De ‘Sheriff’ van Suriname die te veel van de macht houdt

‘2023 wordt het jaar! Het jaar van de verlichting!” Met die belofte begon president Chan Santokhi dit jaar opgetogen zijn nieuwjaarstoespraak. Gehuld in een blauw pak met stijlvolle stropdas, drukte hij Surinamers op het hart „binnen de realiteit waarin we leven”, iedere dag te zoeken naar opties om het leven draaglijker te maken.

Dat die 1ste januari ook de btw net werd ingevoerd – waardoor winkelprijzen verder omhoogschoten – werd door Santokhi achterwege gelaten. Net als de zoveelste verhoging van de brandstofprijzen. Of de verdere verzwakking van de Surinaamse dollar en de inflatie van 50 procent.


Lees ook Hoe de stijgende onvrede in Suriname tot een schokkende uitbarsting kwam

Tweeënhalf jaar belooft de president nu al „verlichting”, terwijl de economische situatie van veel Surinamers alleen maar schrijnender wordt. Het leidde er anderhalve maand na Santhoki’s optimistische nieuwjaarsrede toe dat duizenden ontevreden Surinamers de straat op gingen tegen zijn beleid. De vreedzame demonstratie liep volledig uit de hand met een bestorming van de Nationale Assemblee en vernielingen en plunderingen van tankstations, geldautomaten en winkels.

De ongeregeldheden van vrijdag 17 februari onderstreepten hoe teleurgesteld veel burgers zijn in Santokhi. Wat is er gebeurd met de man die in 2020 de verkiezingen won en jubelend werd onthaald als ‘redder van Suriname’? Waar is de man die de bevolking een mooi land beloofde, als zij hem hun vertrouwen zouden geven? Waar is de crimefighter, ‘de Sheriff’ zoals Santokhi wordt genoemd, op wie nationaal en ook internationaal alle hoop was gevestigd? Waar ging het mis en is er nog kans op herstel?

Topeconoom Steven Debipersad maakte hem van dichtbij mee, toen Santokhi nog minister van Justitie was in de regering-Venetiaan (2000-2010). Hij was een technocraat die zijn beleid goed uitstippelde en onder wiens leiding Suriname een stuk veiliger werd, zo omschrijft hij Santokhi’s kracht van destijds.

Maar toen Santokhi als oppositieleider op campagne ging in 2020, viel het Debipersad op dat zijn Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) geen concrete visie of plan had om Suriname uit het slop te trekken. „Hoewel wij als economen toen wel dachten: wat is je ontwikkelingsvisie, gaf ik hem het voordeel van de twijfel, omdat hij bekendstond als technocraat”, zegt Debipersad, ook voorzitter van de invloedrijke Vereniging van Economisten in Suriname (VES).

Tijdens een videovergadering gaf hij vlak voor de verkiezingen samen met andere VES-leden strategische adviezen aan Santokhi over de economie. Suriname had onder de vorige regering van Desi Bouterse (2010-2020) een staatschuld van 4 miljard Amerikaanse dollar opgebouwd. „Maar Santokhi heeft niets met onze adviezen gedaan.”

De politicus won het al snel van de technocraat. Zo verbrak hij zijn campagnebelofte en riep hij steun in van het Internationaal Monetair Fonds, om vervolgens verstrikt te raken in de hervormingseisen die het IMF in ruil voor die leningen eist. Net als zijn voorganger Bouterse sloeg hij het populistische pad in, zag Debipersad. Het alsmaar hardnekkig beloven dat het beter wordt, is iets waar Santokhi inmiddels bij Surinamers bekend om staat. „Waarom denkt Santokhi dat 2023 het jaar van de verlichting wordt, zoals hij in zijn nieuwjaarsrede aangaf?”, zegt Debipersad verbaasd. „Wereldwijd, ook in Latijns-Amerika, is juist voorspeld dat de inflatie toeneemt? Als je dit soort beloftes maakt, geloven mensen wat je zegt, want je bent president. Je bent niet zomaar iemand van de straat.”

Op het moment dat Santokhi’s nieuwjaarsrede op tv werd uitgezonden bevond de president zich fysiek al weer elders, namelijk in de Braziliaanse hoofdstad Brasília. Daar was die dag de inauguratie van Lula da Silva als president. Veel uitgenodigde regeringsleiders waren alleen gekomen of met echtgenote. De Surinaamse delegatie die op het podium Lula feliciteerde, bestond uit vier personen: naast Santokhi en echtgenote, ook minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken en ambassadrice Ramkisoen. In totaal bestond de delegatie uit zeven personen, voor een bezoek van nauwelijks 24 uur. Terug in Suriname pakte Santokhi vier dagen later opnieuw zijn koffers, en vertrok met zijn delegatie naar India.

