De Tories kiezen een nieuwe leider: gaan ze voor een rechtse uitdager, of wordt de partij gematigder?

Gaan ze voor een uitdager die de partij verder naar rechts trekt? Of juist voor een gematigde kandidaat?

Na het grootste verlies ooit voor de Conservatieve Partij bij de Lagerhuisverkiezingen begin juli maakte partijleider Rishi Sunak zijn aftreden bekend. Dus nu moeten de Tories een partijleider kiezen die de komende jaren oppositie voor hen gaat voeren. Woensdag is de eerste afvalronde: de fractieleden in het Lagerhuis houden een eerste stemronde waarbij ze het aantal kandidaten terugbrengen van zes naar vijf.

De leiderschapsstrijd is een lang, uitgesmeerd proces waarbij de komende weken elke keer kandidaten afvallen tot er twee over zijn. Eind oktober krijgen de partijleden de mogelijkheid om tussen die laatste twee te kiezen en dan wordt begin november de nieuwe leider bekend. De Conservatieven hebben geen haast: de analyse wat er mis ging moet wroden gemaakt, het grote verlies moet verwerkt.

Die lange interne campagne is voor de nieuwe regering van Labour wel een politiek cadeautje. Het betekent dat de grootste oppositiepartij de komende maanden vooral met zichzelf bezig is, in plaats van gericht weerwoord te bieden aan de Labour-plannen. Vier, vijf of zes mogelijke leiders die allemaal in hun eigen woorden kritiek leveren, is ook voor de Britse media onhandiger dan één rake opmerking van een echte partijleider.

Het lastige voor de zes kandidaten is om overeenstemming te vinden over de oorzaken van hun verlies. En daarmee een antwoord op de vraag welke kant het op moet met de Conservatieve Partij. De Tories verloren in juli electorale steun aan alle kanten van het politieke spectrum: een flink deel van hun achterban vond hen te rechts en koos voor Labour of de Liberaal-Democraten. Een ander deel vond hen juist te gematigd en ging voor Reform UK van Nigel Farage.

Vooralsnog gaat het inhoudelijke debat tussen de zes vooral over immigratie en proberen ze vooral de rechtsere kiezers aan zich te binden, met voorstellen voor maximum aantallen immigranten per jaar en het opzeggen van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het lastige is dat de kandidaten twee verschillende groepen moeten zien te overtuigen: eerst de fractie, daarna de partijleden. En de fractie – die van 365 leden na de verkiezingen in 2019 is gekrompen naar 121 leden – is gematigder dan het ledenbestand.

Kemi Badenoch is op het moment licht favoriet en de algemene verwachting is dat Mel Stride na woensdag als eerste eruit ligt. Maar verder hangt veel af van hoe tactisch de kandidaten te werk gaan en wie ze in hun fractie achter zich weten te krijgen.


Kemi Badenoch (44) „Het Verenigd Koninkrijk is het beste land om zwart te zijn”

Kemi Badenoch

Kemi Badenoch is één van de kandidaten van de rechterflank van de Conservatieve Partij en min of meer favoriet voor het leiderschap. Maandag zei ze tijdens haar presentatie dat de afgelopen Conservatieve regeringen „rechts praatten, maar links bestuurden”. Al was ze daar zelf sinds 2019 volop onderdeel van, eerst als minister voor Vrouwen en Gelijkheid en later als minister van Handel. Ze heeft nog weinig gezegd over eventueel nieuw beleid onder haar leiderschap, behalve dat ze een duidelijke breuk wil met de vroegere regeringen.

Badenoch werd in Wimbledon geboren, in de Britse hoofdstad Londen, maar bracht haar jeugd door in Nigeria en de Verenigde Staten. Op haar zestiende kwam ze terug naar het VK. Ze werkte bij McDonald’s, later studeerde ze computerprogrammering en rechten. Vorig jaar zei ze dat het VK „het beste land is om zwart te zijn”, maar naar aanleiding van de racistische rellen afgelopen zomer zei ze dat „je niet kunt doen alsof er geen spanningen” in de samenleving bestaan.


Robert Jenrick (42) „Onze partij moet veranderen. Als we dat niet doen, hebben we geen toekomst”

Robert Jenrick

In december vorig jaar stapte Robert Jenrick op als minister van Immigratie uit onvrede met de uitvoering van de Rwanda-deal voor het uitzetten van asielzoekers. In de juridische strijd rond die uitzettingen was de vraag of het VK internationale mensenrechten zou moeten respecteren. Jenrick wilde liever dat het VK dat niet zou doen en was ervoor dat het VK uit het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zou stappen. Britse media zagen zijn vertrek toen al als teken dat Jenrick ambities voor het leiderschap had en dat hij de Conservatieve Partij naar rechts zou trekken als partijleider.

Robert Jenrick groeide op in Wolverhampton, studeerde geschiedenis in Cambridge. Sinds 2014 zit hij in het Lagerhuis; hij kwam geregeld in opspraak. Tijdens de coronacrisis, toen hij staatssecretaris voor Huisvesting was, bezocht hij tegen de lockdownregels in zijn ouders. Binnen zijn partij stond Jenrick bekend als gematigd, maar de afgelopen maanden is hij verrechtst. Als immigratieminister gaf hij bijvoorbeeld opdracht om op kinderafdelingen in sommige asielzoekerscentra de vrolijke muurschilderingen weg te laten sauzen.


