‘De Turkse gemeenschap is warmbloedig. Die gaat meteen aan de slag’

Reportage

Aardbeving In Rotterdam zamelen Turkse Nederlanders dekens en jassen in voor de slachtoffers van de aardbeving. „Je kunt alleen bidden en de Koran lezen. Maar vanmorgen dacht ik: ik moet wat dóén.”

Vrijwilligers in de Mevlana moskee in Rotterdam sorteren hulpgoederen voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië.
Vrijwilligers in de Mevlana moskee in Rotterdam sorteren hulpgoederen voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië.

Foto Bart Maat / ANP

Sevilay Sagir (65) rijdt in volle vaart met haar scootmobiel over het Afrikaanderplein in het Rotterdamse stadsdeel Feijenoord. Vastberaden blik. Ze zit ingebouwd tussen vuilniszakken vol dekens en kleding: achter haar rug, tussen haar voeten en op het stuur van de schootmobiel. In het mandje voorop ook nog een zak.

„Ik heb ook sokken en schoonmaakdoekjes”, zegt ze. En ze heeft 50 euro gedoneerd. „Deze aardbeving is zo verschrikkelijk. Het overtreft alles.”

Kayseri, de stad waar Sevilay Sagir zelf vandaan komt, is ongeschonden. Ze heeft geen familieleden onder de getroffenen. Maar toch moest ze maandag de hele dag huilen bij het zien van de beelden uit Turkije en Syrië. „Vooral de kinderen in de puinhopen van wat eens hun huis was… Je voelt je machteloos. Je kunt alleen bidden en de Koran lezen. Maar vanmorgen dacht ik: ik moet wat dóén.”

Vlaggen halfstok

Sagir is op weg naar de Turkse Kocatepe moskee in het midden van de Rotterdamse Afrikaanderwijk, waar zowel de Turkse als de Nederlandse vlag halfstok hangt. In de hal van de moskee staat bestuurslid Erdal Sahan in dikke jas en met wollen muts op zijn hoofd. Hij kijkt naar de groeiende stapel tassen en zakken in de hal. „De Mevlana moskee in Rotterdam-West is aangewezen als centraal afleverpunt voor hulpgoederen”, zegt hij. „Maar mensen in Rotterdam-Zuid brengen het ook naar ons. De Turkse gemeenschap is warmbloedig. Die gaat meteen aan de slag.”

In Feijenoord is zo’n kwart van de bewoners van Turkse afkomst. In de Afrikaanderwijk is dat een derde.

Bestuurslid Sahan gaat het kantoortje in om personenauto’s te regelen om de hulpgoederen naar west te brengen. Vanuit de Mevlana moskee gaan de spullen in vrachtwagens naar Schiphol, zegt hij even later. „En van daaruit met Turkish Airlines naar Istanbul. En dan hopelijk zo snel mogelijk naar de rampplekken.”

Lange file

Maandag, direct na de eerste aardbeving, was ook het parkeerterrein van trouwlocatie The Crown in Schiedam tijdelijk inzamelingspunt. Maandagmiddag ontstond daar een lange file van auto’s met hulpgoederen. De vrijwilligers moesten na verloop van tijd mensen wegsturen omdat ze de zakken met spullen niet meer konden verwerken.

Een dag later rijdt Can (23) zijn zwarte Opel het plein van de moskee op. Hij open de achterklep en stouwt zoveel mogelijk zakken in de auto. Op de achterbank liggen veel pakken luiers. Die gaat hij naar de Mevlana moskee brengen. Zijn achternaam hoeft niet in de krant, zegt hij. God ziet wat hij doet, verder hoeft niemand dat te weten.


Lees ookSteeds weer wordt Turkije opgeschrikt door aardbevingen

Can werkt als logistiek medewerker in de haven. Hij heeft een vrije dag genomen om hulpgoederen in te zamelen. Hij heeft zijn collega’s ook gevraagd om kleding en dekens. Morgen gaat hij die op kantoor ophalen.

Even verderop, in kapsalon Syl, gaat het gesprek alleen nog maar over de aardbeving. Eigenares Zülfiye Bulut laat vele doorgestuurde filmpjes op haar telefoon zien: instortende flatgebouwen, hulpverleners, bibberende ouderen in pyjama buiten, kinderen die onder het puin vandaan worden gehaald. En tikkies. Heel veel tikkies van organisaties die vragen om donaties.

Zij en haar man hebben geld gedoneerd via een klant van haar man in Turkije. „Zo weten we zeker dat het geld op de goeie plaats terecht komt”, zegt ze. „Want er zijn nu zoveel mensen die acties starten. Niet iedereen is even professioneel. Je wilt wel dat het gedoneerde geld op de goede plek komt.”

Haar moeder komt binnen. Ze gaat koffie drinken met vriendinnen. Ze weet al waar het gesprek over zal gaan. „Alleen maar over de aardbeving. Dat is nu het enige waar we aan kunnen denken.”