Sinds Trump zijn presidentschap is begonnen, heeft hij zijn pijlen gericht op de Amerikaanse universiteiten. Die zouden in zijn ogen te links en te woke zijn. Redacteur Sjoerd de Jong legt uit hoe Trump invloed probeert uit te oefenen op het curriculum van onderwijsinstellingen en op wetenschappelijk onderzoek. Het gevolg is wereldwijd te voelen.
Een meerderheid van de Tweede Kamer is voorstander van een vuurwerkverbod voor consumenten, nadat NSC dinsdagmiddag bekendmaakte zich achter een initiatiefwet van GroenLinks-PvdA en de Partij voor de Dieren te scharen. Aankomende donderdag wordt gedebatteerd over het voorstel, en volgende week dinsdag stemt de Tweede Kamer.
NSC-Kamerlid Faith Bruyning, verantwoordelijk voor vuurwerk, zei dinsdag na afloop van de fractievergadering waarin haar partij klaar was met twijfelen: „Ik heb goed nieuws, wij als NSC zijn er over uit, wij zijn vóór een vuurwerkverbod.” Volgens Bruyning is „het risico voor politie, ambulancemedewerkers en hulpdiensten, gewoon veel te groot”.
In januari stemde het CDA in met een verbod, en vorige week besloot de VVD om te gaan, waardoor er 74 Kamerleden voorstander waren. De vraag was deze week of NSC dan wel Denk, twee partijen die twijfelden, het verbod aan een meerderheid zouden helpen.
Veel slachtoffers
De behandeling van het vuurwerkverbod begon al in 2020, maar de afgelopen jaren was een meerderheid ver te bekennen. Daarom besloten GroenLinks en de PvdD de behandeling van hun wet uit te stellen. Na afgelopen jaarwisseling – waarin weer veel slachtoffers vielen en politie en hulpdiensten zich beklaagden over vuurwerk – zagen de initiatiefnemers dat een meerderheid waarschijnlijk begon te worden, en zetten ze de behandeling door.
Een belangrijke factor in het ontstaan van een meerderheid was een amendement van de ChristenUnie samen met CDA en SGP, waarin zij voorstelden om burgemeesters de mogelijkheid te geven om verenigingen toe te staan – onder bepaalde veiligheidsvoorwaarden – vuurwerk in te kopen en af te steken. De VVD noemde dat voorstel als voorwaarde, en ook NSC verwijst ernaar. Bruyning: „Wij vinden het heel belangrijk dat het in georganiseerde vorm alsnog georganiseerd kan worden, omdat het samen beleven een onderdeel van de traditie is.”
Het leek wel een trailer voor een nieuwe, spectaculaire Hollywood-kaskraker. De Amerikaanse president Donald Trump verspreidde onlangs een filmpje via sociale media waarin met veel trompetgeschal wordt gejubeld over de militaire steun die Groenland sinds de Tweede Wereldoorlog ontvangt van de Verenigde Staten. Soldaten draven in zwart-wit (toen) en kleur (nu) door het beeld, terwijl een bronzen mannenstem de offers in herinnering brengt die Amerikaanse militairen hebben gebracht voor de „vrijheid van Groenland”.
Anno 2025 dreigt eenzelfde gevaar als in 1940, is de boodschap. Toen waren het de nazi’s, nu zijn het de Chinezen en Russen die het voorzien hebben op het besneeuwde eiland voor de Noord-Amerikaanse kust. Maar wees gerust Groenlanders, zo besluit de verteller, de VS zijn er om jullie helpen.
Wie in de geschiedenisboeken duikt, ziet opvallende overeenkomsten tussen het handelen van Amerika in de Tweede Wereldoorlog en nu – al zijn de omstandigheden heel anders. In april 1940 was Denemarken – de kolonisator van Groenland, die volgens de regering Trump niet goed voor de veiligheid van het eiland zorgt – namelijk onder de voet gelopen door nazi-Duitsland. De regering in Kopenhagen liep aan de leiband van de bezetter.
