Dé zakmesfabriek van Zwitserland maakt nu zelfs een zakmes zonder mes

Zwitserland is het land van kaas, horloges en zakmessen. En van alle bedrijven die deze typische producten maken is zakmesfabriek Victorinox misschien wel weer het meest Zwitsers.

De fabriek ligt aan de voet van de Alpen in Schwyz, het bescheiden plaatsje waar het hele land naar vernoemd is – hier ontstond in de middeleeuwen de voorloper van het huidige Zwitserland. Stap je uit op het station, dan klingelen er op een paar meter afstand koebellen en zie je groene weiden, alsof je in een Disney-versie van het land terecht bent gekomen. Het bedrijf levert ook nog altijd zakmessen aan het leger, waar het in 1891 mee begon.

Maar het meest Zwitsers is Victorinox misschien wel vanwege die curieuze mix van traditie en moderniteit, zo typisch voor het land. Het zakmes ziet er eigenlijk nog net zo uit als toen oprichter Karl Elsener eind negentiende eeuw het eerste ontwerp maakte. Hij had vanuit zijn werkplaats een eerste bestelling ‘gewone’ messen aan het leger geleverd toen hij besloot verder te sleutelen.

„Hij wilde een klein, licht, elegant mes met veel functies”, zegt huidig directeur Carl Elsener (66), achterkleinzoon van de gelijknamige oprichter. Met een zwiep haalt hij zijn exemplaar uit zijn broekzak, waar hij met het mes uitgeklapt vervaarlijk mee zwaait.

Er zijn innovaties toegevoegd, zoals het brillenschroevendraaiertje in de kurkentrekker – maar de kern is hetzelfde gebleven. Dat geldt ook voor het productieproces: het bedrijf zet elk jaar nog steeds duizenden speciale bestellingen met de hand in elkaar. Je vindt bij Victorinox nog messenslijpers die lemmeten slijpen op slijpwielen.

Tegelijkertijd is alles anders. Victorinox is een wereldwijd merk dat goed is in marketing, dat zich stortte op koffers en horloges. In de fabriek staat nu óók een hypermoderne productielijn volautomatisch zakmessen in elkaar te draaien – kijk, daar gaat het plastic tandenstokertje met haarfijne precisie in het daarvoor bestemde gaatje. En begin volgend jaar komt daar weer een grote verandering bij: een zakmes zonder mes.

Een werknemer van Victorinox stopt handmatig plastic tandenstokers en pincetten in de zakmessen.
Foto Nik Hunger

Snijwonden

Het gebeurt wel eens, zegt Elsener, dat een van de duizend werknemers in de fabriek zich snijdt aan een mes (in kanton Schwyz is Victorinox de grootste private werkgever). Hij zit in een vergaderzaaltje – christelijk kruisje aan de muur, uitzicht op het imposante Mythengebergte. Maar, voegt hij daar snel aan toe: „Niet zo vaak, als je bedenkt dat dit een messenfabriek is.” Eentje die dagelijks 45.000 zakmessen en 90.000 huishoudelijke en professionele messen (zoals koksmessen) maakt.

Lopend door de fabriek snap je hem wel. De messen vliegen je om de oren, ze liggen in bakken te wachten, ze worden geslepen, ze gaan ovens in om hard te worden. Speciale, zelfontworpen machines drukken de messen, blikopeners, schaartjes uit stalen platen. Een bak met scherpe plastic tandenstokertjes, klaar voor assemblage, ziet er nog het onschuldigst uit.

Nadat oprichter Elsener in 1897 zijn speciale mes uitvond, vond dat gretig aftrek bij het Zwitserse leger. Hij doopte in 1921 het bedrijf, tot dan toe Messerfabriek Carl Elsener geheten, om tot Victorinox, naar zijn moeder Victoria en inox, een benaming voor roestvrij staal.

Het was onder Carl Elsener nummer drie, de vader van de huidige directeur, dat het bedrijf zijn grootste ontwikkeling doormaakte. Vanaf 1950 was hij 56 jaar lang de baas, een periode gekenmerkt door automatisering en internationalisering. „Na de Tweede Wereldoorlog gingen de verkopen door het dak”, zegt huidig directeur Elsener. Als lid van de vierde generatie werd hij om de hoek geboren en ruilde naar eigen zeggen in zijn jeugd op school voetbalplaatjes tegen zakmessen.

Amerikaanse soldaten die in Europa waren geweest introduceerden het mes in de VS, waarna Victorinox zich op de wereldmarkt stortte. Nu gaat er jaarlijks 2.500 ton staal doorheen, in de opslaghal liggen de rollen klaar. Marika Farkas, die een rondleiding geeft door de fabriek, lijkt zich bijna te verontschuldigen als ze zegt dat het geen Zwitsers staal is. „Er is helaas geen staalproductie in Zwitserland.” Het land is voor basisgrondstoffen notoir afhankelijk van buurlanden.

