De wildste rock-’n-rollpionier: Jerry Lee Lewis


Necrologie

Jerry Lee Lewis 1935-2022 De Amerikaanse zanger en pianist Jerry Lee Lewis had de ruigste podiumact van alle vroege rock-’n-rollsterren. Na een schandaal maakte hij een herintrede met countrymuziek, en was daarmee minstens zo succesvol.

Rock-’n-rollster Jerry Lee Lewis in 2005 bij een optreden in Los Angeles.
Rock-’n-rollster Jerry Lee Lewis in 2005 bij een optreden in Los Angeles.

Foto Kevin Winter/Getty Images

Met zijn vuisten, ellebogen, voeten en billen speelde hij ook vaak piano. Maar na zeventig jaar op het podium is ‘rock & roll’s first great wild man’ Jerry Lee Lewis uitgespeeld. The Killer, zoals de andere bijnaam van de Amerikaanse zanger en pianist luidde, overleed vrijdag op 87-jarige leeftijd thuis in Mississippi.

Lewis was een rock-’n-roll-pionier. In 1957 scoorde hij op 21-jarige leeftijd zijn eerste wereldhit met ‘Whole Lotta Shakin’ Goin’ On’’, een cover van een song van r&b-zangeres Big Maybelle. Lewis had de blazers vervangen door zijn stuwende piano en het tempo aanzienlijk opgeschroefd. Het resultaat: een opwindende, tot dansen uitnodigende song.

Lewis werd geboren in Ferriday, Louisiana, een plaatsje in het zuiden van de Verenigde Staten met vooral Afro-Amerikanen . Zijn ouders, gelovige keuterboeren, hadden een hypotheek op hun boerderij genomen zodat hun zoon Jerry piano kon spelen. Op 14-jarige leeftijd trad hij voor het eerst op bij de plaatselijke Ford-dealer.

Zijn moeder had het niet zo op het wilde pianospel van haar zoon en stuurde hem naar een bijbelschool in Texas. Maar toen Lewis bij een dienst psalm 14 ‘De grote God’ ongevraagd met boogiewoogie begeleidde, werd hij dezelfde avond nog naar huis gestuurd. Diverse mensen die Lewis goed hebben gekend, onder wie zanger Johnny Cash, hebben later gezegd dat de gelovige Lewis altijd gevreesd heeft dat zijn muziek zondig was en hem en zijn publiek naar de hel zou leiden.

De ruigste podiumact

Na de bijbelschool ging Lewis als muzikant rondreizen. Met Elvis Presley, Carl Perkins, Bill Haley en Johnny Cash behoorde hij tot de ‘witte’ artiesten die in het zuiden van de VS de rockabilly, de voorloper van de rock-’n-roll, populair maakten. Van hen had Lewis beslist de ruigste podiumact. Zijn optredens voelden als „één grote stuiptrekking” schreef een recensent van het muziektijdschrift Rolling Stone eens.

In 1958, tijdens een tournee door Groot-Brittannië, was het opeens gedaan met de populariteit van de 22-jarige Lewis, toen een Britse journalist onthulde dat hij net getrouwd was met zijn pas 13-jarige achternicht – Lewis’ derde van in totaal zeven huwelijken.

Een schandaal dat enorme deining veroorzaakte. Zijn Britse tournee werd na drie concerten afgebroken, radiostations in de VS draaiden zijn muziek niet meer en in plaats van 10.000-dollarconcerten in grote theaters moest Lewis voortaan met 250-dollaroptredens in cafés en kleine clubs aan de kost zien te komen.

Tien jaar later, in maart 1968, kreeg zijn carrière weer een impuls toen zijn platenmaatschappij hem aanraadde de countrysong ‘Another Place, Another Time’ te coveren. Tot ieders verrassing werd het plaatje een enorme hit en Lewis groeide in de jaren zeventig uit tot de grootste country-ster van het land. Met als hoogtepunt een optreden op 20 januari 1973 in de Grand Ole Opry, het wekelijkse radioprogramma vanuit countryhoofdstad Nash-ville. In plaats van de hem toezegde acht minuten gaf Lewis een weergaloos 38,5 minuten durend optreden waarin hij tussen de countrynummers ook een serie oude rocknummers er doorheen jaste.

Jerry Lee Lewis op het podium tijdens de Rock ‘n’ Roll Revival in New York’s Madison Square Garden op 14 maart 1975 Foto Rene Perez/AP

Great Balls of Fire

De speelfilm Great Balls of Fire!, over Lewis’ beginjaren als rock-’n-roller, maakte hem in 1989 bekend bij een nieuw publiek. Voor de soundtrack nam Lewis al zijn oude hits opnieuw op. Een prominente plek in de film is er voor een anekdote die vaak over Lewis is verteld, en waarmee hij zelf ook wel koketteerde.

In 1958 zou Lewis optreden in het Paramount Theater in New York, samen met een aantal andere artiesten. Omdat hij net een nummer-1-hit had met ‘Great Balls of Fire’ veronderstelde Lewis de slotact van de avond te zijn. Maar die eervolle plek hadden de organisatoren al aan rocker Chuck Berry toegezegd. Om Berry de loef af te steken, zo wil het verhaal, haalde Lewis tijdens zijn optreden vervolgens alles uit de kast.

In de film is te zien hoe ‘Lewis’ (gespeeld door Dennis Quaid) vóór zijn laatste nummer wat brandstof uit een colaflesje sprenkelt over de snaren van zijn piano. Vervolgens speelt hij ‘Great Balls of Fire’ op een brandende vleugel. Als Lewis onder een ovationeel applaus het toneel verlaat, zegt hij in de coulissen tegen de pips kijkende Chuck Berry: „En nu jij, makker.”

Straalbezopen

Pophistorici hebben overigens nooit bewijzen voor deze baldadigheid kunnen vinden – Lewis sprong tijdens optredens dikwijls op zijn piano, bonter maakte hij het waarschijnlijk niet.

Op andere vlakken deed ‘rock & roll’s first great wild man’ zijn bijnaam wel eer aan. Op YouTube zijn vele filmpjes te vinden waarin hij straalbezopen op een podium staat. Hij worstelde ook met drugsproblemen, zwaaide graag met wapens en in de jaren negentig emigreerde Lewis voor vier jaar naar Ierland vanwege problemen met de Amerikaanse belastingdienst.

Maar energiek en succesrijk bleef hij tot op hoge leeftijd. In 2006, op 71-jarige leeftijd, bracht Lewis zelfs zijn bestverkochte album ooit uit. De omineuze titel: Last Man Standing.