grote precisie” kunnen aanvallen en uitschakelen. Daarvoor zijn moderne langeafstandswapens nodig. Dit is niet alleen belangrijk voor het versterken van de capaciteit, maar ook voor afschrikking. Bovendien is er een politieke dimensie, schrijft de staatssecretaris: „Nederland laat aan de bondgenoten in de NAVO en EU zien dat het zijn verantwoordelijkheid neemt voor een sterkere bijdrage aan de gemeenschappelijke afschrikking en verdediging.”
Van der Maat kiest ervoor om maritieme schepen en onderzeeërs te bewapenen met Amerikaanse Tomahawk-kruisvluchtwapens, die een bereik van duizend kilometer hebben. In 2027 moet het eerste schip uitgerust worden met Tomahawks, volgens de planning volgt in 2029 de eerste onderzeeër. De kosten van de kruisvluchtwapens zullen de komende vijftien jaar ergens tussen de 1 en de 2,5 miljard euro liggen, staat in de brief. F-35 gevechtsvliegtuigen worden vanaf 2027 versterkt met Amerikaanse JASSM-ER-raketten, eveneens met een bereik van zo’n duizend kilometer. Deze kosten worden geschat op 250 miljoen tot 1 miljard euro. Over het precieze aantal wapens wil de staatsecretaris geen uitspraken doen, omdat dit nuttige informatie is voor mogelijke tegenstanders.
Twee nieuwe oorlogsschepen
Tot slot wordt Defensie versterkt met twee nieuwe oorlogsschepen. Omdat de huidige twee schepen, zogenoemde M-fregatten, het einde van hun levensduur hebben bereikt, kiest Defensie voor vervanging. De nieuwe Anti Submarine Warfare (ASW)-fregatten moeten niet alleen onderzeeboten kunnen bestrijden, maar ook in staat zijn om op te treden tegen doelen op zee en op het land. Dit is onderdeel van een gezamenlijk project met België, dat ook twee nieuwe oorlogsschepen aanschaft. Het project kost bijna 1,9 miljard euro, in 2029 moet het eerste fregat in gebruik worden genomen.