De Tweede Wereldoorlog komt ‘tot leven’ in jongerenvoorstellingen van Theater na de Dam

Theater na de Dam Voor de jongerenvoorstellingen van Theater Na de Dam spraken jongeren met ouderen die de oorlog meemaakten. „Nu hoor ik verhalen waar iemand echte gevoelens bij heeft.”

De voorstelling Wij praten hier (niet) over in De Lawei in Drachten gaat over de periode net na de Tweede Wereldoorlog. Werd er gesproken over de oorlog?
De voorstelling Wij praten hier (niet) over in De Lawei in Drachten gaat over de periode net na de Tweede Wereldoorlog. Werd er gesproken over de oorlog?

Foto Lucas Kemper

Verhalen uit de eerste hand over de Tweede Wereldoorlog worden steeds schaarser. Jong zijn in de oorlog, wie kan daar over tien jaar nog over vertellen? Rondom de Nationale Dodenherdenking op 4 mei organiseert de jaarlijkse manifestatie Theater Na de Dam voorstellingen die worden gespeeld en gemaakt door jongeren, op basis van gesprekken met ouderen over hun herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.

In theaters door het hele land zetten 350 jongeren van tussen de 10 en 20 jaar oud de persoonlijke verhalen om in voorstellingen, waarbij ze worden begeleid door professionele theatermakers. Dit jaar leidde het project tot 42 toneelstukken rondom het thema ‘vrijheidsstrijd’. Drie jongeren vertellen hoe dit hun kijk op de oorlog veranderd heeft.

Cors Nagelkerke

Cors Nagelkerke (19) speelt in ‘Wij praten hier (niet) over’, te zien in Schouwburg De Lawei in Drachten. Met zeven medespelers sprak hij daarvoor met ouderen uit Smallingerland in Friesland.

„De voorstelling heet Wij praten hier (niet) over en het woordje ‘niet’ is eigenlijk doorgestreept, want wij praten hier nu wel over. Ik heb met de zoon van een verzetsstrijder gepraat. We hadden het over hoe zijn ouders het met hem over de Tweede Wereldoorlog hadden en hoe hij daar nu weer met zijn kinderen over praat. Dat spiegelen we aan ons eigen leven: praten wij over dingen als we iets heftigs meemaken? Daar gaat de voorstelling over.

„Die zoon was nog niet geboren in de oorlog, hij is nu 71 jaar. Hij heeft er naderhand veel met zijn moeder over gepraat, maar oppervlakkig. Hij heeft nooit een diepere laag gehoord en hij heeft spijt dat hij nooit heeft doorgevraagd. Hij heeft een doos met aantekeningen die zijn moeder maakte tijdens de oorlog, maar die durft hij niet te bekijken. Op basis van dat verhaal heb ik een scène gemaakt met twee karakters, één vertelt over zijn tijd in de oorlog en een ander over de coronaperiode. We geven wel aan: dat is niet echt te vergelijken, want het is niet hetzelfde. Maar het zijn wel de heftigste ervaringen van die twee generaties tot nu toe – voor mij was dat corona en voor hen de oorlog.

„Ik wist heel weinig van de oorlog. Deze gesprekken maken het ineens echt. Ik keek wel films als Snuf de Hond, maar nu hoor ik verhalen waar iemand echte gevoelens bij heeft. Bij ons thuis ging het nooit over de oorlog. Ik weet niet waar er is gestopt met praten, of dat dat nooit begonnen is. Vóór dit project was ik een van die mensen die zei: dat is het verleden, we gaan vooruit. Maar hierdoor besef ik dat het echt belangrijk is om erbij stil te blijven staan.”

Gijs van Oostenbrugge

Gijs van Oostenbrugge (18) doet mee aan (Niet) doorvertellen, in de Kooger Vermaning kerk in Koog aan de Zaan. Daarvoor vertelden Zaanse overlevenden over opgroeien in oorlogstijd, onderduiken en verzet.

„Een mevrouw van nu 102 jaar oud vertelde dat ze in een kamp had gezeten. Zij was verzetsstrijder en is in het kamp doorgegaan met het verzet door berichten in theedoeken te naaien. Dat vraagt veel moed, omdat je al opgepakt bent. Je hebt je verzet tegen de Duitsers en dan blijf je er gewoon mee doorgaan. Ik weet niet of ik de moed zou hebben om me zo te verzetten. Ik vind het knap dat iemand met gevaar voor eigen leven voor anderen heeft gestreden.

„Ik heb op school bij geschiedenis over de oorlog geleerd en er boeken over gelezen, dan leer je de grote verhalen over D-Day kennen. Maar dit verhaal was juist heel persoonlijk en klein. De oorlog heeft een gezicht gekregen van iemand die het heeft meegemaakt. Het voelt echter, niet meer als een film of boek, of spannend verhaal. Dit kwam veel dichterbij.”

Maas van der Graaf

Maas van der Graaf (14), doet mee aan Schemer, locatietheater in het centrum van Middelburg. Met veertien anderen verdiepte hij zich in de oorlogsgeschiedenis van die stad.

„Het is heel belangrijk dat we deze voorstelling maken, omdat er steeds minder mensen zijn die de oorlog hebben meegemaakt. Maar omdat wij die verhalen spelen en kunnen doorgeven aan de mensen die de voorstelling bekijken, worden ze toch onthouden.

„Ik weet wel veel, omdat ik erover leer op school. Maar ik had geen beeld in mijn hoofd. Dat vormde zich toen ik de ouderen ging spreken. Zij kwamen met indrukwekkende verhalen en toen ging het leven. Het normale dagelijkse leven in de oorlog staat niet in de geschiedenisboeken, bijvoorbeeld. Daarover leerde ik door met die mensen te spreken.

„Ik besef wel hoe dankbaar we mogen zijn met de vrede die we hebben in Nederland. Als je kijkt naar Oekraïne, hoe vreselijk dat is – ik herinner me nog een zin uit een voorstelling van vorig jaar: we blijven steeds dezelfde fouten maken. We blijven met elkaar in oorlog en blijven ruzie maken. Als we dat nou niet doen, zou de wereld zo’n mooie plek zijn.”