Tom Tugendhat (51) „De enige manier om vertrouwen terug te winnen, is onze Conservatieve principes trouw te blijven en onze beloftes na te komen”

Tom Tugendhat

Tom Tugendhat is één van de gematigder kandidaten; hij zou de voorkeur hebben van de One Nation Tories, de sociaal-liberale leden van de fractie. Al heeft Tugendhat bij het bekendmaken van zijn kandidatuur gezegd dat het verlaten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, wat gezien wordt als een vrij rechts plan, voor hem een optie is. Hij zou ook een maximum aantal migranten van netto 100.000 per jaar willen toestaan, om „de druk op huisvesting, infrastructuur en diensten te verlichten”.

Tugendhat studeerde theologie in Bristol en islamitische studies in Cambridge, waarbij hij ook Arabisch leerde. Hij ging in dienst en werkte jarenlang mee aan militaire missies in Irak en Afghanistan. In het kabinet van Rishi Sunak was hij staatssecretaris van Veiligheid. Ongemakkelijk voor Tugendhat is dat hij zich in 2022 ook al kandideerde voor het leiderschap. Zodra hij uit de race lag, sprak hij zijn steun uit voor Liz Truss als leider. Die maakte er een chaos van en was binnen anderhalve maand vertrokken als premier.


James Cleverly (55)„Slechte officieren geven hun soldaten de schuld, slechte ministers hun ambtenaren”

James Cleverly

De Conservatieven moeten „een paar dingen heel goed doen in plaats van alles slecht”, zei James Cleverly bij zijn presentatie maandag. Cleverly was in vorige regeringen onder meer minister van Onderwijs, Binnenlandse en Buitenlandse Zaken, steeds voor korte periodes. Als partijleider zou Cleverly het uitzetten van asielzoekers naar Rwanda, het plan waar onder de vorige regering niets van kwam, opnieuw willen uitvoeren. Toch is hij niet zo rechts als sommige andere kandidaten; hij presenteert zichzelf als gematigde, centrumrechtse kandidaat die de partij weer kan verenigen.

Cleverly groeide op in Lewisham, in het zuidoosten van Londen. Hij is enig kind omdat zijn ouders geen privéonderwijs voor meerdere kinderen konden betalen, vertelde hij in een interview in 2015. „Dus als Labour-leden in het Lagerhuis over hun moeilijke jeugd beginnen waar de Tories niets van af zouden weten, denk ik bij mezelf, fuck off, je hebt geen idee waar je het over hebt.”


Priti Patel (52) „Conservatisme heeft niet gefaald. Het zijn de politici die tekort gekomen zijn”

Priti Patel

Priti Patel is misschien wel de ideologisch meest rechtse en meest populistische van de zes kandidaten. In april 2022 presenteerde zij de afspraken met Rwanda over het uitzetten van asielzoekers, als minister van Binnenlandse Zaken onder toenmalig premier Boris Johnson. Maar nadat Johnson die zomer was opgestapt, verdween ook Patel uit het kabinet. Ze probeert nu een verzoenende toon en benadrukt het belang van eenheid binnen de partij, „om weer wedstrijdfit te worden”.

Patel is in Londen geboren en haar ouders zijn van Oegandees-Indiase afkomst. Ze studeerde economie in Newcastle. Sinds 2010 zit ze in het Lagerhuis. Ze bezorgde haar partij door de jaren heen geregeld ongemakkelijke momenten. In 2017 trad ze af als minister van Internationale Ontwikkeling omdat ze in haar vakantie allerlei Israëlische ambtenaren en politici had ontmoet, tegen de ministeriële regels in. En in 2022 bevond een onafhankelijk adviseur over de ministeriële gedragscode meldingen over pestgedrag van Patel op haar ministerie gegrond – al trad die adviseur af nadat Boris Johnson zijn conclusies van de hand had gewezen en bleef Patel zitten.


Mel Stride (62) „Mensen kiezen niet voor een partij waar iedereen elkaar steeds naar de keel vliegt”

Mel Stride

In juli waren mediaoptredens van Mel Stride een terugkerende grap onder journalisten die verslag deden va de verkiezingscampagne. In het Verenigd Koninkrijk geeft vaak één iemand van de grote politieke partijen tijdens het ochtendnieuws interviews aan meerdere radio- en televisiezenders. En tijdens de campagne was dat wel erg vaak Mel Stride, destijds minister van Werkgelegenheid en Pensioenen. Als één van de weinige ministers verdedigde hij de regering nog, terwijl zijn collega’s allang mentaal waren afgehaakt.

Volgens de Britse media maakt Stride weinig kans op het partijleiderschap, misschien juist doordat hij de afgelopen jaren weinig uitgesproken was en vooral loyaal aan anderen. Zelfs in zijn campagne is hij voorzichtig: „Het is heel belangrijk dat we tijdens deze verkiezing geen al te heftige posities innemen, want wie deze strijd ook wint, diegene moet terug naar de fractie.” Al heeft Stride wel de juiste studie gedaan voor de baan: veel Conservatieve partijleiders en oud-premiers studeerden filosofie, politiek en economie aan de Universiteit van Oxford, net als hij.