Messen liggen klaar voor assemblage in een zakmes.
Victorinox maakt messen door deze uit een stalen plaat te drukken. Oneffenheden slijpt het eraf door de messen in een bewegende bak met gladde stenen te leggen.
Metalen logo’s van Victorinox, klaar voor gebruik in een zakmes.
Foto’s Raphael Demaret/Victorinox

Staalvoorraad voor een jaar

Het bedrijf houdt een staalvoorraad aan voor één jaarproductie. Elsener: „Het staal eet geen gras, zei mijn vader altijd.” Maar er zit wel geld in vast, toch? Dat zegt jong personeel altijd, lacht de directeur. „O meneer Elsener, er staat zoveel kapitaal vast in het staal! Ze hebben natuurlijk geleerd over just in time-productie. Maar ik zeg altijd: nee, in de Tweede Wereldoorlog kregen we geen staal meer binnen en toen hadden we gelukkig een voorraad.” En, voegt hij fijntjes toe: tijdens corona bleek het een gouden greep.

De internationalisering bracht Victorinox veel. De vierde grootste markt is bijvoorbeeld Mexico, waar ze nogal van de zakmessen zijn. Het zag bovendien vanaf eind jaren tachtig kansen om „het merk te versterken” met andere producten, legt Elsener uit: Victorinox investeerde fors in marketing en ging horloges en koffers maken. Uit onderzoek bleek volgens Elsener dat klanten Victorinox met deze producten vertrouwden.

In een paar hyperflitsende marketingfilmpjes die Elsener in het zaaltje laat zien – het slijpwiel in de fabriek iets verderop voelt opeens erg ver weg – komt de moderne horlogeproductie in Délemont, in de Zwitserse Jura, voorbij. „We voegen onze erfenis van precisie toe aan het horloge”, zegt een dramatische stem, als in een filmtrailer.

Volgens Victorinox was het een broodnodige strategie: goedkope Aziatische messen zouden Victorinox bedreigen, het bedrijf moest dus werken aan zijn merkwaarde en meer zichtbaar zijn. Sommige diehard zakmesliefhebbers kunnen echter nog steeds wat grommen om wat zij zien als een commerciële stap.

Kon het bedrijf niet gewoon innoveren met messen, vlogde outdoor-influencer Jon Gadget vorig jaar nog in een 500.000 keer bekeken video – maar vanuit Victorinox gezien was het een briljante zet. De nieuwe producten brachten het bedrijf naar een omzet van boven de 450 miljoen euro per jaar. Reisspullen doen daar 20 procent van, horloges 10 procent. (Victorinox nodigde vlogger Gadget na zijn video uit voor een bezoek, waarna hij zich milder uitliet).

9/11

Het grootste dieptepunt voor het bedrijf kwam in 2001. Na 9/11 stortte het vliegverkeer in, en dus de verkopen: zakmessen kopen mensen graag op vakantie en op toeristische plekken. De vader van de huidige directeur zag zich genoodzaakt personeel op detacheringsbasis uit te lenen aan bedrijven in de omgeving. „Maar toen de situatie verbeterde, kon iedereen weer terugkomen.”


Lees ook

deze boekrecensie over de ondergang van een ander Zwitsers icoon: Credit Suisse

Mensen fotograferen een filiaal van Credit Suisse in Zürich, nadat bekend is geworden dat de bank „voor een habbekrats” is opgeveegd door de Zwitserse concurrent UBS, maart 2023. Foto EPA/Ennio Leanza

Vandaag de dag is er een heel ander probleem: het mes zit in het verdomhoekje. Door steekincidenten ziet Victorinox dat sommige landen strengere wetgeving krijgen. „In sommige landen kan je bij voetbalwedstrijden of in treinen geen mes meer meenemen”, zegt Elsener. „Het VK heeft al strenge regels en je ziet de discussie nu opkomen in Zwitserland, in Duitsland.”

De oplossing: een zakmes zonder mes, waar Victorinox volgend jaar de eerste versies van op de markt brengt. „Er zijn klanten geweest die erom hebben gevraagd”, verzekert Elsener. Die gebruiken bijvoorbeeld vooral het schaartje of de kurkentrekker, maar merken wel dat ze met het mes bepaalde plekken niet in mogen.

Het is een grote verandering, voor het eerst geen mes, maar de tijd is er rijp voor, denkt Elsener. „We hebben hier bij het bedrijf mensen die in het verleden zitten, in de erfenis, de waarden van het bedrijf. En dat is ook belangrijk. Anderen willen bij wijze van spreken in een raket naar Mars. Ik persoonlijk probeer een balans te bereiken. Als je de wereld ziet veranderen, moet je openstaan voor die verandering.”