California Mauve is de verfkleur van het jaar, volgens Karwei, de bouwmarktketen die tegenwoordig ook meubels verkoopt. „In de mode is lila al een tijdje een populaire kleur”, zegt Brand & PR Manager Lisa-Marie Klap. „Maar voor interieurs is dat een vrij heftige kleur. Dit is een vergrijsde variant die veel makkelijker te combineren is.
„California mauve is onderdeel van een bredere interieurtrend: kleuren uit de jaren zeventig. Ook purper, oker, terracotta en zandtinten maken een enorme comeback. De afgelopen jaren hebben we veel beige interieurs gezien en dat blijft nog wel even zo, want die bieden een rustpunt in deze hectische wereld. Maar daarnaast hebben mensen behoefte gekregen aan speelsheid, vrolijkheid en de vrije spirit van de jaren zeventig.”
Als je hoge plafonds hebt is het een goede manier om een ruimte knusser te maken.
Andere trends op verfgebied? „Plafonds worden steeds vaker meegeverfd. We zien ook dat mensen voor lichte muren kiezen en juist een donker plafond. Dat is niet voor elk huis geschikt, maar als je hoge plafonds hebt is het een goede manier om een ruimte knusser te maken.”
Ook op het gebied van banken ziet Klap een duidelijke kleurverschuiving. „Op dit moment verkopen we alleen maar beige banken, daarvoor heel lang alleen maar grijze. Maar de komende jaren gaat bruin domineren. Dat past ook weer bij die seventies vibe.”
‘En toch doe je het”, zei de interviewer. De tiener die net nog braaf redenen had opgedreund waarom e-sigaretten slecht voor je zijn, kreeg nu een schuldbewuste blik in zijn ogen. Met zijn handen weggestopt in de zakken van zijn zwarte hoodie had hij gesproken over lood. Giftige chemicaliën. Schadelijke effecten. Maar ja… De jongen nam nog een flinke hijs van z’n vape. „Het kan mij eigenlijk niks schelen.” Aan de rand van het schoolplein glimlachte hij ongemakkelijk in zijn eigen wolkje rook.
Het aantal jonge nicotinegebruikers is in vier jaar tijd verviervoudigd, benadrukte Medialogica (HUMAN) woensdagavond. Daarmee raakt de rookvrije samenleving die de overheid nastreeft verder uit zicht. Hoewel: grote tabaksproducenten als Philip Morris International zeggen zelf óók toe te willen naar een rookvrije samenleving. Zij definiëren ‘rookvrij’ alleen net even anders. Waar de overheid inzet op een toekomst zonder nicotineverslavingen, proppen tabaksproducenten nog altijd nictotine in hun alternatieven voor ‘gewone’ sigaretten, die bovendien veel minder onschadelijk blijken te zijn dan de producenten aanvankelijk beweerden.
Onthutsend was het interview met Ole Heil, de oud-woordvoerder van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die nu voor Philip Morris International werkt als ‘directeur externe zaken Nederland’. Ja, Philip Morris produceert ook nog ‘gewone’ sigaretten, beaamde Heil. Maar het bedrijf moedigt rokers vooral aan om over te stappen op (door Philip Morris geproduceerde) „minder schadelijke alternatieven”. Met nicotine. Zijn woorden werden afgewisseld met die van emeritus hoogleraar geneeskunde Robert Jackler (Stanford University), die uitlegde hoe tabaksproducenten al sinds de jaren dertig consumenten vertellen dat ze het beste met hun gezondheid voorhebben – vooral Philip Morris. „Zij liepen voorop bij het veranderen van het beeld door te benadrukken: díé jongens waren fout. Wíj zijn nu verantwoordelijk bezig.” En dat werkt nog ook. Advertorials van Philip Morris vinden geregeld hun weg naar nieuwsplatforms als Euractiv, die goed worden bezocht door Europarlementariërs.