De kritiek dat Santokhi te veel reist, wuift buitenlandminister Ramdin desgevraagd weg. „Het zijn belangrijke reizen waar ook zaken gedaan worden. Als je er niet bij bent, tel je niet mee, en dan krijg je niets. En soms is het effect van zo’n reis niet direct zichtbaar.”

Ramdin geldt binnen de regering als Santokhi’s belangrijkste adviseur. Hij geeft toe dat het misschien beter is voor de president „om niet meer zoveel beloftes te doen”. Maar om nu alleen maar de nadruk te leggen op alles wat verkeerd gaat – zoals voorafgaand aan de rellen en nu ook in de nasleep volgens Ramdin te veel gebeurt – geeft geen eerlijk beeld, meent hij. „Er zijn ook zaken die wel gerealiseerd zijn door de regering-Santokhi maar misschien niet direct zichtbaar zijn. De schuldenlast bijvoorbeeld gaat zeker omlaag, op macro-economisch niveau is dat belangrijk. Dat Suriname op internationaal niveau nu weer meetelt, is ook heel veel waard, en daar werken we ook hard aan.”

De regering heeft onderschat dat veel mensen eraan gewend zijn geraakt dat ze verzorgd worden door de overheid, erkent de minister. „De verwachtingen zijn hoog en nu voelen mensen misschien een deceptie. Maar de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van Suriname ligt niet alleen bij de regering, ook de bevolking is er verantwoordelijk voor”, aldus Ramdin.

Maar het zijn juist steeds de sociaal zwakkeren die daarvoor opdraaien. Niet de rijken die genoeg kunnen missen hebben last van de bezuinigingen, zegt econoom Debipersad. Het beleid past binnen het diepgewortelde patronagesysteem, waar ook Santokhi zich schuldig aan maakt. Het benoemen van zijn echtgenote bijvoorbeeld, direct na zijn aantreden, op een aantal belangrijke posities: directeur van het Kabinet van de president en commissaris bij de Staatsolie. Of de benoeming van zijn dochter als hoofd van het Bureau Kwaliteit Management op zijn kabinet.

Dit terwijl de hoop juist was dat hij op dit vlak anders zou zijn. „Maar als je de mensen die de verkiezingscampagne financierden nu tegemoet moet komen, dan krijg je dat het beleid wezenlijk niet anders is dan je voorgangers”, zegt Ashwin Ramcharan (51), biograaf en schrijver van het boek Chan, we gaan Suriname redden.

Toen hij nog politieagent was, luisterde hij juist wel goed, weet de in Nederland woonachtige bedrijfskundige, die al dertig jaar bevriend is met Santokhi. Ramcharan herinnert zich de inspirerende gesprekken met Santokhi tijdens vakanties naar Suriname. „Chan was een vriend van de familie dus ik ken hem al praktisch mijn hele leven. Ik zat dan op het politiebureau waar hij werkte en hij was heel toegankelijk. Een man met autoriteit, maar zeer benaderbaar, hij luisterde goed en stelde vragen.”

Santokhi heeft een metamorfose ondergaan vanaf het moment dat hij president is geworden. Hij kan niet goed met macht omgaan

Aswhin Ramcharan biograaf en schrijver van het boek ‘Chan, we gaan Suriname redden’

De jaren van vriendschap leidden ertoe dat Ramcharan uiteindelijk met toestemming van Santokhi diens biografie schreef. Het boek kwam een halfjaar voor de verkiezingen van 2020 uit, en leest als een lofzang op Santokhi. Ramcharan dacht in hem krachtig leiderschap te herkennen: „Hij was een voorbeeldfiguur voor mij, als Surinamer die een stuk jonger was. Maar als ik de biografie nu zou schrijven zou het een ander verhaal worden. Santokhi heeft een metamorfose ondergaan vanaf het moment dat hij president is geworden. Hij kan niet goed met macht omgaan”, zegt Ramcharan. „Hij houdt van bewieroking, het streelt zijn ego.”

Santokhi’s culturele achtergrond kan ook een rol spelen in de verandering sinds zijn aantreden, denkt Ramcharan, die net als de president van Hindostaanse komaf is. „Leiderschap bij Hindostanen is vaak erg hiërarchisch. Dat was al zo in de tijd van Jagernath Lachmon, de founding father van de VHP. Daarbij is de Santokhi van nu iemand die niet van kritiek houdt, terwijl we voor zijn presidentschap vaak boeiende discussies hadden waarbij we het oneens konden zijn en er ruimte voor kritiek was. Sinds hij president is, is dat veranderd.”

