N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Profiel Aleksandar Vucic In Europa presenteert de Servische president Aleksandar Vucic zichzelf als stabiele factor die dreigende conflicten in de regio kan oplossen. In Servië gaat hij in urenlange tv-interviews tekeer tegen het Westen.
Op de middelbare school stond Aleksandar Vucic bekend als een ‘rare’. Hij haalde hoge cijfers en won schaaktoernooien, maar was vooral een eenling. Een oud-schoolgenoot (55) die in dezelfde periode naar het Zemun Gymnasium in Belgrado ging, vertelt: „Naast het gymnasium was een park waar we vaak bleven hangen na schooltijd: roken, drinken, meiden kijken. Vucic zat altijd alleen op een bankje. Hij had totaal geen interesse om met anderen te chillen.”
De enige mensen waar Vucic mee omging waren hooligans van voetbalclub Rode Ster Belgrado, vertelt de man. De steun van nationalistische en gewelddadige voetbalsupporters is een rode draad in Vucic’ latere politieke carrière. De schoolgenoot wil niet met zijn naam in de krant uit angst voor represailles. Tegelijk maakt hij zich geen illusies: „Het zou mij niet verbazen als dit telefoongesprek wordt afgeluisterd door de Servische overheid.”
De eigenzinnige gymnasiast werd een eigenzinnige president. Hij is opnieuw een eenling: Servië weigert Rusland sancties op te leggen vanwege de invasie in Oekraïne. Vucic, in april vorig jaar met bijna 60 procent van de stemmen herkozen voor een tweede termijn, heeft in Servië alle macht naar zich toe getrokken. Van een ceremoniële rol als president is geen sprake; na dertig jaar in de politiek beheerst Vucic het publieke leven in zijn land. Net als zijn noordelijke buurman, de Hongaarse premier Viktor Orbán, daagt hij met zijn autocratische bestuur de EU-waarden uit.
Orbán doet dat van binnenuit, Vucic van buiten. Voor Brussel is dat evengoed een probleem, want de leider van het grootste Balkanland kan de regio doen wankelen. Bijvoorbeeld door Servisch nationalisme en etnische spanningen in de buurlanden aan te wakkeren.
Formeel wil Servië lid worden van de Europese Unie. De aanvraag is van 2009, de onderhandelingen begonnen in 2014. In de praktijk balanceren zowel Vucic als de Servische bevolking echter tussen Brussel en Moskou, blijkt uit peilingen. De sterke Russische invloed speelt ook bij kruitvat Kosovo. Servië, met steun van Moskou, weigert de onafhankelijkheid van de voormalige provincie te erkennen. Brussel doet verwoede bemiddelingspogingen, maar elke overeenkomst wordt gevolgd door nieuwe schermutselingen in het grensgebied.
Lees ook deze reportage over de spanningen in Noord-Kosovo
Ook binnen Servië neemt de onrust toe, na twee uitzonderlijke schietpartijen begin deze maand. Binnen twee dagen zorgden een 13- en een 21-jarige dader voor 21 doden. Vucic nam meteen maatregelen tegen het overdadige wapenbezit, maar de oppositie benut de onvrede over het geweld met demonstraties tegen regering en president.
Ook deze zaterdag is een groot protest tegen de regering gepland, een dag na een betoging vóór de regering. Op sociale media is sprake van 2.200 bussen die de regering heeft gehuurd om betogers naar de hoofdstad te brengen voor de regeringsdemonstratie. Vooraf kondigde Vucic aan dat hij bij deze gelegenheid zijn vertrek als leider van regeringspartij SNS zou bekendmaken. Zijn presidentschap loopt tot 2027. Daarna wil de 1 meter 98 lange Vucic aan de slag als basketbaltrainer voor jongeren. Hij is al begonnen met de opleiding daarvoor, liet hij in 2020 weten op Instagram.
Extreemrechts
Zijn beide ouders studeerden economie, Vucic koos na het gymnasium voor rechten aan de Universiteit van Belgrado. Hij staat bekend als ‘de beste student van zijn generatie’. Waar of niet, het etiket is veelzeggend. Een jaar voordat Vucic in 1994 afstudeerde – de Joegoslavische oorlogen waren volop gaande – werd hij parlementslid voor de Servische Radicale Partij (Srpska Radikalna Stranka, SRS), een twee jaar eerder opgerichte extreemrechtse partij die pleitte voor een ‘Groot-Servië’. SRS-oprichter Vojislav Seselj, voorstander van etnische zuivering, fungeerde als Vucic’ mentor.