De Amerikaanse kustwacht blaast een gat in het ijs rondom Groenland om met hun kotter op Duitse onderzeeboten te kunnen jagen.Foto U.S. National Archives
Groenland was strategisch gezien toen net zo belangrijk als nu, misschien nog wel belangrijker omdat er in 1940 geen weersatellieten bestonden. Wie wilde weten hoe het weer zich zou ontwikkelen op de Atlantische Oceaan – een belangrijk strijdtoneel – had meetstations op Groenland nodig. Daarnaast bevond zich bij het plaatsje Ivittuut op de westkust van Groenland een mijn die kryoliet produceerde. Dit zeldzame mineraal (Na3AlF6) was van cruciaal belang voor de aluminium-industrie in de VS.
De Amerikaanse regering wendde zich daarom tot de Deense ambassadeur in Washington. Deze Henrik Kauffmann ging ermee akkoord dat er op 20 mei 1940 een Amerikaans consulaat geopend werd op Groenland. De eerste zorg van consul James K. Penfield was de veiligheid van de kryolietmijn. Omdat de VS nog niet in oorlog waren, was de inzet van het leger problematisch. De oplossing werd gevonden bij de Amerikaanse kustwacht. Een dozijn kustwachters werd ontslagen, om daarna als privépersoon als bewaker te worden ingehuurd.
Onderzeeboten
Deze mannen namen hun werk bijzonder serieus, zo valt te lezen in de officiële oorlogsgeschiedenis van de kustwacht. „Dit werd een keer gedemonstreerd tot grote consternatie van groep kustwacht-officieren die een groep bezoekers rondleidden. Geen risico’s nemend met vreemden, zelfs niet met leden van zijn oude dienst, riep een gewapende wacht met luide stem: ‘Halt, en identificeer je!’ De kleine groep stopte abrupt en wachtte. Na een eindeloze tijd – maar liefst tien seconden – gaf iemand antwoord en identificeerde de groep. De Ivittuut-mijn werd goed bewaakt.”
Edward ‘Iceberg’ Smith, de aan Harvard gepromoveerde oceanograaf die tijdens de oorlog verantwoordelijk was voor de veiligheid van de wateren van Groenland.Foto U.S. National Archives
De veiligheid van de wateren rondom Groenland werd ook toevertrouwd aan de kustwacht. Onder leiding van kapitein Edward ‘Iceberg’ Smith, een aan Harvard gepromoveerde oceanograaf, voer de Greenland Patrol rond het eiland, op zoek naar Duitse onderzeeboten.
In april 1941 – dus nog vóór de Amerikaanse deelname aan de oorlog op 8 december van dat jaar – besloten de VS het gezag op Groenland helemaal naar zich toe te trekken. Minister van Buitenlandse Zaken Cordell Hull schreef aan ambassadeur Kauffmann dat de Amerikaanse regering „maatregelen” had voorgesteld om Groenland „adequaat te beschermen”. Hoewel de VS „de soevereiniteit van het Koninkrijk Denemarken over Groenland erkenden”, was het beter als Amerika troepen naar het eiland zou sturen.
Kauffmann ging hiermee akkoord, na een, naar eigen zeggen, „open en vriendelijke uitwisseling van standpunten”. Het kwam hem vanuit bezet Kopenhagen op een veroordeling wegens hoogverraad te staan.
Duitse propaganda
De Amerikanen waren zich bewust van de delicate aard van de zaak. Militairen mochten geen contact maken met de lokale Inuït-bevolking, mede om hen te vrijwaren van ziektes waartegen ze geen weerstand hadden. Hull schreef aan een collega: „Het zal je interesseren om te weten dat de Duitse propaganda al flink hamert op het feit dat het contact tussen Groenlanders en Amerikanen zal leiden tot de onderwerping, rassenvermeninging en uiteindelijke extinctie van de lokale bevolking.”
Amerikaanse militairen zetten voet aan wal op Groenland.Foto U.S. National Archives
Dat de Duitsers inderdaad belangstelling hadden voor Groenland, bleek op 12 september 1941. ‘Iceberg’ Smith liet toen een Noors vissersschip enteren, waar aan boord geavanceerde radioapparatuur werd aangetroffen. Een Amerikaanse eenheid van twaalf man ging vervolgens aan land en stuitte op een jagershut. Luitenant Leroy McCluskey trapte de deur in en trof er „drie verraste maar niet bijzonder strijdlustige” Duitse radio-mannen aan. Zij gaven zich onmiddellijk over.