Ramcharan ziet de uit de hand gelopen betoging als uitbarsting van de grote onzichtbare massa. Dat juist crime-fighter Santokhi zich als president ook met zogeheten friends-and-family-politiek (nepotisme) bezighoudt, terwijl hij als voormalig politiecommissaris en minister van Justitie het symbool was van goed en betrouwbaar bestuur, maakt de teleurstelling bij veel Surinamers extra groot.

„Mensen hebben al tien jaar lang dat systeem gehad onder ex-president Bouterse. En vanaf 2015 leveren ze al financieel in, de rek is eruit”, zegt politicus Dharm Mungra, die Santokhi uit regeringspartij VHP kent, waar hij zelf tot eind jaren negentig lid van was. Vlak na de verkiezingen praatte hij in op Santokhi om vooral geen coalitie te vormen met Ronny Brunswijk, ex-Junglecommando en veroordeeld voor drugshandel in Nederland en Frankrijk.

Santokhi ging toch met Brunswijk in zee, om het vereiste aantal zetels voor het presidentschap binnen te kunnen slepen en zo de NDP van Bouterse van de macht te houden. Dat er geen alternatief was, wuift Mungra weg. „Santokhi had haast, hij wilde snel president worden.” Santokhi, met wie Mungra naar eigen zeggen een prima band had, „reageerde bot op mijn advies niet met Brunswijk samen te werken. Op zulke momenten, als hij het met je oneens is, kan hij erg arrogant zijn. Alsof hij een politiehouding aanneemt. Hij spreekt dan met je alsof je een verdachte bent.”

Toen een week na de rellen en de plunderingen Santokhi en Brunswijk samen op tv verschenen, sprak die scène boekdelen. Ze zaten op een grote bank, ver uit elkaar. „Wat ik daar zag was een totale verwijdering”, zegt Ashwin Ramcharan. Hij kan de coalitie niet anders beschrijven dan als „toxisch”. „Santokhi heeft als rechterhand een veroordeelde persoon die hij niet optimaal kan inzetten. En de corruptie en vriendjespolitiek wordt in stand gehouden door de giftige combinatie van deze twee mensen, die elkaar op geen enkel vlak aanvullen, maar eerder in de weg zitten. Het is bekend dat Brunswijk veel macht naar zich toe trekt en zelf ook het presidentschap ambieert.”

Ter illustratie haalt Ramcharan het beroemde Indiase epos Bhagavad Gita aan. Daarbij schiet de god Krishna zijn vriend Arjun te hulp als die moet vechten in de oorlog en wijst hem de weg in moeilijke tijd. „Je kunt alleen maar een goede leider zijn als je goede mensen naast je hebt, die het echt met je menen. Als het adviseren niet eerlijk gaat, dan ga je als leider ten onder”, zegt hij.

Wat Ramdin de president adviseert voor de „tweede helft van de wedstrijd”, zoals hij diens resterende ambtstermijn noemt, is dat hij juist harder mag optreden. „Santokhi mag zijn gezag wat nadrukkelijker presenteren. Hij is een democraat in hart en nieren en wil altijd iedereen ruimte geven om mee te beslissen. Maar bij bestuurlijke beslissingen mag hij best daadkrachtiger optreden en harde besluiten nemen.”

Na de bestorming van de Assemblee leek Santokhi even uit het veld geslagen, maar volgens Ramdin reageerde hij als een ervaren politieagent, „kalm en rationeel”. Sinds een week voert hij met verschillende organisaties gesprekken in wat hij noemt een „nationale dialoog”. Hoewel de meeste organisaties op de uitnodiging van Santokhi ingaan, heeft de VES geweigerd. Volgens Debipersad is er geen behoefte aan een gesprek met Santokhi, omdat „alle adviezen van de economen allang beschreven zijn en besproken”. Het is aan Santokhi ze nu uit te voeren, vindt Debipersad.

Een zakenkabinet dan? Dharm Mungra lijkt het een utopische gedachte en alleen haalbaar als Santokhi de deskundigen die dan de ministersposten krijgen een heldere opdracht geeft. „Het gaat dan echt om het land en de mensen, en niet meer om het zijn van de president. De vraag is of Chan daartoe in staat is.”

Correctie (4 maart 2023): Een eerdere versie van dit artikel meldde dat naast president Santhoki en diens vrouw ook minister Ramdin (Buitenlandse Zaken) met zijn echtgenote op het podium stond bij president Lula’s inauguratie. Dat was niet het geval en is hier boven aangepast.