„Europa moet proberen niet verzeild te raken in de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Ik weet niet of dat mogelijk is, of hoelang het nog mogelijk is om niet te kiezen tussen die twee. Maar wij moeten proberen om de adult in the room te zijn en het bestaande, open regelsysteem voor internationale handel op de rails te houden. Dat kan door de protectionistische importtarieven van Donald Trump niet te beantwoorden met protectionisme van onze kant. Hoe meer landen er meedoen, hoe beter, wereldwijd. Zo kunnen we misschien zorgen dat dit regelsysteem niet instort. Velen hebben er belang bij dat het overeind blijft.”
De Belgische econoom André Sapir weet alles van de wereldhandel – hij weet hoe het naoorlogse systeem ontstond, wat het idee erachter was, welke economische en politieke problemen afgelopen jaren steeds meer druk op de ketel hebben gezet. Hij heeft goede contacten met veel handelsnaties. Geen wonder dat Sapir (1950), hoogleraar aan de Université Libre de Bruxelles en senior fellow bij de denktank Bruegel, als een van de weinigen nog een uitweg ziet.

Een klein paadje, althans. Sapir heeft laatst een korte oproep gelanceerd aan G20-landen minus de VS en Rusland – die allebei internationale regels schenden – om geen nieuwe tarieven te heffen of andere protectionistische maatregelen te nemen, maar vast te houden aan de regels van het open handelssysteem.
Hoe groot is de kans dat dit lukt?
„Moeilijk te zeggen. Dit gaat niet alleen om handel, om economie, maar ook om geopolitiek. En geopolitiek, daar ga ik niet over. Maar ik heb goede hoop dat landen van de ‘G18’, zoals ik deze groep noem, afspreken om geen nieuwe tarieven te heffen. Als iedereen tarieven heft, krijg je een sneeuwbaleffect. Dan komt de wereldhandel ongeveer tot stilstand. Dat zou een ramp zijn.”
Kunt u uitleggen wat er op het spel staat?
„Dit komt niet uit de lucht vallen. De Verenigde Staten waren het hart van het naoorlogse internationale regelsysteem. Niet alleen van de Wereldhandelsorganisatie, maar ook van de Verenigde Naties, bijvoorbeeld. De VS waren de zon. Nu stopt de zon met schijnen. Als dit uit het lood slaat, hebben we veel te verliezen. Allemaal. Dit systeem heeft grote delen van de wereld, en zeker Europa, tachtig jaar voorspoed en stabiliteit gebracht.”
Waarom gedragen de Amerikanen zich zo?
„Hun probleem is China. De opkomst van China. Dat is niet nieuw. Veertig jaar geleden hadden de VS een soortgelijk probleem met Japan. Er zijn veel parallellen, maar ook verschillen. Om te begrijpen hoe diep dit zit, moet je terug naar het eind van de Tweede Wereldoorlog en het begin van de multilaterale instellingen. Die instellingen zijn opgericht door de VS en worden door hen gedomineerd. Nog altijd. Cordell Hull, president Roosevelts minister van Buitenlandse Zaken, verklaarde tijdens de oorlog dat de VS instituties gingen oprichten om oorlog voortaan te voorkomen. Een vredige wereld was preferabel, met de VS als enlightened hegemon. Daar kwam het Bretton Woods-systeem uit voort, dus de vaste wisselkoersen en de koppeling van de dollar aan goud; en ook de GATT, de voorloper van de WTO, die de spelregels van internationale handel bewaakt. Deze instituties werden bevolkt door de VS, hun geallieerden en hun koloniën. Ofwel, de winnaars van de oorlog. De Sovjet-Unie was uitgenodigd, maar deed niet mee. China zat erbij, maar vertrok spoedig. Japan was verslagen en bleef erbuiten. Wat belangrijk is: de VS hebben altijd op een geopolitieke manier naar deze instellingen gekeken. Ze hadden een visie: vrede door gedeelde voorspoed.”
Waarom werd Japan een probleem?