Op dezelfde wijze namen Amerikanen, bijgestaan door een Deense sleehondenpatrouille, gedurende de oorlog nog tientallen Duitse weervorsers gevangen. De VS bouwden tussen 1941 en 1945 in totaal 17 bases op Groenland.
Mannen van de Amerikaanse kustwacht tussen de lokale bevolking op Groenland. Het was de Amerikanen aanvankelijk verboden om contact de hebben met ‘de eskimo’s’, omdat ze geen weerstand zouden hebben tegen bepaalde ziektes.Foto U.S. National Archives
Nadat de nazi’s verslagen waren, stelden de Amerikanen voor het eiland te kopen voor 100 miljoen dollar (ongeveer 1,5 miljard euro nu). De betaling zou geschieden in goud. „Er zijn maar weinig mensen in Denemarken die zich interesseren in Groenland”, vermoedde een ambtenaar. Dat bleek een vergissing. „Onze behoeften kwamen als een schok voor de Deense minister van Buitenlandse Zaken”, noteerde hij nadat hij het bod had overgebracht.
Groenland bleef dus Deens. De Amerikanen hebben er nog wel Pituffik Space Base, hun noordelijkste basis. Vicepresident JD Vance was hier vorige week op bezoek om duidelijk te maken hoe belangrijk het eiland is voor de veiligheid van de VS . „We kunnen onze kop niet in het zand steken – of in de sneeuw, in het geval van Groenland.”
De naam van Marine Le Pen (56) domineert dinsdag alle Franse media. De leider van het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) is schuldig bevonden aan verduistering van Europees geld. Ze kreeg een vierjarige celstraf (waarvan twee voorwaardelijk en twee met enkelband) en een vijfjarig verbod om zich verkiesbaar te stellen dat meteen ingaat. Dit betekent dat ze geen kandidaat kan zijn bij de presidentsverkiezingen van 2027, terwijl ze goede kaarten had die te winnen.
Le Pens partij heeft tussen 2004 en 2016 in totaal ruim 4 miljoen euro die bedoeld was voor de betaling van assistenten van Europarlementariërs gebruikt voor vergoedingen voor ‘gewone’ partijmedewerkers. Hoe uitzonderlijk is deze zaak? Wat betekent deze veroordeling voor Le Pen, haar partij, en Frankrijk?
Hoe reageert de partij van Le Pen?
Le Pen gaat in hoger beroep en probeert via een constitutionele spoedprocedure het ‘verkiesbaarheidsverbod’ te doen verdwijnen. Maar de kans dat dit lukt is niet erg groot, erkende ze maandagavond zelf al. „Er is een pad, maar dat pad is erg smal”, aldus de politica.
Ondertussen zijn haar medestanders begonnen met een media-offensief. RN-leden stellen dat er sprake is van een politiek proces, dat Le Pen onschuldig is, dat de rechter dit besluit heeft genomen omdát zij zo populair is. Partijvoorzitter Jordan Bardella (29) sprak dinsdag op de populaire radicaal-rechtse zender CNews over een „pure en simpele ontkenning van de rechtsstaat” en stelde dat „alles eraan wordt gedaan om te voorkomen dat het RN in 2027 kan winnen”.
Dat staat haaks op het dossier vol bewijzen dat leidde tot de veroordeling van Le Pen en 24 partijgenoten. Wat Le Pen een aanval op de democratie noemt, wordt door anderen juist gezien als de verdediging ervan: door misbruik van EU-geld gaf RN zichzelf in de nationale politiek een oneigenlijk voordeel.
Lees ook
Na vonnis kan Marine Le Pen geen presidentskandidaat zijn in 2027, maar: ‘Ik laat me zo niet elimineren’
Klopt het dat deze straffen ongekend zijn?
Le Pen en haar partijgenoten zijn niet de eersten die veroordeeld worden voor dit vergrijp. Meerdere leden van de centristische regeringspartij Modem kregen vorig jaar straf in een vergelijkbare zaak: ook zij gebruikten geld voor assistenten van Europarlementariërs voor nationale doeleinden. Ook zij kregen celstraffen, en verloren hun passief kiesrecht. De straffen waren wel minder zwaar, omdat de feiten minder ernstig waren: er was een kleine 300.000 euro verduisterd in plaats van ruim 4 miljoen euro.