Binnen twee jaar behoorde Vucic tot de leiding van de SRS. In hetzelfde jaar, negen dagen na de massamoord door Bosnisch-Servische militairen in Srebrenica, zei Vucic hoe hij dacht over eventuele wraakacties: „Kom ons bombarderen, voor elke vermoorde Serviër zullen we honderd moslims vermoorden.” Het Servische parlement heeft ‘Srebrenica’ in 2010 veroordeeld, maar Vucic is nooit teruggekomen op zijn beruchte uitspraak. In 2015 werd Vucic bij een Srebrenica-herdenking bekogeld met waterflesjes en stenen, waarbij zijn bril sneuvelde en hij moest vluchten.
Zijn eerste regeringsfunctie kreeg Vucic in 1998 onder de later voor oorlogsmisdaden aangeklaagde president Slobodan Milosevic. Als minister van Informatie introduceerde hij boetes voor kritiek op de president en gooide hij tijdens de NAVO-bombardementen van 1999 – die Milosevic dwongen om zijn leger terug te trekken uit Kosovo – alle journalisten van NAVO-landen het land uit. Controle over de media is nog steeds cruciaal in Vucic’ politieke strategie. Bijna alle private media zijn in handen van aanhangers van zijn huidige partij en fungeren als staatsmedia.
Een recent artikel in The New York Times Magazine schetst hoe Servische voetbalstadions al sinds het einde van de jaren 80 een broeinest zijn van etnisch nationalisme, intimidatie en geweld. Politiek geïnspireerde en gefinancierde supportersgroepen zijn verweven met de georganiseerde misdaad. Vucic, groot liefhebber van basketbal en voetbal, onderhoudt volgens The New York Times al sinds de jaren 90 banden met deze groepen. Uit het artikel: „Hij heeft briljant gebruikgemaakt van het Servische maffiaprobleem door een situatie te creëren waarin de vage lijn tussen georganiseerde misdaad en de staat in zijn voordeel werkt.”
Balkanexperts menen dat de politieke stijl van Vucic, ontwikkeld in de chaotische jaren 90, bijdraagt aan geweld en polarisatie in Servië. Florian Bieber, directeur van het Centre for Southeast European Studies van de Universiteit van Graz: „Hij houdt van harde retoriek, hij beschouwt zijn politieke opponenten als vijanden. Hij scheldt ze uit, hij kleineert ze.” Bieber werd zelf ook eens verbaal aangevallen door Vucic in een tv-interview. Ivana Stradner, analiste bij de Amerikaanse denktank FDD en geboren en getogen in Belgrado, wijst op de populaire reality-tv op zenders als Happy TV en TV Pink. „Vucic heeft die shows heel erg gestimuleerd, op zenders die hij beheerst. Daar zit veel geweld en haatzaaierij in, met taal uit de jaren 90 en verering van gangsters.”
Vucic heeft de onafhankelijke media verwoest, zegt de Servische oud-journalist Srdjan Skoro. „Stap voor stap zijn kranten en tv-zenders overgenomen door Vucic en de zijnen. Ervaren journalisten zijn weggejaagd of zelf opgestapt. Goed uitziende jongeren worden aangewezen als presentator van het nieuws. Er is volop nepnieuws in omloop.” De nationale journalistenorganisatie telde in 2022 132 aanvallen op journalisten.
Weinig weerstand
De politieke zegetocht van Aleksandar Vucic begon pas echt in 2008. In dat jaar maakte hij een allesbepalende ommezwaai. Hij verliet het extreme nationalisme van de SRS en richtte met Tomislav Nikolic een nieuwe partij op. De Servische Progressieve Partij (Srpska Napredna Stranka, SNS) heeft een centrum-rechtse koers en een pro-EU agenda.
Bieber: „Dat was een hele slimme zet. Hij brak met de anti-westerse SRS toen hij zag dat toenadering tot de EU de toekomst was. De basis van de nieuwe partij was veel breder. Die omvat nostalgische autocraten maar ook pro-westerse liberalen. Omdat de aanhang zo veel richtingen omvat, is het voor de oppositie lastig om de partij te bestrijden. Waar moet je je op richten?”
Tot 2008 was Vucic eigenlijk een verliezer, zegt Orhan Dragas, oprichter en directeur van de Servische denktank International Security Institute. „De overstap naar de nieuwe partij was de grootste verandering in zijn politieke carrière en zelfs in de Servische politiek als geheel.” Dragas verklaart Vucic’ succes door „zijn grote toewijding aan en passie voor politiek”.
Vier jaar na zijn tournure was Vucic voorzitter van de SNS, minister van Defensie en vicepremier, belast met corruptiebestrijding. Vanaf 2014 volgden twee korte termijnen als premier, in 2017 begon zijn eerste vijfjarige termijn als president. In het parlement hoeft hij weinig weerstand te vrezen: vorig jaar won zijn partij 44 procent van de stemmen, goed voor 120 van de 250 zetels. De tweede partij heeft 38 zetels.