„Japan kwam pas later bij de GATT, in 1955. Eerst als niet-volwaardig lid, en later volledig, toen het ook voldeed aan de westerse criteria van de OESO. De Amerikanen zagen Japan inmiddels als bondgenoot. Bij grote issues, zoals de Korea-oorlog, koos Japan de Amerikaanse kant. Maar toen ging de Japanse economie enorm groeien. Het werd een exportland, met overschotten, zoals China later. De VS gingen het steeds meer als rivaal zien. Hele sectoren in Amerika en Europa werden kapotgemaakt door Japanse goederen: textiel, geluidsapparatuur, auto’s. Er was zelfs een halfgeleidersoorlog.”
China laat Rusland zijn gang gaan. Ook dat bemoeilijkt een deal met China
Zoals nu?
„Bijna alles wat er nu gebeurt met China, is eerder gebeurd met Japan. Met één groot verschil: het conflict met Japan was niet geopolitiek. Het bleef beperkt tot de economie. Japan stond aan de Amerikaanse kant en wilde de VS niet naar de kroon stoten. Begin jaren negentig hebben ze dus bilaterale akkoorden gesloten waarbij Japan meer Amerikaanse goederen ging kopen. Dat was het eind van het conflict, en van de Japanse opmars. Twee decennia van stagnatie volgden.
Het verhaal van China is in grote lijnen identiek aan dat van Japan. In 2001 trad het toe tot de Wereldhandelsorganisatie, opvolger van de GATT. De onderhandelingen vonden plaats kort na de Koude Oorlog. Er heerste een optimistische sfeer, van het ‘eind van de geschiedenis’. China was een grote markt, het Westen had hier wel oren naar. Velen dachten dat China, net als Japan, een van ons zou worden. Maar het liep anders. China wilde het Westen niet volgen. Het wilde Japan niet volgen.
„In Azië zegt men: ‘leider zijn van de vliegende ganzen’. Ganzen vliegen in V-formatie. China wilde de voorste gans worden. Daarmee begonnen de problemen. Het exporteerde te veel. Er kwamen dumpingzaken. China maakte geen aanstalten om aan westerse modellen te voldoen. En, cruciaal, het positioneerde zichzelf wél als geopolitieke rivaal van de VS. Het kwam niet alleen economisch langszij, maar ook geopolitiek en militair. Dat is wat alles nu zo gecompliceerd maakt.”
Kan China niet alsnog eindigen als Japan? Heeft het zijn piek niet bereikt?
„De Chinezen denken hier dag en nacht over na: hoe voorkomen we dat we eindigen als Japan? Ook de Amerikanen zijn met het Japan-scenario bezig. Aan beide kanten heb je radicalen en gematigden. Helaas krijgen de radicalen de overhand. Aan Amerikaanse kant was dat al zo onder president Biden. Er zijn nog gematigden, die zeggen dat de wereld groot genoeg is voor iedereen en dat we compromissen moeten sluiten.”
Komt er verdere escalatie?
„Die vraag kan ik niet beantwoorden. Dat kunnen alleen politieke leiders. Ik hoop dat er geen escalatie komt. Dan wordt oorlog onvermijdelijk.”
Als iedereen tarieven heft, krijgt je een sneeuwbaleffect. Dan komt de wereldhandel ongeveer tot stilstand. Dat zou een ramp zijn.
Waarom gebruikt Washington de WTO niet tegen China?
„Goede vraag. In de GATT functioneerde het geschillenbeslechtingssysteem anders dan na de oprichting van de WTO. In de GATT kon je, als je een zaak verloor, de uitvoering van dat besluit blokkeren. Voor alles was consensus nodig, ook de verliezende partij moest akkoord gaan. Dat systeem is veranderd. Een van de veranderingen is dat de verliezer het besluit niet meer kan blokkeren. De VS hebben een paar zaken verloren, ook tegen China. Al onder president Obama begonnen ze de WTO-beroepsinstantie te blokkeren. Nu is die totaal geblokkeerd. Washington is dus niet alleen ongelukkig met China, maar ook met de werking van het mondiale regelsysteem waarvan het sinds eind jaren veertig de initiator én de spil is.”
Waarom zou Europa een systeem op de rails houden dat gebrekkig functioneert?
„Veel landen hebben er baat bij. Zeker Europa. Er is niets anders, behalve keiharde machtspolitiek. Mijn oproep aan de G18 is mede geïnspireerd door de verklaring van wereldleiders in 2009 in Londen, tijdens de financiële crisis, om het multilaterale regelsysteem te steunen en van binnenuit te hervormen. Ook dat gebeurde op een gevaarlijk moment.”
