De Spaanse regering wil de migratieregels versoepelen, de Marokkaanse Amina hoopt dat er iets gaat veranderen

Rond het middaguur stapt een groepje mannen in een wit busje dat geparkeerd staat aan een smalle, modderige weg in Motril, in het zuiden van Spanje. Langs die weg liggen tientallen boerderijen die zijn afgezet met hekken en plastic zeil. De mannen werken in een van de kassen waar groente en fruit worden verbouwd en gaan tijdens de pauze wat eten.

No puedo hablar”, zegt Luis Ayala uit Ecuador, gekleed in een beige overall en wit petje, als hij gevraagd wordt naar de werkomstandigheden in de kassen. Hij kan niet praten, zegt hij. „We werken zwart, dus je kunt je voorstellen dat we niet echt rechten hebben.” „Pero bueno, we hebben werk én inkomsten”, zegt hij schouderophalend. „Dat is beter dan niets.”

Hier, tussen de bergen aan de Middellandse Zee bij Motril, glinstert een gigantische witte oppervlakte in de zon. Het heeft iets weg van sneeuw, maar het zijn de plastic daken van de kassen waar jaarlijks voor 3,5 miljoen ton aan onder meer tomaten, paprika’s en komkommers worden verbouwd voor de Europese markt.

Een man fietst langs de kassen in Almería.

Foto Pablo Miranzo/Anadolu

Abde Tabid (45) verzamelt tomaten voor de opslag en verkoopt ze in zijn kas in Almería.

Foto Pablo Miranzo/Anadolu

Het beeld is niet uniek. In de nabijgelegen plaatsen El Ejido en Níjar schittert het plastic van mijlenver. Zelfs op ruimtebeelden van de NASA is deze ‘mar de plastico’, een zee van plastic, te zien. In de provincie Almería zijn zo’n 13.000 landbouwbedrijven. Immigranten vormen bijna 98 procent van het personeel. Hoewel seizoenarbeiders met een tijdelijk contract in Spanje kunnen werken, hebben de meeste werknemers net als Ayala geen legale verblijfstatus.

De regering van de socialistische premier Sánchez wil de positie van deze groep verbeteren. Zij keurde vorige maand een wet goed die migratieregels moet versoepelen. Vanaf januari 2025 krijgen zo’n 900.000 ongedocumenteerden een verblijfsvergunning, in een tijdbestek van drie jaar. Illegale migranten komen in aanmerking voor een legale status als ze kunnen aantonen dat ze al twee jaar ‘geworteld’ zijn in Spanje. Eerder was dat drie jaar. Verder moeten ze een arbeidscontract van minstens twintig uur per week kunnen voorleggen. Dat was voorheen dertig uur per week.

Wie betaal anders de pensioenen?

De regering Sánchez hoopt met de versoepeling van de regels het gat op de arbeidsmarkt te dichten dat is ontstaan door de vergrijzing . Daarnaast heeft Spanje de immigranten nodig om de pensioenen te betalen. „Zonder immigranten stort onze economie in”, zei premier Sánchez tijdens de presentatie van de plannen. Het is de bedoeling dat Spanje over dertig jaar in totaal zo’n 24 miljoen immigranten naar het land heeft gehaald om de pensioenen te kunnen betalen en de economie te „redden”.

„Spanje moet kiezen tussen het zijn van een open en welvarend land, of een gesloten en arm land. Wij kiezen voor het eerste”, zei minister Saiz (Inclusie, Sociale Zekerheid en Migratie). Spanje vaart hiermee een hele andere koers dan veel andere Europese landen, die juist strengere migratieregels voorstellen en de grenzen willen sluiten.

Ik ben dankbaar ondanks dat er misbruik van ons wordt gemaakt

Amina
Illegale Marokkaanse migrant

„Ik hoop dat er wat gaat veranderen”, zegt de Marokkaanse Amina. Zij wil niet met haar achternaam in de krant uit angst haar baan te verliezen. Ze staat, gekleed in een oranje tuniek en met een donkergroene schort om haar arm, met een groepje vrouwen bij een bushalte. Amina werkt sinds 2021 zwart in Motril, vertelt ze, en is al vier keer van werkgever veranderd. „Als het oogstseizoen klaar is, sturen ze ons weg tot er weer werk is”, legt ze uit.

