De weg van Manu Larcenet is een beklemmende strip in overlevingsmodus

Alles is teruggebracht tot de essentie. Wij zijn de goeden, zij zijn de slechten. We kunnen ons niet voorbereiden, alleen proberen te overleven. En we halen het einde van de weg. Het is een karig doel dat een naamloze vader en zijn zoon nastreven in De weg, de nieuwe graphic novel van de Franse stripmaker Manu Larcenet (Blast, De dagelijkse worsteling). Het verhaal, dat op het voorplat verwijst naar het oeuvre van Cormac McCarthy, is een volledig neerslachtige toestand. Larcenet heeft alles uit de kast gehaald om de lezer zo hard mogelijk te raken.

De ijzingwekkende dystopie treft de lezer vol in het gelaat. Alles is stuk, verwoest en levenloos. Het zijn niet eens de menselijke resten, de uitgebrande auto’s en de zwartgeblakerde gebouwen die het ergst aanvoelen, maar de asgrauwe kleuren en de smerigheid van alles. Het lege niets. Larcenet laat alles heel precies zien, er is werkelijk geen lichtpuntje te bekennen. Die confrontatie is heel benauwend en intens. Wie een sprankje hoop verwacht, heeft onderweg de signalen gemist.

Angstig en uitgeput

Een manier waarop Larcenet het desolate van de omgeving laat zien is door zijn camerastandpunt: dat is altijd laag bij de grond, waardoor de grauwe, krasserige luchten extra dreigend aanvoelen en de kapotgeschoten gebouwen gevaarlijk overhellen. Wat ook opvalt, is hoe hij de trage wandeling van de twee in forse tekeningen vat en van grote afstand toont, waar de plaatjes benauwender zijn als er wordt gegeten of geslapen. De ene keer te ver weg, de andere keer te dichtbij. Alles voor het ongemak.

De vader en zoon praten niet veel. Ze staan in de overlevingsmodus, angstig en uitgeput. Veel is er hoe dan ook niet te vertellen. In de spaarzame momenten dat de zoon iets vraagt of meedeelt, wordt het door zijn vader getemperd. Eerst verder naar het zuiden, naar het einde van de weg, dan zien we verder. De vader beperkt zich tot feitelijkheden: dat de wind de as de lucht in blaast, dat ze het gevoel hebben achtervolgd te worden. De echte dreiging blijkt niet zonder uitleg te kunnen. Daarvoor is Larcenets post-apocalyptische wereld te abstract.

Hier loopt het beeldverhaal tegen een grens aan. Als twee figuren pagina’s lang in stilte een kar met spullen achter zich aan trekken, krijgt de lezer alleen het overzicht van alles mee. Larcenet vertrouwt dan veel op ons inlevingsvermogen en dat blijkt een te grote opgave. Hetzelfde gebeurde bij Larcenets imposante en neerslachtige tweeluik Het verslag van Brodeck uit 2017. Ook in dat verhaal toonde hij vooral de buitenkant, waardoor het voor de lezer nauwelijks mogelijk is een emotionele band met de personages te krijgen. In beide gevallen bepaalt de situatie het gevoel, niet de mensen.

Beklemmend gevoel

Larcenet kiest ervoor de existentiële crisis te laten zien en dan is er geen plek meer voor nuance, voor verhaal. Als alles toch al weg, verwoest en verloren is, en de paar mensen die er nog zijn elkaar naar het leven staan, dan hoeven we niet meer te wachten tot het misgaat. Soms kiest hij toch voor subtiliteit: conservenblikken, snoepwikkels en frisdrankblikjes hebben nog iets van de vroegere kleuren, met infantiele figuurtjes en schreeuwerige letters.

Larcenet volgde het gelijknamige verhaal van Cormac McCarthy, die vorig jaar overleed, maar ten dele. In interviews vertelde Larcenet, die twee jaar aan de strip werkte en elk plaatje (meer dan 4.000) als een aparte illustratie uitwerkte, dat hij sommige scènes niet begreep en daarom wegliet. Ook koos hij voor eigen accenten, met meer verstilling en een zekere doelloosheid. Het beklemmende gevoel dat hij kreeg bij het lezen van de roman, waarmee McCarthy een Pulitzerprijs won, zette hij extra aan. Daarmee prevaleert de grafische vertaalslag boven de verhalende. Dat is te billijken bij een strip, het oogt indrukwekkend, maar het verhaal had iets meer mogen zijn dan voortdurende angst en het ongewisse.

Pagina uit Manu Larcenet: De weg
Beeld Manu Larcenet

Meer strips




Pep nu!

Por dios! Het legendarische stripblad Pep (1962-1975) is voor één keer terug, met de stripmakers van toen en anderen die nog niet eens geboren waren. Met fraai werk van Daan Jippes, Dick Matena en Milan Hulsing en natuurlijk de klassiekers als Ravian en Johnny Goodbye. Alles draait om het unieke Pep-gevoel, met humor, actie en een beetje gekkigheid. Een geslaagde comeback, die tot stand kwam na een overweldigende crowdfunding.




De boekentoer

Heerlijk onderkoeld verhaal over een gemankeerde schrijver die langs boekhandels gaat voor een signeersessie. Hij wordt afgescheept en gekleineerd, maar blijft desondanks netjes en beleefd. Zijn uitgever is ook niet bepaald toegenegen. De op-en-top Britse gentleman laat zich niet uit het veld slaan, zelfs niet als hij wordt verdacht van de verdwijning van een medewerkster van een boekhandel die hij als laatste in leven zag. Fijn tekenwerk, mooie figuren en schitterende dialogen – die helaas meer dan eens worden ontsierd door spelfouten.




Voldongen

Voldongen is het monumentale overzichtswerk van Peter van Dongen (Rampokan, Familieziek en Blake en Mortimer) waarin volgens het voorplat ‘40 jaar werk’ is opgenomen. Met name het illustratiewerk en de voorstudies van zijn Indische verhalen zijn schitterend, net als de ontwerpschetsen voor postzegels en panorama’s. Complimenten voor boekontwerper Rob Westendorp die van dit koffietafelboek echt iets bijzonders maakte.



Delen