De tweeduizend jaar geschiedenis die langs de Theems verscholen ligt, trekt te veel mudlarkers

Op de Millennium-brug middenin Londen vergapen toeristen zich aan het uitzicht over de Theems, aan de St. Paul’s kathedraal en de tientallen wolkenkrabbers. Onder hen buigen plukjes fanatieke Britten zich over de stenen kiezels aan de oever van de rivier. En vooral over wat daar verder tussen het grind ligt. Gekleurde scherfjes draaien ze om, stukjes bot plukken ze tussen de stenen uit.

Ze zijn aan het mudlarken, zoals het zoeken naar historische schatten in het Verenigd Koninkrijk heet. Na een uurtje scharrelen spreiden ze hun vondsten uit op het zand naast de Theems. Het zijn scherven van wat ooit borden, suikerpotten en kleipijpjes waren, uit de Victoriaanse tijd of de Middeleeuwen.

Naderhand laten ze alles liggen, zodat de rivier straks bij hoog water de scherven weer wegspoelt. Iets meenemen is verboden en ze mogen alleen mudlarken omdat ze hier als groep zijn met de Thames Explorer Trust, een non-gouvernementele organisatie die de rivier helpt beschermen. Mudlarken langs de Theems is de afgelopen jaren zo populair geworden dat de Havenautoriteit Londen het afgeven van individuele vergunningen voor onbepaalde tijd heeft stopgezet. Het aantal mudlarkers werd te groot.

Afdruk van een voet

Een van de bekendste mudlarkers in het VK is Lara Maiklem. Ze struint al meer dan twintig jaar langs de oevers van de Theems en deelt haar bijzonderste vondsten online met haar bijna 140.000 volgers. Een houten kam uit de Middeleeuwen, een leren schoen uit de achttiende of negentiende eeuw, een Franse munt van 25 cent met een rond gaatje erin. „Het vinden van een schoen blijf ik heel bijzonder vinden. Je ziet de afdruk van de tenen er nog in zitten, dat maakt het persoonlijk, het voelt echt alsof je verbinding met vroeger maakt.”

Maiklem is het eens met de ingelaste stop voor vergunningen, omdat het aantal was gestegen van ongeveer 250 vergunningen vóór de coronapandemie naar zo’n 5.000 daarna. „Het was ook wel heel gemakkelijk om zo’n vergunning te krijgen. Je kon hem zo ongeveer tegelijk met je metrokaart kopen. Prima dat ze nu proberen zicht te krijgen op wie die vergunningen echt gebruikt.” De Havenautoriteit zou deze herfst met een update komen, zegt Maiklem, en de vraag is of ze het hele vergunningensysteem opnieuw gaan inrichten.

Al lijkt mudlarken een onschuldige hobby voor amateurarcheologen, de emoties in het wereldje lopen soms hoog op

Want al lijkt mudlarken een vriendelijke en onschuldige hobby voor amateurarcheologen, de emoties in het wereldje lopen soms hoog op. Er is een kleine club van vijftig mudlarkers die een speciaal soort vergunning hebben, waarmee ze de rivier grondiger mogen onderzoeken dan degenen met een ‘gewone’ vergunning. Zij mogen aan sommige delen van de oever wel tot 1,3 meter diep graven, met een gewone vergunning is hooguit 7,5 centimeter toegestaan. Maiklem: „Niet de dagjesmensen brengen de meeste schade toe, maar ironisch genoeg degenen met een bijzondere vergunning. Door het afgraven kalft de stevige oever af en de golfslag van boten versterkt dat effect. Die vergunning zou moeten worden afgeschaft.”

Voor die mening krijgt Maiklem het online zwaar te verduren. En ze krijgt kritiek dat zíj eraan heeft bijgedragen dat mudlarken nu zo populair is. In haar berichten op sociale media vraagt Maiklem vaak of iedereen het respectvol wil houden. Voor het boek dat ze dit jaar schreef over mudlarken en wat dat haar brengt – kalmte, verbinding met de natuur en de elementen – sprak ze met andere niche-hobbyisten. Vogelaars bijvoorbeeld maken hetzelfde soort territoriale gedrag mee: „Mensen worden bezitterig en laten liever geen nieuwelingen tot hun geliefde hobby toe.”

Te koop op Etsy

Rivieren zijn altijd belangrijke dumpplaatsen geweest voor de bewoners van hun oevers. De oorspronkelijke mudlarks waren in het Victoriaanse tijdperk de armen, die in de modder langs de Theems speurden naar spullen die ze nog konden gebruiken of verkopen. Brokken steenkool, stukken koper of nog goede lappen stof.

Mudlarkers mét een vergunning mogen meenemen wat ze aan de oever vinden. Bij bijzondere gevonden objecten zijn ze verplicht die te melden bij het Museum van Londen, bijvoorbeeld als iets meer dan 300 jaar oud is, of als het waardevolle metalen bevat zoals goud en koper. Ongeveer 80 procent van de scharrelaars doet dat niet, bleek uit een peiling. En vondsten verkopen is wettelijk niet toegestaan.

Een man toont een voorwerp dat is opgegraven langs de oever van de Theems in Londen, 11 september.
Foto Rasid Necati Aslim / Anadolu Agency via Getty Images

Alleen gebeurt dat wel. Op online website Etsy, waar hobbyisten de producten van hun handenarbeid verkopen, is van alles te vinden dat ooit in de rivier heeft gelegen. Victoriaanse jampotjes, oude glazen wijnflessen, zakjes met losse blauw-witte scherven. Iemand met de gebruikersnaam RiverThamesMudlark vraagt 30 pond (ongeveer 35,60 euro) voor vier nog bijna gave kleipijpjes.

„Er zijn mensen die bewust erop uit trekken om voorwerpen op te halen. Sommige delen worden helemaal gestript”, zei Jane Sidell dit voorjaar tegen dagblad The Times. Sidell is archeoloog en hoofdinspecteur van Historic England, de overheidsinstelling die het cultureel erfgoed in Engeland bewaakt. Ze vermoedt dat zulke strooptochten ook in andere steden plaatsvinden, rond de Ouse in York en de Stour in Canterbury.

Maar voor veel Britten is mudlarken bij de Londense Theems aantrekkelijker, omdat daar al zo lang veel bedrijvigheid plaatsvindt – én omdat het een getijderivier is. Het water stijgt en daalt op sommige plekken wel met zeven meter. Daardoor ziet de oever er twee keer per dag anders uit en zijn er net weer andere voorwerpen te vinden. Lara Maiklem: „Er ligt tweeduizend jaar geschiedenis in verscholen. Ik hoef niet naar andere rivieren. De Theems is het voor mij.”



Delen