De solide machtspositie van Vucic zorgt voor hoofdpijn in Brussel. „Servië blijft op het pad naar EU-lidmaatschap” is Vucic’ mantra in interviews. Tegelijk sluit hij een driejarig gascontract af met Poetin en koopt hij coronavaccins in China. Dat is nu eenmaal in het belang van Servië, zei hij in 2019 tegen Der Spiegel, in een schaars interview met een buitenlands medium. Van zijn gebruikelijke vaagheid was daar geen sprake. „Ik geef niets om mondiale belangen. Ik geef om Servië en de Balkan. Punt.”
Net als Orbán deelt Vucic graag sneren uit naar de EU. Kritiek op zijn contact met China is hypocriet, zegt Vucic in Der Spiegel, want Polen en Griekenland zijn ook aanwezig op conferenties met China. „Maar iedereen pest Servië, wat typerend is voor de dubbele moraal die we steeds weer tegenkomen.”
Lees ook deze reportage over Russische vluchtelingen in Belgrado
Net als hun president balanceert de Servische bevolking tussen Oost en West. Dat blijkt uit een recente peiling van bureau CRTA uit Belgrado. Van de ondervraagden denkt 44 procent dat Servië meer na- dan voordeel zal halen uit het EU-lidmaatschap, tegen 39 procent die meer voordeel ziet. Vanwege de kandidaatstatus ontvangt Servië jaarlijks al 200 miljoen euro van de EU. Gevraagd naar waar het buitenlands beleid van Servië op gericht moet zijn, noemt 44 procent de EU en 43 procent Rusland. Serviërs hebben hun hart naar Rusland gericht en hun portemonnee naar het Westen, concludeert CRTA.
Twee gezichten
Vucic wil helemaal geen EU-lidmaatschap, zeggen mensen die hem volgen. Wetenschapper Bieber: „Het proces heeft hem meer te bieden dan het resultaat. Financieel gezien is de wachtkamer van de EU al heel interessant. Als je eenmaal lid bent zijn er veel beperkingen. Vucic wil alleen in de EU als hij een positie als Orbán krijgt: wel de lusten maar niet de lasten.”
Analist Dragas ziet het positiever: „Vucic is heel kritisch op de EU, dat klopt. Maar bedenk wel dat hij veel meer heeft gedaan om Servië richting de EU te brengen dan zijn voorgangers. Neem Kosovo: hij accepteert bemiddeling door Brussel, hij beseft dat het Servische belang gediend is door met de EU en de VS samen te werken.” De concessies ten aanzien van Kosovo leveren Vucic kritiek op in eigen land. Nationalisten dreigen met rellen als de relatie met Kosovo wordt „genormaliseerd”.
Vucic heeft twee gezichten, voor binnen- en buitenlands gebruik. In Europa presenteert hij zich als min of meer redelijk, de stabiele factor die dreigende conflicten in de regio kan oplossen. In Servië gaat hij in urenlange tv-interviews tekeer tegen het Westen. Srdjan Cvijic van de Servische denktank BCBP vergelijkt hem met hoofdpersoon Marko uit de film Underground (1995) van Emir Kusturica, die zijn landgenoten in een schuilkelder niet vertelt dat de oorlog voorbij is. „Dat doet Vucic ook: hij houdt ons in Servië onwetend en profiteert daarvan. Hij houdt ons in de kerkers van de jaren 90 met zijn anti-westerse retoriek.”
Tussen Oost en West
Analist Ivana Stradner doet onderzoek naar Russische ondermijning via sociale media. Ze meent dat Rusland Servië gebruikt om onrust te zaaien op de Balkan, onder meer om de aandacht af te leiden van de oorlog in Oekraïne. „De band met Rusland is sterk. Vucic maakt gebruik van het sentiment van Slavische broederschap, bijvoorbeeld door de orthodoxe kerk te versterken. De kerk is nu een machtsbasis voor hem.”
Verbittering over de afloop van de Joegoslavische oorlogen, inclusief het verlies van Kosovo, wakkerden de Servische sympathie voor Rusland aan. Het Westen wees Servië aan als agressor, Rusland bleef Servië ‘trouw’. Een peiling in 22 landen van september 2022 toonde Servië extreem pro-Russisch: 63 procent van de ondervraagde Serviërs achtte het Westen verantwoordelijk voor de oorlog in Oekraïne, aanzienlijk meer dan in elk ander land.
Ook zijn critici erkennen: Vucic’ pragmatische vaagheid werkt. Hij is ambivalent tegenover de EU, onduidelijk over Kosovo, en kiest niet tussen Oost en West. De politieke oppositie heeft geen alternatief in de aanbieding. Echt spannend wordt het daarom niet voor Vucic, dit weekend. Ook als hij de regeringspartij niet meer leidt behoudt hij zijn machtspositie. Ook als er deze zaterdag meer dan vijftigduizend Serviërs – zo veel mensen demonstreerden op 8 mei, kort na de schietpatijen – tegen hem demonstreren, behoudt hij zijn greep op de samenleving. Voorlopig zit Servië vast aan Vucic.