De tien lekkerste huis-, tuin- en keukenluchtjes: van poezenvoetjes tot rabarberappelcrumble

Top-10 Geurexpert en parfummaker Tanja Deurloo wijst haar favoriete huis-tuin-en-keukenluchtjes aan.


Foto Wiktor Szymanowicz

Als kind verzamelde Tanja Deurloo (56) theesoorten, omdat ze die zo lekker vond ruiken. „Ik ben een heel zintuiglijk mens. Op de middelbare school wist ik al dat ik later iets met smeren en ruiken wilde gaan doen.” Als afgestudeerd chemicus werkte ze voor diverse grote bedrijven. Ze verkocht als handelsreiziger grondstoffen voor cosmeticaproducten. En voor het Amerikaanse levensmiddelenconcern Sara Lee ontwikkelde ze nieuwe huidverzorgingsproducten voor Sanex en Zwitsal.

Op haar veertigste richtte Deurloo een eigen bedrijf op: Annindriya. Een begrip uit het Sanskriet, legt ze uit, dat staat voor de hoogste inzichten en de kracht van zintuigen. „Precies waarmee ik me wilde bezighouden.”

Met acht werknemers onderneemt ze verschillende activiteiten. In Amsterdam runt ze de Perfume Lounge, een winkel met exclusieve niche parfums. Daarnaast adviseert Deurloo bedrijven bij het oplossen van geurvraagstukken en ontwikkelt ze parfums voor bijvoorbeeld kledingmerken. Namen en voorbeelden mag ze alleen off the record noemen. Ze werkt aan een eigen parfumlijn.

Wees zuinig met parfums en geur in huis, adviseert Deurloo. „Als je te veel geur verspreidt is dat voor anderen niet prettig. Zelf ruik je dat niet, omdat onze hersenen alleen verandering constateren.” Een tweede geuradvies: „Denk niet dat wat bij een ander lekker ruikt ook goed past bij wie jij bent of wilt zijn.”

Haar eigen geurgarderobe telt tientallen parfums. Ze heeft de luxe dat ze uit de achthonderd parfums in haar winkel kan kiezen. „Het hangt af wat ik die dag nodig heb of waar ik zin in heb.” Er is één luchtje dat ze al 42 jaar met regelmaat draagt. Een klassieker van Clarins, meer wil ze er niet over zeggen. „Dat droeg ik toen ik eindexamen deed en toen ik moest afrijden. Als ik me veilig wil voelen draag ik het. Een alles-is-okégeur.”

Op verzoek selecteerde Deurloo haar tien favoriete geuren. Geen parfums, was de opdracht.

10 Zonneroosje

Tanja Deurloo: „Twintig jaar geleden wandelde ik in Portugal op een droge, rotsachtige plek. Steeds rook ik iets bijzonders wat ik niet herkende. Toen ik mijn neus achterna ging kwam ik uit bij een struik die zonneroosje heet. Toen ik me daarin verdiepte bleek die plant al sinds de oudheid een ingrediënt voor parfums te leveren: labdanum, een hars afgescheiden door klierharen op de bladeren en de jonge takjes. Herders verzamelden de hars vroeger uit de vacht van schapen die tussen de struiken liepen.

„Het is een intrigerende, harsige en dierlijke geur. Sommigen mensen zeggen boenwas, anderen doet het denken aan een intiem beslapen bed. Zo’n gloedvolle geur met een viezig randje maakt parfums interessant. Als ik zelf parfums maak gebruik ik graag labdanum.”

9 Kunstkijkers

„In musea en galeries kijk ik geconcentreerd naar kunst. Onverwacht pikt mijn neus – die kan ik niet uitzetten – dan opeens een zweem op van een andere kunstkijker. Een parfum, een shampoo of een wasverzachter. Steeds een nieuwe ontmoeting, een andere kleur door de lucht. Dat vind ik mooi. Mijn indruk is dat museumbezoekers vaak hun best hebben gedaan voor ze de deur uitgingen. Met zorg hebben ze zich gekleed voor hun uitje. Museumbezoekers met een penetrante zweetlucht kan ik me niet herinneren.

