De vriendelijke wereld van keramist Koos Buster biedt troost voor perfectionisten

Je verwacht het niet, in het statige eeuwenoude kasteeltje van Ruurlo: de vrolijke, kleurige keramische kunstwerken van Koos Buster. De streng gedetailleerde schilderijen van Carel Willink uit de collectie van Hans Melchers hebben er al een aantal jaar geleden een thuis gevonden; die lijken beter te passen. Maar al bij de kassa staat een flinke keramieken ‘ATM-machine’ (pinautomaat) van Buster je toe te lachen. En die past wonderwel in de ruimte.

Keramist Koos Buster (1991, in 2018 afgestudeerd aan de Rietveld Academie in Amsterdam) mag een groot deel van de bovenverdieping van het kasteel, zes zalen, vullen met zijn eerste grote museale solotentoonstelling Het had ook anders kunnen zijn. In de expositie in kasteel Ruurlo, dat onderdeel is van museum More voor modern realisme in Gorssel, zijn voornamelijk nieuwe werken te zien, die de zelfverklaarde ‘minister van Keramische Zaken’ speciaal voor de gelegenheid maakte. Met zijn nét niet realistische werk in keramiek en glas van vooral alledaagse voorwerpen is hij een van de opvallendste vertegenwoordigers van de jonge generatie kunstenaars die (ook) met klei werken, onder wie Anne Wenzel en Jennifer Tee.

Voor de eerste zaal putte Buster inspiratie uit zijn vaderschap. Je stapt rechtstreeks de zuurstokkleurtjes van de kleutertijd binnen. Een kauwgomballenautomaat, een slushpuppymachine, twee kindertafels met vellen papier en tekenspullen, prachtig gedetailleerd tot de pastelkrijtjes en de puntenslijper aan toe. Voor alle duidelijkheid: alles op de houten tafeltjes is van keramiek en glas.

‘Ode aan de kleine kunstenaar 02’ van Koos Buster.

Waterkoelers verdienen aandacht

In de zaal ernaast staan in twee hoeken vloerzwabbers, die in eerste instantie achteloos achtergelaten lijken door schoonmakers. En welke idioten hebben hier in dit keurige kasteel al die plastic flesjes neergegooid en laten liggen? Maar ook hier blijkt alles van glas en keramiek. Buster bewijst met het ‘keramiseren’ van voorwerpen die wij in het dagelijks leven vaak alleen vanuit onze ooghoeken registreren dat ook schoonmaakspullen, flesjes, waterkoelers en afvalemmers aandacht verdienen.

Hij geeft zijn voorwerpen stevige kleuren en een bobbelig uiterlijk, „om de wereld een beetje mooier te maken”, aldus de begeleidende tekst bij de tentoonstelling. Het is troost voor alle perfectionisten onder ons. Dingen kunnen ook de moeite waard zijn als ze niet helemaal recht en strak zijn, en vaak is een heel gewoon gebruiksvoorwerp in al zijn eenvoud een fraai object.

Dat geldt ook voor zijn brandblussers, die in vrijwel iedere zaal een plekje hebben. Je vraagt je meteen af: waar zijn de echte brandblussers dan, die toch nodig zijn in zo’n monumentaal pand vol houten vloeren, met zijde bespannen wanden en kostbare kunst? Achter panelen in de muren, weet een medewerker te vertellen.


Lees ook
Koos Buster wil de wereld wat vrolijker maken met zijn keramiek

Koos Buster met gele helm uit de installatie <strong>De opbouw</strong> (2021)” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/de-vriendelijke-wereld-van-keramist-koos-buster-biedt-troost-voor-perfectionisten.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Buster laat het publiek met zijn vriendelijke blik op de wereld net anders kijken. In een van de zalen staat pontificaal in het midden een huishoudtrap, met erbij een emmer, een zwabber en een vergeten bak met verfroller. Onwillekeurig kijk je naar het plafond: is dat hoognodig aan een nieuwe laag witsel toe? De trap is pas bij beter bekijken net zo bobbelig en dus Busterig als de andere voorwerpen in de ruimte, en een herinnering aan de tijd dat Buster werkte als kunsttransporteur.</p>
<p>De minister van Keramische Zaken heeft om de tentoonstelling te kunnen maken rijkelijk geput uit zijn eigen leven, wat ogenschijnlijk wat fragmentarisch ingedeelde zalen oplevert. In de grootste zaal staat een tafel volgeplempt met flessen en glazen – die niets van doen lijken te hebben met de kindertafeltjes en de huishoudtrap. </p>
<p>Maar ook dit is een element uit het leven van Koos Buster. Het is een ode aan zijn, inmiddels overwonnen, alcoholisme, „Een soort afscheidsbrief aan het wegdrinken van verdriet”, vertelt hij in de begeleidende tekst. Een keramieken bierkrat, dito asbakken met dito peuken, een paar dozijn flessen en glazen. Voor het glaswerk werkte hij samen met glasblazers in Leerdam, die waarschijnlijk met veel verbazing en plezier de scheef op hun voetjes staande wijnglazen, bobbelige borrelglazen en net-niet-gelukte champagneflûtes hebben gemaakt. Tussen al het glas liggen keramieken kurken met daarop de namen van dierbaren die Buster door de jaren heen zijn ontvallen, en dat blijken er nogal wat te zijn. </p>
<p><dmt-image-wrapper></p>
<figure class=

Zaal in het kasteel van Ruurlo met vooraan ‘De opbouw 02’ van Koos Buster.
Foto Eva Broekema

Positief toekomstbeeld

Jammer is dat de vrolijkmakende imperfectie van Koos Buster grotendeels beperkt blijft tot zes zalen. In één Willinkzaal, een verdieping lager, valt dat extra op: hier staan drie sculpturen van Buster tussen schilderijen van Carel Willink, die strak en magisch realistisch heel donker zijn in het doemdenken over de toekomst. Buster zet daar een veel positiever toekomstbeeld tegenover met drie in heldere kleuren uitgevoerde Future islands of the generation that passed away, gebaseerd op het eiland van de jarenzestigpoppenserie Thunderbirds. Dat levert een spannende botsing op.

‘Brandblussert’ van Koos Buster.

Hoe mooi zou het zijn geweest als meer van zijn schijnbaar achteloos in vensterbanken of nisjes geplaatste voorwerpen (een flesje, een beker met tandenborstel, een asbak met peuken, nog een brandblusser) hun weg ook hadden gevonden naar de steile Willink-zalen. Of is dat te veel heiligschennis voor adepten van de Grote Kunstenaar?

Wel wordt eind februari nog Busters Monument voor de vertrekkende Amsterdammer verwacht, maar dat rode invalidenwagentje krijgt een plekje buiten het kasteel.