Samen met andere – voornamelijk Marokkaanse – vrouwen haalt ze rotte stukken groente en fruit van een lopende band, maakt ze de rest schoon en zet ze de oogst klaar voor transport. „We moeten heel snel en hard werken en krijgen weinig betaald.” Amina’s salaris ligt tussen de 6 en 8 euro per uur. „Het is naar Europese standaarden heel laag, maar het is tien keer meer dan ik in Marokko zou verdienen. Daarom ben ik dankbaar, ondanks dat er misbruik van ons wordt gemaakt”, zegt ze verlegen.

Een Marokkaanse arbeidsmigrant plukt tomaten in een kas in Barranquete, in Almería.

Foto Pablo Miranzo/Anadolu

Over de nieuwe wet van premier Sánchez had Amina nog niet gehoord. „Regulering van onze verblijfsstatus? Ook die van mij? Dat wist ik helemaal niet”, zegt ze verbaasd. Vragend kijkt ze naar haar collega. „Wist jij dit?” Haar eveneens Marokkaanse collega schudt haar hoofd. „Ik hoorde iets vaags, maar had niet het idee dat dit voor ons geldt”, antwoordt ze. „Maar wat denk je nou zelf? Als wij papieren krijgen, dan betekent het dat ze ons een contract moeten geven én dus meer moeten gaan betalen. Dat gaan ze echt niet doen hoor. Vooral niet deze profiteurs hier.”

Het kan voor de meeste landbouwarbeiders in Almería inderdaad nog wel eens moeilijk worden om in aanmerking te komen voor een verblijfsstatus. De arbeidsovereenkomst van minstens twintig uur die de nieuwe regeling vereist, vormt een groot obstakel. In de zwarte economie van Almería schort het vaak aan papieren.

Misstanden

Met een jaarlijkse opbrengst van zo’n 2,2 miljard euro is de landbouwsector in Almería, ook wel de moestuin van Europa genoemd, een belangrijke economische motor voor de regio. Maar die hoge opbrengsten gaan gepaard met slechte arbeidsomstandigheden. In de afgelopen vijf jaar werden in Andalusië boetes opgelegd voor een totaalbedrag van 14,5 miljoen euro wegens de slechte arbeidsomstandigheden, zoals illegale arbeid, onderbetaling, gebrek aan sociale zekerheid en het schenden van mensenrechten. Door het vele zwartwerk liep de Spaanse staatskas alleen al tussen 2019 en 2021 voor 45 miljoen euro aan belastingen mis.

Mensenrechtenorganisaties wijzen al langer op de slechte werkomstandigheden van ongedocumenteerde arbeiders. Met hun salaris kunnen de meeste arbeidsmigranten geen fatsoenlijke kamer huren. Daardoor zijn de meesten gedwongen om in chabolas te wonen, zelfgebouwde huisjes van ijzeren platen, plastic zeil en planken, veelal zonder stromend water en elektriciteit.

Twee arbeidsmigranten in Barranquete, in Almería.

Foto Pablo Miranzo/Anadolu

Een container met rotte tomaten in San Isidro, in Almería.

Foto Pablo Miranzo/Anadolu

De regering van Andalusië, bestuurd door de rechts-conservatieve Partido Popular, wil van deze geïmproviseerde huizen af. Afgelopen zomer deed de regionale overheid maar liefst 79 voorstellen om de sloppenwijken te verwijderen. In de gemeente Níjar, op 40 kilometer afstand van Almería-stad, is het afbreken van sloppenwijk El Cañaveral al begonnen. De bewoners kunnen nergens heen.

‘Angstcultuur’

Een legale status zou het voor arbeidsmigranten makkelijker maken zich te verzetten tegen deze omstandigheden en op te komen voor hun rechten, zonder de angst het land uit te worden gezet. Mensenrechtenorganisaties zoals Andalucía Acoge en Asociación Pro Derechos Humanos de Almería noemen de maatregel van de regering Sánchez dan ook een stap vooruit. Maar ze wijzen er ook op dat de regionale overheden boeren dan wel strenger moeten controleren en zwaarder moeten straffen als zij immigranten zonder contracten laten werken.

„Er heerst een angstcultuur in de kassen”, zegt de Ecuadoriaanse Ayala terwijl hij de klep van zijn pet vasthoudt. „Eigenlijk slaat dat nergens op, want we zijn in de meerderheid. Als we allemaal het werk neerleggen hebben ze hier echt een groot probleem. Dan moeten ze ons wel tegemoetkomen met een contract.” Maar niemand wil lastig zijn en het risico lopen zijn werk kwijt te raken en teruggestuurd worden. „We zijn hier allemaal met één doel: geld verdienen en terugsturen naar ons thuisland.”