„In een galerie in Zutphen pikte ik een paar maanden terug een bijzondere parfumlucht op. Die geur bleef me intrigeren. Zozeer zelfs dat ik me niet meer op de kunst kon concentreren. Lang heb ik gezocht naar de betreffende vrouw om te vragen wat ze gebruikte. Toen ik haar aansprak en zei dat ik haar al meer dan een uur rook, schrok ze zich rot. Haha.”

8 Rabarberappelcrumble

„In mijn top tien van weekendbestedingen staan bakken en koken hoog genoteerd. In mijn badjas ’s morgens een kookboek uit de kast halen en dan gaan nadenken over welke gerechten ik ga maken. Een mooi deegje met vruchten en natuurlijke vanille uit de oven, het ruikt zo goddelijk. De geur van versgemalen koffiebonen en van versgebakken brood zijn ook heerlijk, maar mijn favoriet is toch rabarberappelcrumble. Het rinsige en sappige van de rabarber, het fruitige van de appel, samen met het zoete van de toegevoegde suiker en het kruidige van het deeg, die combinatie is zo verleidelijk, is echt zintuiglijk genot. Een taart bakken staat natuurlijk ook voor verwennen, huiselijkheid en feestelijkheid.”

7 Bouwplaats

„De geur van bouwplaatsen vind ik heerlijk. Vooral van nat beton, hout en stopverf kan ik genieten. Zo’n droge, kleiige lucht, die iets verwachtingsvols heeft. Iets nieuws. En ook: eerlijke handenarbeid. Vakmanschap.

„Wat bij mij beslist meespeelt: mijn overleden vader was een drogist die ook glas zette. De geur van stopverf doet me aan hem denken. Reuk is ons meest krachtige en emotionele zintuig. De directe verbintenis van herinneringen en emoties met bepaalde geuren komt veel voor.

„Mijn winkel geeft persoonlijke geuradviezen. Mannen krijgen zo’n anderhalf uur consult regelmatig cadeau. Soms zit hier dan een man die zegt: ik heb niks met parfums. Maar dan begint hij te vertellen hoe graag hij knutselt aan zijn motor, hoe lekker smeerolie ruikt. Aha! Dan heb ik wel geuren met een randje van leer of smeerolie.”

6 Poezenvoetjes

„Heel mijn leven heb ik al huisdieren. Met katten knuffelen is heerlijk. Dat staat voor gezelligheid en geborgenheid. Katten ruiken ook heerlijk. Vooral de kussentjes onder hun voetjes vind ik verrukkelijk. Hoe het ruikt? Lastig te omschrijven: leerachtig, een warme lichaamsgeur. De voetjes moeten wel schoon zijn, niet net door de natte klei hebben gebaggerd.

„Wat ook lekker is: de lucht van voetmassages. Het lijkt nu misschien of ik een voetfetisj heb. Haha. Zo is het niet. Voetmassages werken ontspannend en stimulerend tegelijk. Daar geniet ik van. En dat maakt dat ik de geur van voetencrèmes – pepermunt, eucalyptus en kamfer – zo lekker vind. Om misverstanden te voorkomen: met mijn verjaardag wil ik geen voetencrème meer cadeau krijgen. Ik heb nog voor jaren genoeg.”

5 Bergamot

„Alle schillen van groene en gele citrusvruchten ruiken mooi. Mijn favoriet is de bergamot, een kleine, ronde tot peervormige vrucht met een citrusachtige, scherpe en bittere geur. De bergamot groeit vooral in Calabrië, in het zuiden van Italië. Uit de schil van de onrijpe vrucht wordt bergamotolie gewonnen, een etherische olie die als geurstof gebruikt wordt in parfums en andere cosmetica. En als smaakstof in bijvoorbeeld earl grey-thee.

„Met een stel parfumeurs ben ik in september 2019 een week op studiereis geweest naar Calabrië. Daar bezochten we boomgaarden en een verwerkingsfabriek. Dat soort persoonlijke herinneringen sla je op in je geurbibliotheek, heerlijk verbonden met deze energieke geur.

„Verwant is de bedwelmende, narcotiserende geur van oranjebloesem, de witte bloesem van sinaasappelbomen. Dat ruikt naar zon, een enorm verleidelijk aroma.”

