De uiting van onvrede is een antwoord op een politiek van twintig jaar vooruitschuiven

Provinciale Statenverkiezingen

Commentaar

En weer heeft de Nederlandse kiezer een gang naar de stembus gebruikt om af te rekenen met de zittende politieke macht. Terwijl de coalitie zetels inlevert, is nieuwkomer BoerBurgerBeweging (BBB) van Caroline van der Plas bij de Provinciale Statenverkiezingen in één klap in alle twaalf provincies de grootste partij geworden. De partij veroverde bijna 140 van de in totaal 572 provinciale zetels in en stevent af op een entree in de Eerste Kamer met zestien of zeventien zetels.

De stormachtige groei van BBB, die zich niet beperkt tot provincies waar veel platteland is, gaat vooral ten koste van de vorige grote winnaar, Forum voor Democratie. FVD werd in 2019 nipt de grootste partij in het land, maar ging aan interne verdeeldheid en afsplitsingen ten onder. Van de 14 zetels in de senaat houdt FVD er twee over. Maar ook het CDA levert fors in: de partij wordt nagenoeg gehalveerd ten opzichte van vier jaar geleden. Het CDA lijkt het electorale stootkussen te zijn van de coalitie: BBB richt zich goeddeels op de oude achterban van de christendemocraten. Het verlies van VVD, CU en D66 is marginaal. De prille combinatie PvdA/GroenLinks, die voor het eerst gezamenlijk de verkiezingen in gingen, handhaafde zich op het niveau van vier jaar terug, en is als machtsblok met vijftien zetels in de senaat nagenoeg net zo groot als BBB. Ook Volt en Partij voor de Dieren deden het goed.

Daarmee bewijst Nederland opnieuw dat de parlementaire democratie de afgelopen twintig jaar is verworden tot wat je wel een casino-democratie kunt noemen. Aangejaagd door buitenproportionele aandacht van de (sociale) media voor nieuwkomers in de politieke speeltuin, zetten kiezers in groten getale hun geld op een nieuwe partij die de zittende macht uitdaagt. Alles of niets, rien ne va plus. En vier jaar later, als blijkt dat de gok verkeerd heeft uitgepakt, is er weer een nieuwe kans om het systeem op te schudden. Zo ging het in 2002 met de LPF, zo ging het in 2010 met de PVV, in 2019 met FvD en nu dus met BBB.

Een zichzelf versterkend effect, bleek uit het buurtonderzoek dat NRC deed daags voor de verkiezingen: de proteststem leidt tot verdere polarisatie, die weer leidt tot grote teleurstelling in wat de politiek voor elkaar krijgt, die weer leidt tot verdere polarisatie. Per saldo is de proteststem uitgegroeid tot een politieke zuil in zichzelf, met een stabiele en zelfs groeiende kiezersschare van zo’n 30 procent. Kiezers die op BBB stemden deden dat naar eigen zeggen vanwege stikstof, maar ook vanwege de vertrouwenskloof tussen burger en politiek.

Dat moeten gevestigde partijen zich aantrekken. De uiting van onvrede is mede een antwoord op een politiek die twintig jaar belangrijke dossiers voor zich uit heeft geschoven. Klimaatverandering, stikstof, woningbouw, ze hadden al lang geleden aangepakt kunnen worden. Dat is nagelaten, uit angst de kiezer te verliezen kwam er een politiek van zachte heelmeesters. Pas nu de wal het schip keert (en de rechter de overheid dwingt zich aan zijn eigen afspraken te houden) treedt er ineens een versnelling op: ineens moet alles en wel nu. Dat de burger dat niet begrijpt of wil begrijpen, is volstrekt begrijpelijk, de electorale schokken zijn hiervan het gevolg.

Nederland bewijst opnieuw dat de parlementaire democratie de afgelopen twintig jaar is verworden tot wat je wel een casino-democratie kunt noemen.

Sowieso staat het iedere kiezer vanzelfsprekend vrij te doen wat hem of haar goeddunkt. Het gevolg van deze wispelturigheid is echter wel dat de bestuurbaarheid van Nederland in het geding aan het komen is. De nu gekozen Provinciale Staten vormen een cruciale schakel in het uitvoeren van veel landelijke wetten en regels op het gebied van wonen, stikstof en natuur. Aangezien BBB in de meerderheid van de provincies het initiatief heeft tot de vorming van colleges, zal de partij een flink stempel kunnen drukken op welke kant het in de provincies op gaat.

Maar ook op nationaal niveau wordt het er niet eenvoudiger van. De coalitie heeft in de Eerste Kamer nog maar 23 zetels over en zal dus ofwel over links (PvdA/GroenLinks), ofwel over rechts (BBB) naar meerderheden moeten zoeken. Binnen de coalitie zal met name D66 geneigd zijn naar links te kijken, terwijl VVD en CDA een natuurlijke hang naar rechts hebben. Dat kan en zal tot spanningen leiden.

De grote vraag de komende maanden zal zijn hoe BBB zich provinciaal én landelijk gaat opstellen. Op de roes van de overwinning van deze week lijkt de partij vooral een voet dwars te willen blijven zetten in het stikstofdossier. Dat is gezien de campagne logisch, maar ontkennen dat er een probleem is met stikstof lost de schade voor de natuur en de bouwstop niet op.

De tientallen nieuwe BBB-ers die in het hele land aan de slag gaan, zullen zich de vraag moeten stellen wat ze willen zijn. Willen zij de zoveelste anti-beweging vormen die zich door al te radicale standpunten buiten de politieke orde blijft plaatsen, met het risico over vier jaar ingeruild te worden door de volgende anti-establishment partij? Of is er, zeker met het gehavende en gemarginaliseerde CDA in het achterhoofd, ruimte voor een constructieve partij die wel goed luistert naar wat het electoraat wil. Naar boeren en burgers dus. Daar kan de komende jaren de kracht van BBB liggen. En daarin kunnen de traditionele middenpartijen wellicht ook nog wat leren van BBB.