N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Israël Benjamin Netanyahu gaat voor de zesde keer een Israëlisch kabinet leiden. Ministers uit de nieuwe ploeg hebben aangekondigd dat ze hard zullen optreden tegen de Palestijnen en tegen lhbt’ers.
Het kostte hem meer moeite dan gedacht, maar in de nacht van woensdag op donderdag meldde Benjamin Netanyahu na ruim zes weken onderhandelen dat het hem gelukt was een nieuw Israëlisch kabinet te formeren. Naar verwachting wordt dit niet alleen het meest rechtse dat hij ooit heeft geleid, maar zelfs uit de geschiedenis van Israël. Vooral seculiere Israëliërs vrezen dat hun land er minder vrij door zal worden. Uiterlijk 2 januari zal de nieuwe ploeg beëdigd worden.
„Ik ben erin geslaagd een regering te vormen die voor alle burgers zal zorgen”, verklaarde Netanyahu geruststellend nadat hij president Isaac Herzog had ingelicht over zijn succesvolle formatiepoging. De oud-premier beseft terdege dat veel Israëliërs vrezen dat het nieuwe kabinet, onder druk van de ultranationalistische en orthodoxe coalitiepartners, hun land een knellend conservatief korset zal aanmeten en hardere confrontaties met Palestijnen zal zoeken. Sommige liberale Israëliërs overwegen zelfs al het land daarom vaarwel te zeggen.
Ook dreigt er aan een van de pijlers van de Israëlische democratie te worden gemorreld. De nieuwe extreem-rechtse coalitie wil dat het parlement, de Knesset, het laatste woord krijgt over wat wettelijk toelaatbaar is, in plaats van het Hooggerechtshof. Hierdoor zou de rechtse meerderheid – de aanstaande regering beschikt over 64 van de 120 zetels – wettelijk kunnen doen en laten wat ze wil. Bezorgd waarschuwde de Israëlische procureur-generaal, Gali Baharav-Miara, vorige week al dat er een situatie dreigt waarbij Israël „in naam een democratie is, maar niet in essentie”.
Lees ook: In bezet gebied groeit geweld, straks de lont in het kruitvat
Getroebleerde relaties
Ook voor de Palestijnen belooft het nieuwe kabinet weinig goeds. De toch al ernstig getroebleerde relaties tussen Joden en Palestijnen zullen onder dit kabinet nog meer op scherp komen te staan, terwijl ook dit jaar al bloediger was dan voorgaande jaren. Bij elkaar zijn er op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem, beide door Israël bezet, dit jaar al zo’n 150 Palestijnen en 31 Israëliërs gedood, het hoogste aantal sinds 2006. Deze donderdag was het weer raak: bij de Palestijnse stad Nablus werd een 23-jarige Palestijn door Israëlische troepen doodgeschoten. Vijf anderen raakten gewond.
Onder het nieuwe bewind valt een nog agressievere aanpak van de Palestijnen te verwachten. Itamar Ben-Gvir, de omstreden leider van de partij Joodse Kracht en zelf een kolonist, wordt minister van Veiligheid. Hij zal verregaande controle krijgen over het veiligheidsbeleid ten aanzien van de Westelijke Jordaanoever. De ironie is dat Ben-Gvir zelf indertijd werd afgekeurd voor de dienstplicht omdat zijn gedachten al te extreem waren naar de smaak van de militairen. Hij verkondigde onlangs dat militairen die op Palestijnen schieten immuniteit verdienen, ongeacht de omstandigheden
Veel Israëliërs vrezen dat dit kabinet hun land een knellend conservatief korset zal aanmeten
Ben-Gvirs geestverwant Bezalel Smotrich, leider van de partij Religieus Zionisme en eveneens een kolonist, krijgt het ministerie van Financiën in handen en heeft daarnaast verregaande bevoegdheden over Israëls beleid voor (illegale) Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever bedongen. Beiden hebben eerder gezegd dat ze de Westelijke Jordaanoever graag zouden annexeren. In een eigen Palestijnse staat ziet het tweetal niets.