Het RN heeft veel kritiek op het besluit van de rechter om verkiezingsdeelname te verbieden. Dat deed de rechter in lijn met de wet Sapin-II uit 2016, die voorschrijft dat politici die veroordeeld worden voor verduistering van publiek geld niet verkozen moeten kunnen worden. Le Pen toonde zich in het verleden warm voorstander van dit soort wetgeving. Ze pleitte eerder zelfs voor eeuwigdurende verboden op verkiesbaarheid.
Tussen 2017 en 2023 kregen 110 politici zo’n straf opgelegd, blijkt uit Justitiecijfers die het Franse blad Libération opvroeg, soms met onmiddellijke ingang zoals bij de burgemeester van Toulon in 2023. Deze straf is op zich dus niet bijzonder. De rechter nam hierbij ook mee dat Le Pen en haar partijgenoten het onderzoek hebben getraineerd en geen berouw toonden.
Volgens het kamp-Le Pen had de wet niet mogen worden toegepast omdat die pas inging na de feiten waarvoor zij is veroordeeld. Maar de rechter vond dat gerechtvaardigd vanwege de ernst van de feiten, het systematische karakter, de duur, en het grote bedrag dat is verduisterd. Ook nam ze mee dat Le Pen en haar partijgenoten publieke figuren zijn, die „het publieke vertrouwen en de regels van het democratische spel” zouden hebben aangetast.
Le Pen toonde zich in het verleden warm voorstander van het zwaar straffen van politici die publiek geld verduisteren en pleitte zelfs voor eeuwigdurende verboden op niet-verkiesbaarheid.
De rechter reageerde in het vonnis ook op het verwijt dat een veroordeling ondemocratisch zou zijn. „Men moet onthouden dat gelijkheid voor de wet een van de pijlers van de democratie is.” Het voorstel van Le Pens advocaat om „het volk te laten beslissen” zou betekenen dat zij bevoorrecht wordt vanwege haar politieke status. „Dat is in strijd met het beginsel van gelijkheid.”
Hoe reageren de Fransen?
Verschillende media laten verschillende geluiden horen. Op CNews heerst boosheid en frustratie en klinkt het verwijt van een ‘heksenjacht’. Online wordt opgeroepen tot geweld tegen de rechter die Le Pen heeft veroordeeld; er zou politiebescherming overwogen worden. Op de publieke zender TF1 tonen Fransen ook begrip voor de rechterlijke uitspraak, en tegenstanders van radicaal-rechts reageren op sociale media verheugd.
Volgens een peiling van televisiezender BFM TV deelt 42 procent van de Fransen de lezing dat de strafbepaling is beïnvloed door de wens om Le Pens presidentiële ambities af te snijden, is 42 procent van de Fransen ‘tevreden’ over de veroordeling, 29 procent ontevreden en 29 procent onverschillig. 57 procent vindt het „een normaal justitieel besluit” gezien de ernst van de feiten. RN-voorzitter Bardella heeft opgeroepen tot protesten.
Wat betekent dit voor de toekomst van het RN?
Als Le Pen inderdaad geen kandidaat kan zijn, is het meest waarschijnlijk dat Bardella haar opvolgt – hoewel in de partij zorgen bestaan of hij daar geschikt voor is. Er gaan allerlei theorieën over rond: Le Pen zou onder een president Bardella premier kunnen worden (de Franse premier wordt benoemd, niet verkozen). Le Monde schrijft dat de kans groter is dat de partij onder leiding van Bardella gaat samenwerken met andere radicaal-rechtse partijen en zo nog groter kan worden.
In Le Figarobepleit professor Publiek Recht Benjamin Morel dat de veroordeling de weg vrij kan maken voor nog radicalere geluiden. „De woede zou kunnen leiden tot meer radicale, meer ‘Trumpiaanse’ opties, gebaseerd op het idee dat men af moet van rechters en het hele systeem”, aldus de professor.