Zo maakte Medialogica heel inzichtelijk hoe de tabaksindustrie steeds nieuwe trucjes verzint om mensen aan de nicotine te houden. En om nieuwe generaties aan de nicotine te krijgen. E-sigaretten (vapes) met toegankelijke smaakjes als watermeloen en karamel zijn onder tieners in hoog tempo ingeburgerd. Die smaakjes zijn inmiddels verboden, maar ze zijn nog makkelijk online te bestellen en worden op sociale media aangeprezen door betaalde (jonge) influencers, die graag voordoen hoe je je rook in mooie cirkeltjes blaast. Op sommige vapes kun je zelfs spelletjes spelen, liet de scholier in de zwarte hoodie zien aan een verbaasde conciërge. „Eerst neem je een trekje, en dan kun je yahtzeeën. Niet normaal.” Waar haalde de jongen die dingen vandaan? „Die koop je gewoon via mensen die je kent”, zei hij. „Via Snap.”
Screenwashing
In Australië hebben ze binnenkort misschien minder last van die rol van Snapchat in het verspreiden van nicotine (en van andere vermeende negatieve effecten van sociale media). Daar werd woensdag een wet aangenomen om sociale media te verbieden voor kinderen tot zestien jaar. Bedrijven als TikTok en Instagram zijn het daar zelf natuurlijk niet mee eens. Die willen juist onderdeel zijn van de oplossing. In EenVandaag (AVROTROS) werden een paar van de maatregelen doorgenomen die die bedrijven onlangs aankondigden: tijdsloten, bevoegdheden voor ouders. „Experts noemen dat ‘screenwashing’”, zei presentator Whitney Janssen, „het als verantwoord presenteren van schermgebruik door techbedrijven terwijl dat gebruik ik feite verslavend werkt en dus onverantwoord is.” Klinkt bekend. Een bedrijf dat je verslaving in stand houdt heeft nooit écht het beste met je voor.
De wereld is vergeven van de plastics. Sinds de uitvinding van de kunststof hebben de productie en het gebruik ervan een enorme vlucht genomen. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw is de plasticproductie vertweehonderdvoudigd, de laatste twintig jaar vond nog een verdubbeling plaats. Experts verwachten dat het de komende jaren alleen nog maar sneller zal gaan met de productie. De kracht van plastic is juist ook zijn zwakte: het beschermt perfect tegen invloeden van buiten, maar is niet of nauwelijks op natuurlijke weg af te breken.
De gevolgen zijn overal desastreus zichtbaar: plastic zakken vervuilen het straatbeeld, in zee drijven gigantische eilanden van aan elkaar geklonterd plastic. Recent werd een walvis gevonden die 29 kilo plastic in zijn maag had, tot aan hele jerrycans toe.
Nog groter is het probleem van de microplastics: plastic valt uiteindelijk uiteen in hele kleine deeltjes, die onbedoeld letterlijk overal in gaan zitten. Het is aangetroffen in moedermelk, in honingbijen, in hondentestikels, in appels, in vers gevallen sneeuw op Antarctica. De uitstoot van microplastics in het milieu wordt geschat op tussen de 10 en 40 miljoen ton per jaar.
Het traditionele plastic is van oorsprong een restproduct dat gemaakt kan worden uit ruwe olie of gas. Juist nu de vraag naar fossiele brandstoffen op de golven van de elektrificatie van het wagenpark gaat afnemen, stappen olieconcerns actief over op het maken van plastics. Bedrijven als Shell openden de afgelopen jaren wereldwijd honderden fabrieken, die tonnen plastics uitspuwen, vooral bedoeld voor eenmalig gebruik.
Hier gaat iets grondig mis. Door de mega-investeringen van de oliebedrijven (400 miljard dollar de afgelopen jaren) is nieuw plastic goedkoper en kwalitatief vaak ook beter dan gerecycled plastic. De markt voor gerecycled plastic heeft de afgelopen jaren dan ook een flinke knauw gekregen: alleen al in Nederland gingen dit jaar vijf placticrecylaars failliet. Hergebruik kan economisch gezien domweg niet uit.
Ecologisch is dat rampzalig. Nu al belandt het overgrote deel van het plastic na gebruik op de vuilstort of in de verbrandingsovens. Slechts 9 procent wordt hergebruikt.
Deze week begint in de Zuid-Koreaanse stad Busan de cruciale vijfde en laatste onderhandelingsronde om in VN-verband tot een mondiaal plasticakkoord te komen. Zo’n 175 landen nemen eraan deel, en het doel is helder: voorkomen dat de plasticproductie de komende jaren wederom verdubbelt.
