De virtualrealityopera ‘Songs for a passerby’ doet je verlangen wat er in de toekomst nog mogelijk wordt

Recensie Muziek

Virtual reality ‘Songs for a passerby’ van Celine Daemen won op het Filmfestival van Venetië de Grand Prize in de virtualrealitycompetitie. Daemens dystopische wereld waarin je jezelf ‘letterlijk’ tegenkomt, is nu te ervaren in het Muziekgebouw in Amsterdam.

Beeld uit de virtualrealityopera ‘Songs for a passerby’ van regisseur Cecile Daemen.
Beeld uit de virtualrealityopera ‘Songs for a passerby’ van regisseur Cecile Daemen.

Het doet een beetje denken aan coronatijd: in het Muziekgebouw in Amsterdam kun je nu naar een serieuze voorstelling gaan terwijl het gebouw helemaal leeg is. De virtualrealityopera Songs for a passerby is maar voor twee personen tegelijk te ervaren. Je boekt een tijdslot van een halfuur.

Regisseur Cecile Daemen won er in de virtualrealitycompetitie op het Filmfestival van Venetië dit jaar de Grand Prize mee. Het jaar ervoor was ze al genomineerd met haar virtualrealityopera Eurydice.

In de kleine zaal van het Muziekgebouw liggen twee flinke vierkante vloerkleden, een voor elk van de twee toeschouwers. Dat vloerkleed markeert je bewegingsvrijheid, die je vanaf het moment dat je de VR-bril en koptelefoon opzet, alleen nog maar voelt. Wandel je per ongeluk toch te ver, dan voel je dat je van het vloerkleed afloopt en zie je in beeld plots een raster verschijnen; de grens van de virtuele wereld.

Je belandt in een soort dystopische, donkere stad begeleid door gefluister, snippers muziek en geluidseffecten. Je ziet een pad tussen muren, dat je instinctief volgt. Rechtdoor, linksaf, rechtsaf … Langs een stervend paard, langs stoeten mensen, langs voorbijrazende metro’s. En jezélf; meerdere keren zie je een schim opdoemen, een evenbeeld van jezelf dat naast je staat of voor je uit loopt. Je kunt overal blijven staan en rustig kijken. Sterker nog, je moet wel, want Daemen zorgt er slim voor dat het vervolgpad niet altijd meteen verlicht is.

Voyeuristische ervaring

Het voelt idioot, maar je hersenen zo ver krijgen dat je niet netjes het pad volgt, maar bijvoorbeeld net een stapje ernaast in een ravijn zet, (wat natuurlijk prima zou kunnen) is bijna niet te doen: zozeer bedriegt de VR je brein. Dat geldt trouwens ook voor de honden die je af en toe kwispelend tegemoetlopen of volgen. Ga maar niet als je een hondenfobie hebt. Zelfs bij een milde aversie kan je al best schrikken.

Lees ook: ‘Record aan Nederlandse producties in de VR-competitie van filmfestival Venetië’

Het hoogtepunt van de ervaring is de metro die je plots binnenstapt. De coupé staat en zit vol mensen. Sommigen zijn stil, anderen praten zachtjes. Je kunt iedereen schaamteloos uit alle hoeken bekijken. Én afluisteren, want hoe dichter je bij iemand komt, hoe duidelijker je (in een perfect stereobeeld) hoort wat diegene te zeggen heeft. Een man die tegen zijn hond praat, versta je pas als je er vlak naast staat. Het is een fascinerend voyeuristische ervaring. Volg je het pad verder, de metro uit, dan sta je plots naast de metro waarin je een evenbeeld van jezelf ziet staan. Er praat een kind tegen dat evenbeeld. Mits je niet wegloopt, want dan staat het kind tegen de lucht te praten.

Beeld uit de virtualrealityopera Songs for a passerby van regisseur Cecile Daemen.

Aan het einde sta je bovenop een gebouw, en zie je om je heen alle scènes die je eerder zag ver onder je: het dode paard, de stoeten, de metro. Overal sta jij bij. In de verte kolkt een dreigende zee. Aan je voeten spelen twee honden.

In een interview op de website van het Muziekgebouw zegt Daemen dat opera voor haar iets anders betekent dan voor de meeste mensen. Het gaat haar om een ‘opbouw in muzikale dramaturgie’. Effectief zijn dat hier flarden muziek van de middeleeuwse componist Hildegard van Bingen en wat echo’s van andere liederen, die op momenten oorverdovend luid klinken. Muzikaal kom je niet aan je trekken.

Songs for a Passerby is vooral een ervaring die je verlangen naar de toekomst een enorme boost geeft. Er zitten nu nog wat hick-upjes in de techniek, en grafisch is het nog niet geweldig, maar als déze state of the art je al zo meesleept, stel je voor wat je als operaliefhebber over een tien, twintig jaar gaat zien. Kun je dan naast Turandot op de troon zitten? Aan de oever staan van het water waarin Wozzeck verdrinkt? Zélf op zoek gaan naar de Toverfluit? Het lijkt ineens een heel realistische toekomstdroom.