4 Nieuw boek

„Papier en inkt geuren heerlijk. In boekwinkels ruik ik altijd even aan boeken. Een aroma dat voor mij staat voor vele mooie herinneringen: aan tal van geslaagde leeservaringen.

„De rust in je hoofd en lijf vinden om met een boek in een hoek te gaan zitten, voor mijn gevoel doe ik dat te weinig. Ik zou veel meer willen lezen dan ik doe. Als kind las ik veel. Een boek dat als achtjarige geweldige indruk op me maakte was De geheime tuin van Frances Hodgson Burnett. Een geheimzinnig, spannend en betoverend mooi kinderboek uit 1911 dat door Imme Dros is hertaald.

„Het laatste boek dat ik las? Wired for Love van Stephanie Cacioppo heb ik net uitgelezen. Cacioppo is een neurowetenschapper die de vraag beantwoordt hoe liefde doorwerkt in lichamelijk en geestelijke gezondheid.”

3 Vroege ochtend

„Om zeven uur ’s ochtends naar buiten, om te sporten of te wandelen. Het verwachtingsvolle, knisperende van een nieuwe, nog lege dag. De lucht is schoon, nog niet vol gedoe, zoals uitlaatgassen. In de lente ruikt het ’s ochtends groenig, een beetje bloesemig. In de herfst naar bladeren en schors en ’s winters wit, fris en strak. Zo vroeg ben je vol aandacht voor de wereld om je heen, nog niet in beslag genomen door alle dingen waarmee je je dagen vult. De dingen komen binnen. Vóór het ontbijt de deur uit, het gevoel hebben dat je de wereld aan kunt.

„Als ik in het buitenland ben doe ik het ook. Ik was net in het Big Bend National Park in Texas. Daar zijn we gaan wandelen. Daar rook het wel veel warmer.”

2 Grijze amber

„Op een zandplaats bij Texel spoelde eind 2012 een dode potvis aan. In zijn endeldarm zaten vijf brokken ambergris, met een totaalgewicht van 83 kilo. Amber is een wasachtig product, waarschijnlijk bedoeld om de scherpe onderdelen uit hun voedsel, zoals snavelbekjes van inktvissen, zonder schade te kunnen uitpoepen. Bij één op de honderd potvissen hopen zich grote amberbrokken op. Het waddencentrum Ecomare vroeg of ik de brokken wilde analyseren. En ook of ik wilde helpen ze te verkopen. Grijze amber – een beetje een stal-lucht – is een geliefd ingrediënt voor parfums en bij spirituele gebruiken in Arabische en Aziatische landen. Je hebt tegenwoordig synthetische varianten. Een buitenlandse partij waarvan ik de naam niet mag noemen betaalde meer dan een half miljoen. Ecomare heeft er een nieuwe vleugel van kunnen bouwen.”

1 Nestgeur

„Pasgeboren baby’s zitten onder een vettige witte substantie, vernix caseosa. Dat smeer beschermt de foetus tegen het vruchtwater. Sommige vroedvrouwen smeren er wat van op hun huid, omdat het zo goed helpt tegen uitdroging. Het smelt op de huid.

„Toen ik voor Zwitsal werkte heb ik geprobeerd van de natuur te leren. Met een mix van oliën en vetten probeerden we vernix caseosa na te bouwen en babycrèmes te ontwikkelen die betere bescherming boden tegen luieruitslag.

„De oerlucht van pasgeborenen is een mix van huidsmeer, vruchtwater en bloed. Nestgeur is heel specifiek: vertrouwd en herkenbaar. Een baby herkent de moeder direct aan haar lichaamsgeur. En de moeder kan haar baby binnen een half uur met haar neus herkennen. Voor vaders duurt dat wat langer.

„De lichaamsgeur van mijn kinderen, zelfs hun adem en hun bezwete nekjes, daar genoot ik van. Objectief gezien misschien niet lekker, maar wel mijn cluppie. Als ze vroeger verkouden of ziekig werden rook ik dat meteen. Ze zijn nu al lang volwassen. Toen ik vertelde over deze top tien zeiden ze: ‘Je gaat toch niet over ons beginnen, mam? Maar je eigen nestgeur blijft iets verrukkelijks.”

Foto’s Getty Images; NRC beeldbewerking