De Week van het Fluweelpootje

Gemma Venhuizen

Ontgassen in de Biesbosch. Nog voordat ik de krant gelezen had, begon een vriendin erover. Door de blik die ze erbij trok dacht ik dat het een driedaagse detoxkuur betrof – haar afkeer van kwakzalverij is groot. Pas toen het woord ‘binnenvaart’ viel, begon me te dagen dat ze het over de giftige dampen had die door schepen worden uitgestoten om de tanks schoon te maken. Nergens in Europa wordt zoveel ontgast als in Nederland, las mijn vriendin voor. Met medeweten van ministers, ondanks gezondheidsrisico’s.

„Benzeen leidt tot acute leukemie, xyleen tast je organen aan”, somde ze op. „En tolueen is schadelijk voor de voortplanting.” Ze rolde met haar ogen. „Alsof het nog niet lastig genoeg is een kind op de wereld te zetten, met al die onwillige mannen en hun slappe zaad.” Een paar weken eerder had ze me al een link doorgestuurd naar de Nieuwsuur-aflevering over de afnemende spermakwaliteit van Nederlandse mannen.

„Wist je dat het de Week van het Fluweelpootje is?” vroeg ik ter opbeuring. Vanwege mijn fascinatie voor schimmels met poëtische namen – denk aan puntmutswasplaat, ruig pruikspijkertje, duivelsbroodrussula – koester ik al jaren een innige liefde voor fluweelpootjes. Nu bleek natuurorganisatienetwerk SoortenNL zomaar een hele week te wijden aan deze paddenstoelengroep. „De winter is hun favoriete jaargetijde”, citeerde ik enthousiast de website Nature Today. „En de wetenschappelijke naam Flammulina slaat op de warm oranje hoeden die als vlammen schijnen in de winterzon!”

Mijn vriendin bleef sceptisch. „Je weet toch dat ze op Sint Maarten al die fluweelpoten gaan uitroeien?” Ze doelde op de vervet-apen op het eiland – ook blauwapen genoemd vanwege hun blauwe ballen, en soms ten onrechte omschreven als velvet monkeys. Oorspronkelijk komen de apen uit het zuiden van Afrika, maar sinds ze eeuwen geleden door slavenhandelaars werden meegebracht naar het Caribisch gebied zijn ze op diverse eilanden uitgegroeid tot een plaag: ze stelen voedsel van akkers en uit huizen. Saint Kitts staat zelfs bekend als ‘the island of drunk monkeys’, het dronken-apen-eiland, omdat de blauwapen zich bezatten met cocktails in toeristenresorts.

De regering van Sint Maarten wil nu korte metten maken met de vervetpopulatie door de pakweg 450 dieren te vangen en een dodelijke injectie te geven. Tegenstanders protesteren en vinden dat het aantal blauwapen beter kan worden ingeperkt door sterilisatie: veel diervriendelijker.

„Misschien kan de koning er twee gratie verlenen als hij over een paar weken toch op Sint Maarten is”, schamperde mijn vriendin. „Blauw bloed, blauwe ballen, één pot nat. Noemt hij de ene Frank en de andere Masmeijer en zet-ie ze uit in de Biesbosch. Niet gasvrij, wel gastvrij.”

Gemma Venhuizen is biologieredacteur bij NRC en schrijft elke woensdag een column op deze plek.