Kan Europa een keus tussen Amerika en China vermijden?
„Dat is de vraag. Beide partijen trekken hard aan ons. Europa moet erg oppassen. Dit is een economisch én een geopolitiek dispuut. Europa is economisch een reus, maar geopolitiek een dwerg. Moeten we hard zijn tegen de VS die ons eenzijdig tarieven opleggen, en op handelsgebied closer worden met China? Dat lijkt logisch. Maar zo simpel is het niet. De VS zijn wel degenen die sinds eind jaren veertig voor onze veiligheid zorgen. Die aan de wieg stonden van de Europese Unie. De zaak is groter dan alleen handel. Veel groter. Europa kan nog niet voor zijn eigen veiligheid zorgen. Dat is de realiteit: we kunnen niet zonder hen. Wat we wel nodig hebben, is meer strategische autonomie. Europa moet dus voorzichtig manoeuvreren.”
Moet Europa tijd winnen om zelfstandiger te worden?
„Precies. Dat is lastig, want de VS en China voeren de druk op. Amerikaanse hardliners zeggen: ‘Look Europe, you need to choose! Als jullie met China zaken blijven doen, straffen we jullie’.”
Een paar jaar geleden schreef u: we komen in een G2-wereld terecht. Een wereld gedomineerd door twee supermachten.
„We leven al gedeeltelijk in een G2-wereld, maar met belangrijke multipolaire elementen. Die elementen moeten we versterken. Het is in het Europese belang om niet in een totale G2-wereld terecht te komen.”
Europa moet voorzichtig manoeuvreren
Dat kan toch, zoals een land als India aantoont?
„Zeker. Maar anders dan de EU heeft India naast een economisch spel altijd een geopolitiek spel gespeeld. Of liever, allereerst een geopolitiek spel, door niet alle kaarten op één kamp te zetten en banden aan te knopen met meerdere security providers. De economie kwam later pas. India heeft daardoor meer manoeuvreerruimte dan wij. Meer autonomie. Europa moet op veiligheids- én economisch gebied sterker worden.”
Hoe close kan Europa worden met China?
„Moeilijk te zeggen. Er zijn ook andere obstakels. In december 2020 tekende de EU een investeringsverdrag met China. De Amerikanen waren woedend. Zij voelden dat als backstabbing. Maar de deal is nooit geratificeerd, vanwege mensenrechtenproblemen in China. Toen kwam de oorlog in Oekraïne. Europeanen hadden gehoopt dat China een constructieve rol zou spelen om de Russische agressie te stoppen. Dat gebeurde niet. China doet niet mee aan sancties tegen Rusland en laat Rusland zijn gang gaan. Ook dat bemoeilijkt een deal met China.”
Kan China zich bij uw ‘G18’ aansluiten?
„Zeker. Rusland blijft buiten de club, omdat het de grenzen van een soeverein land schendt. De VS blijven erbuiten, omdat ze internationale handelsregels schenden. Anderen mogen meedoen, op voorwaarde dat ze zich aan de regels houden. China ook, maar het moet wel een meer constructieve rol spelen bij het versterken van de WTO en zich niet als free rider gedragen.”
Commissievoorzitter Von der Leyen zei dat ‘landen met de EU willen werken in dit dispuut’. Steunt zij uw plan?
„Ik hoop het. Als de EU nu de leiding niet neemt, doet niemand het.”
cv
André Sapir
- André Sapir (1950), een Belgisch econoom, is hoogleraar aan de Université Libre de Bruxelles en senior fellow bij de denktank Bruegel. Hij is gespecialiseerd in internationale handel, Europese integratie en globalisering.
- Sapir promoveerde aan de Johns Hopkins University in Baltimore en werkte tussen 1990 en 2009 voor de Europese Commissie, onder meer als economisch adviseur voor Commissievoorzitters Romano Prodi en Jose Manuel Barroso.
- Daarna had hij onder meer zitting in het Europees Comité voor systeemrisico’s (het European Systemic Risk Board of ESRB ) van de Europese Centrale Bank, dat eind 2010 werd ingesteld na de bankencrisis om zulke grote schokken beter te zien aankomen.