Zoals te verwachten zijn het met name de landen met grote oliebelangen die een oplossing frustreren. Saoedi-Arabië en Rusland bijvoorbeeld willen niets weten van productiebeperkingen en zoeken de oplossing in het beter opruimen van plasticafval. Van China en de VS is ongewis of zij zich achter een plasticplafond zullen scharen, maar de verkiezing van Donald Trump in de VS belooft weinig goeds.
Terwijl de weg naar een schonere toekomst niet zo heel ingewikkeld uit te stippelen is: de productie van nieuw plastic zal moeten krimpen. Dat kan door af te dwingen dat een percentage (bijvoorbeeld 40 procent) van elk nieuw plastic product uit gerycled plastic moet bestaan. Ook het stimuleren van alternatieven zoals bioplastics, die wel afbreekbaar zijn, kan enorm helpen. En ja, ook meer nadruk op recyling en het verminderen van plastic zwerfafval via bijvoorbeeld statiegeldsystemen gaan helpen. Maar de kraan moet eerst dicht voordat het dweilen zin heeft.
Breed lachend staan ze op een selfie: Geert Wilders stralend naast zijn geestverwant Viktor Orbán. Ja, de Hongaarse sterke man die tegen de Joodse filantroop George Soros een antisemitische lastercampagne voerde die critici als Michael Ignatieff deed denken aan de Völkischer Beobachter.
Hoe serieus moet je dan een PVV-kabinet nemen dat de strijd tegen antisemitisme zegt te willen aanbinden? Dat zich al heeft overgeleverd aan het Israëlische narratief over het anti-Joodse geweld in Amsterdam, dat rechtsongelijkheid op grond van afkomst serieus overweegt en dat geen benul lijkt te hebben van de giftige wisselwerking tussen antisemitisme, filosemitisme, (anti)zionisme en Israëlische Staatsräson?
Zou Marjolein Faber weten dat in de ‘omvolkingstheorie’ die zij huis, tuin en keuken vindt, echo’s klinken van de Protocollen van de Wijzen van Zion? Misschien nóg een boek kopen, na Migratiemagneet Nederland. Ook ontbreekt in de aanpak van het kabinet afdoende aandacht voor de effecten van de kredietcrisis, die wereldwijd anti-Joodse stereotypen nieuw leven inblies. Die werd gevolgd door de corona-jaren, met hun anti-vaccinatie-variaties op het Joodse wereldcomplot. Zou ex-NCTV-chef Schoof het blad Gezond Verstand, voor al uw tweewekelijkse paranoia, wel eens hebben doorgebladerd bij zijn lokale Bruna? Alsnog doen, Dick! (liever geen abonnement nemen).
Ik wil maar zeggen, er zijn genoeg sluimerende ‘autochtone’ bronnen van antisemitisme waar het kabinet eveneens nodig naar zou mogen kijken.
Zo voelt het dus om je regering te wantrouwen. Toch nog verbinding – in ontgoocheling
Maar ook apologeten die in de Mokumse scooterknokploegen een gemotoriseerde vorm van dekolonisatie zien, kunnen de slingers beter binnen halen. Oplaaiend antisemitisme is een keihard feit. Van Europa tot de VS (‘Jews will not replace us’) en het mondiale Zuiden. Ja, ook onder moslims. Dat erkennen is nog niet Mona Keijzer gelijk geven.
Dit is het funeste: er rukt in Nederland en elders een islamofoob rechts-radicalisme op dat zich ‘vriend van Israël’ noemt en briest over antisemitisme, maar tegelijkertijd de balk in eigen oog niet ziet. Met rugwind van de extremistische regering-Netanyahu, die uit politiek machiavellisme de ophef aanmoedigt.
En dus doet dit kabinet, dat voortstrompelt als een verwarde dakloze, niet wat het als vriend van Israël óók zou moeten doen: zich steviger uitspreken tegen de onophoudelijke ellende in Gaza. Kenners noemen die genocide, maar je kunt al te rade gaan bij de bedenker van de term, de jurist Raphael Lemkin. Genocide is niet alleen of per se totale uitroeiing, maar systematische vernietiging van een gemeenschap.
Maar dit kabinet trekt liever paspoorten in.
Zo voelt het dus om je eigen regering te wantrouwen, een ervaring die in Nederland al jaren breed wordt gedeeld. Kijk aan, toch nog iets van verbinding – in ontgoocheling.
Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.