De nieuwe regering stelt zich verder ten doel om het Joodse karakter van Israël te versterken. Hierbij eisen de twee ultraorthodoxe partijen een hoofdrol voor zich op. Avigdor Maoz, die zich beroemt op zijn homohaat, zal een nieuwe post krijgen op het ministerie van Onderwijs, getiteld ‘Nationale Joodse Identiteit’. Hij zal zich in die hoedanigheid mogen bemoeien met het curriculum op scholen, dat hij graag zou ontdoen van liberale elementen als tolerantie jegens homoseksuelen en niet-Joodse burgers. Ook heeft hij al verklaard dat hij zich zal inzetten om de Gay Pride in Jeruzalem af te schaffen. Hij beschouwt die als „iets walgelijks”.
Lees ook: ‘Zeg dan: de relatie met Israël gaat boven mensenrechten’
Sommige leraren en gemeentebesturen hebben al bij voorbaat verklaard dat ze zich niet aan de voorschriften van Maoz zullen houden, als die naar hun gevoel in strijd zijn met het pluralisme dat scholen tot dusverre werden geacht te onderwijzen aan kinderen.
Concessies aan extreem-rechts
Niet eerder hebben zulke extreme figuren zo veel macht gehad in Israël als in het aanstaande kabinet. Ook binnen Netanyahu’s eigen Likud-partij, die vooral seculier van karakter is, wekt dat zorgen. Sommigen in de partij vinden ook dat Netanyahu te veel concessies aan extreem-rechts heeft gedaan en hun te zware posten heeft gegund.
Netanyahu zelf, die de laatste paar decennia alles bijeen al vijftien jaar premier was, doet dat af als bangmakerij en wijst erop dat hij ervaren genoeg is om te voorkomen dat extreem-rechts kan doordraven. „Ik zal twee handen stevig aan het stuur hebben”, verklaarde hij tegenover de Amerikaanse radiozender NPR. „Ik zal niemand lhbt’ers iets laten aandoen of onze Arabische burgers hun rechten laten ontnemen of zoiets. Dat zal gewoon niet gebeuren.”
Ik zal niemand lhbti’ers iets laten aandoen of onze Arabische burgers hun rechten laten ontnemen
Benjamin Netanyahu aankomend premier
Maar de extreem-rechtse leiders zijn niet van plan om zich door de ervaren Netanyahu te laten overvleugelen. Met het oog daarop eisten ze dat de Knesset hun extra bevoegdheden nog voor het aantreden van het nieuwe kabinet zwart op wit zou vastleggen in speciale nieuwe wetten. Netanyahu zag zich genoopt daarmee in te stemmen.
Een van die wetten was overigens nodig om de weg te effenen voor de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken, de ultraorthodoxe Aryeh Deri. Die heeft namelijk een strafblad wegens belastingontduiking en zou daarom eigenlijk zo’n functie niet kunnen bekleden.
Ook Netanyahu zelf wordt nog altijd achtervolgd door processen op verdenking van corruptie tijdens zijn vorige periode als premier. Zijn coalitiegenoten rekenen hem dat niet zwaar aan, maar wel maakt het Netanyahu kwetsbaarder voor politieke chantage dan hij bij vroegere premierschappen was.
Niet eerder heeft de 73-jarige Netanyahu een regering geleid waarbij al bij aanvang het wantrouwen binnen zijn eigen ministersploeg én in de samenleving jegens hem zo hoog lag opgetast. Het is daarom hoogst onzeker hoelang dit nieuwe kabinet – door vertrekkend demissionair premier Yair Lapid aangeduid als de „meest extreme regering in Israëls geschiedenis” – het zal volhouden.
Hoofdrolspelers Israëlische coalitie